Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch 19-08-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/150 |
Samenvatting | WNRA, Integriteit, Wanprestatie, Ambtenaar, WhatsApp, Goed ambtenaarschap, Boa. |
Samenvatting (Bron) | Arbeidsrecht WWZ; WNRA; artikel 6 Ambtenarenwet goed ambtenaar; integriteitskwesties |
Annotator | A.M. Wevers |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2021:2594 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Noord-Holland 09-08-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/151 |
Samenvatting | Vernietiging opzegging, Opzegging door werkgever, Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, Payrollovereenkomst, Ketenregeling. |
Samenvatting (Bron) | De arbeidsovereenkomst mocht niet eenzijdig worden opgezegd omdat sprake is van een payrollovereenkomst. Gelet op de ketenbepaling is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Opzegging wordt vernietigd, werknemer heeft recht op loon. |
Annotator | H. Mouselli |
Uitspraak | ECLI:NL:RBNHO:2021:6840 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Gelderland 24-08-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/152 |
Samenvatting | LinkedIn, Vrijheid van meningsuiting, Strijd met goed werknemerschap, Vaccinatiebeleid, Belediging, Corona, COVID. |
Samenvatting (Bron) | Ontbinding arbeidsovereenkomst; verwijtbaar handelen door plaatsen en/of delen LinkedIn berichten. Herbai-arrest. |
Annotator | K. Manse |
Uitspraak | ECLI:NL:RBGEL:2021:4701 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Amsterdam 13-09-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/153 |
Samenvatting | Uber, Kwalificatie, Arbeidsovereenkomst, Moderne gezagsverhouding, Cao Taxivervoer. |
Samenvatting (Bron) | Chauffeurs die zich in persoon met Uber hebben verbonden en die via de Uber-app passagiers vervoeren, vallen onder de CAO Taxivervoer. De rechtsverhouding tussen Uber en deze chauffeurs voldoet namelijk aan alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst. Modern werkgeversgezag. |
Annotator | M.P. Bökkerink-de Koning |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2021:5029 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 25-06-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/154 |
Samenvatting | Grievend gedrag, Aanspraak partneralimentatie. |
Samenvatting (Bron) | Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Partneralimentatie; niet-financiële factoren. Grievend gedrag jegens andere echtgenoot waardoor geen aanspraak op partneralimentatie ontstaat. Motiveringseisen. |
Annotator | C.M. Mellema |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:997 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Den Haag 25-08-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/155 |
Samenvatting | Kind uit huis geplaatst bij grootouders. |
Samenvatting (Bron) | Het hof zal het verzoek van de vader om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te bepalen, anders dan de rechtbank, toewijzen. Naar het oordeel van het hof is niet gebleken dat er zorgen zijn over de persoonlijke situatie van de vader of zijn opvoedvaardigheden. De vader heeft tot nu toe de kans om voor de minderjarige te zorgen door verschillende omstandigheden, die veelal niet aan hem te wijten waren, nog niet gehad. Het hof is van oordeel dat de vader deze kans wel dient te krijgen, een wijziging van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kan hier aan bijdragen. Het hof voegt hier nog aan toe te vrezen dat de vader uit beeld raakt en (daardoor) wellicht zelfs zijn gezag kwijtraakt als de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de moeder blijft. Een terugplaatsing bij de moeder is op dit moment nog niet aan de orde. Zij heeft hiertoe nog geen mogelijkheden laten zien. De vader erkent de belangrijke rol en positie van de moeder. Het hof heeft er dan ook vertrouwen in dat de vader de samenwerking met de moeder (en de pleegouders) zal blijven opzoeken. |
Annotator | M.A. Zon |
Uitspraak | ECLI:NL:GHDHA:2021:1696 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Noord-Nederland 30-06-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/156 |
Samenvatting | Omgang, Verzoek zus, Nauwe persoonlijke betrekking? |
Samenvatting (Bron) | Zus niet-ontvankelijk in verzoek omgang met minderjarig zusje. Geen bijkomende omstandigheden op basis waarvan geoordeeld kan worden dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. 1:377a BW. |
Annotator | T.C.P. Christoph , V.L.E. Uijterwaal |
Link | Volledige tekst annotatie (honoreadvocaten.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:RBNNE:2021:3571 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch 14-09-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/157 |
Samenvatting | Storting op aandelen, Volstorting aandelen, Geldlening. |
Samenvatting (Bron) | Bij oprichting bv is door de ene aandeelhouder een bedrag van 18.000,- ter beschikking gesteld aan andere aandeelhouder voor volstorting aandelen; is sprake van een geldlening, en is het bedrag terugbetaald? |
Annotator | N.G. Cornelissen |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2021:2843 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Burgerlijk procesrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 16-07-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/158 |
Samenvatting | Arbitrage, Procesrecht. |
Samenvatting (Bron) | Arbitrage. Procesrecht. Vordering tot vernietiging arbitraal vonnis. Art. 1065 lid 1 Rv. Strijd met openbare orde. Arbitraal vonnis met obiter dictum; zelfstandig dragende grond? Vgl. HR 29 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0713. |
Annotator | E.J.H. Zandbergen , S. Lubberhuizen |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1171 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Insolventierecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 24-09-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/159 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, Verrekening, Concernrecht, Draagplicht voor groepskredieten. |
Samenvatting (Bron) | Verbintenissenrecht. Geschil over verrekening tussen curator van failliete vennootschappen uit een concern en beheermaatschappij (voormalig groepshoofd van het concern). Vraag of schuld uit draagplicht voor groepskredieten geheel verrekend mag worden met vordering op één van de vennootschappen; art. 6:127 BW. Vraag of het gevorderde ook zag op gedeeltelijke verrekening. |
Annotator | R.J.G. Mengelberg |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1359 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 21-09-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/160 |
Samenvatting | Zaak 26Koper, Waren wapens ‘bestemd’ voor begaan grondmisdrijf moord? |
Samenvatting (Bron) | Grote wapenvondst in opslagboxen in Nieuwegein (26Koper). Medeplegen van voorbereiding van moord (art. 289 Sr). Mate van bepaaldheid van grondfeit bij voorbereiding, art. 46 Sr. Waren wapens bestemd voor begaan grondmisdrijf moord, nu niet is komen vast te staan wie het doelwit (object) was? Opvatting dat voor bewezenverklaring van voorbereiding van moord a.b.i. art. 46 Sr vereist is dat uit bewijsvoering blijkt wie beoogd slachtoffer is van dat misdrijf, is te beperkt en daarom onjuist. Vereist is slechts dat met voldoende bepaaldheid blijkt op welk misdrijf de in art. 46 Sr omschreven voorbereidingshandelingen en voorbereidingsmiddelen waren gericht en dat opzet van verdachte op het begaan daarvan was gericht (vgl. HR:2002:AE4200 en HR:2014:179). Hof heeft in bewijsvoering gemotiveerd op grond waarvan naar zijn oordeel met voldoende bepaaldheid blijkt dat het misdadige doel dat verdachte met zijn voorbereidingshandelingen en voorbereidingsmiddelen voor ogen stond, als moord moet worden aangemerkt. Oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. s Hofs oordeel dat sprake is van gerichtheid op voorbereiding van een of meer levensdelicten is toereikend gemotiveerd, gelet op bewijsvoering. HR neemt daarbij in aanmerking i) dat hof over aard wapenvoorraad die verdachte en zijn medeverdachten aanwezig hadden, niet onbegrijpelijk heeft opgemerkt dat het een samenstel van voorwerpen betrof dat naar algemene ervaringsregels in verband kan worden gebracht met uitvoering van levensdelicten, ii) dat door verdachte gevoerde financiële administratie o.m. betrekking had op aanschaf wapens en daarin o.m. betaling van 100.000 werd vermeld aan begunstigde met naam Hitter en een betaling van 40.000 aan Junior Spotter, en voorts iii) dat hof i.v.m. wetenschap verdachte van handelingen van medeverdachten heeft vastgesteld dat aan die administratie een samenbindend element van gewicht toekomt waarin blijkens de inhoud ervan vele lijnen samen komen. Eén of meer activiteiten van elk van de betrokken verdachten kunnen hierop worden teruggebracht. Volgt verwerping. |
Annotator | C. van Oort |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1258 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 21-09-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/161 |
Samenvatting | Hennepzaak. Medeplegen diefstal elektriciteit. |
Samenvatting (Bron) | Medeplegen opzettelijk telen hennep (art. 3.B Opiumwet) en medeplegen diefstal elektriciteit (art. 311.4 Sr). Bewijsklacht m.b.t. medeplegen diefstal elektriciteit t.b.v. hennepkwekerij. HR: In gevallen als het onderhavige, waarin het aantreffen van een hennepkwekerij gepaard gaat met het aantreffen van aanwijzingen dat elektriciteit die wordt gebruikt voor die kwekerij, kort gezegd, buiten de meter om wordt afgenomen, en verdachte op die grond (ook) diefstal van elektriciteit wordt verweten, verdient die diefstal zelfstandige aandacht in bewijsvoering. De betrokkenheid van verdachte bij de teelt van hennep brengt immers op zichzelf nog niet mee dat hij zich ook schuldig maakt aan opzettelijk wegnemen van daarbij gebruikte elektriciteit (vgl. ECLI:NL:HR:2021:511). Bewezenverklaring kan, v.zv. bewezenverklaring inhoudt dat verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen elektriciteit heeft weggenomen, niet uit bewijsvoering worden afgeleid. Bewezenverklaring is daarom onvoldoende gemotiveerd. Volgt (partiële) vernietiging en terugwijzing. CAG: anders. Samenhang met 19/04937. |
Annotator | C. van Oort |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1285 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 12-10-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/162 |
Samenvatting | Maatstaf voor voeging stukken aan dossier. |
Samenvatting (Bron) | Overleggen van stukken in hoger beroep, art. 414.1 Sv. Verkrachting (meermalen gepleegd), art. 242 Sr. s Hofs beslissing om overleggen van prints van chatconversatie en opnames van chatgesprekken niet toe te staan toereikend gemotiveerd? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2010:BL7709, (in enigszins andere bewoordingen) inhoudende dat uitoefening van bevoegdheid om in h.b. nieuwe bescheiden of stukken van overtuiging over te leggen door rechter kan worden getoetst aan beginselen van behoorlijke procesorde, dat daarbij betekenis toekomt aan (belastende dan wel ontlastende) aard van de over te leggen bescheiden of stukken en (i.g.v. belastende bescheiden of stukken) aan aard van de te berechten zaak en stadium waarin procedure zich bevindt, en dat rechter (indien hij het overleggen niet toestaat) deze beslissing zal moeten motiveren. Raadsman heeft verzocht om recent tot zijn beschikking gekomen prints van chatconversatie en opnames van chatgesprekken aan dossier toe te voegen die naar zijn zeggen van belang zijn voor betrouwbaarheid van verklaringen van aangeefster. Hof heeft het overleggen van deze stukken niet toegestaan. Daarbij heeft hof slechts in aanmerking genomen tijdstip waarop verzoek is gedaan en omstandigheid dat raadsman bij pleidooi zich over stukken heeft kunnen uitlaten. Daarmee heeft hof zijn beslissing ontoereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing. CAG: geen cassatie wegens ontbreken van voldoende te respecteren belang voor verdachte. |
Annotator | C. van Oort |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1503 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | HvJ EU 20-05-2021, C-120/19 |
Citeertitel | JIN 2021/163 |
Samenvatting | Formele rechtskracht van te handhaven besluit, Evidentiecriterium. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Derde kamer) van 20 mei 2021.#X tegen College van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend en Tamoil Nederland BV.#Prejudici?le verwijzing - Vervoer van gevaarlijke goederen over land - Richtlijn 2008/68/EG - Artikel 5, lid 1 - Begrip ,constructievoorschrift' - Verbod om strengere constructievoorschriften vast te stellen - Autoriteit van een lidstaat die een tankstation verplicht om zich slechts van vloeibaar petroleumgas (lpg) te laten bevoorraden door tankwagens die zijn voorzien van een bijzondere, hittewerende bekleding die niet is voorgeschreven door de Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) - Onrechtmatigheid - Besluit waartegen een categorie rechtzoekenden niet in rechte kan opkomen - Strikt afgebakende mogelijkheid om te verkrijgen dat een dergelijk besluit nietig wordt verklaard in geval van kennelijke strijdigheid met het Unierecht - Rechtzekerheidsbeginsel - Doeltreffendheidsbeginsel.#Zaak C-120/19. |
Annotator | L.J.M. Timmermans |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2021:398 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 06-04-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/164 |
Samenvatting | Rechtsgevolgen in stand laten en zelf in de zaak voorzien, Grenzen finale geschilbeslechting. |
Samenvatting (Bron) | Wet Markt en Overheid. Parkeertransferia gemeente s-Hertogenbosch. Algemeen belang besluit. Finale geschilbeslechting. Nadeelcompensatie bij wege van onzuiver/onzelfstandig schadebesluit. Algemeen belang besluit voldoet niet aan het in de rechtspraak van het College (uitspraken van 18 december 2018, ECLI:NL:CBB:2018:660 en 661) ontwikkelde beoordelings- en toetsingskader. Besluit op bezwaar wordt vernietigd. Finale geschilbeslechting, mede op basis van nieuwe onderzoeksrapporten en het debat daarover tussen partijen. Het College laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand en voorziet tegelijkertijd - aanvullend - zelf in de zaak door aan het algemeen belang besluit een termijn te verbinden, de door Q-Park inmiddels geleden schade te compenseren en het tarief voor de parkeertransferia voor de resterende geldigheidsduur van het algemeen belang besluit (jaarlijks) te indexeren. |
Annotator | M.E. Rog |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2021:373 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 25-05-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/165 |
Samenvatting | Belanghebbende, Handhaving. |
Samenvatting (Bron) | Besluit houders van dieren |
Annotator | J.H. Keinemans |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2021:514 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 29-04-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/166 |
Samenvatting | Verzoek om een voorlopige voorziening, Buitenbehandelingstelling, Besluitkarakter, Concrete aanvraag, Spoedeisend belang, Belangenafweging. |
Samenvatting (Bron) | Verzoek om een voorlopige voorziening. Verweerder heeft het verzoek om handhavend optreden op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling gesteld. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek voldoende concreet is en dat de informatie van Wakker Dier enig aanknopingspunt biedt voor nader onderzoek door verweerder. Wakker Dier heeft duidelijk omschreven dat het gaat om drie pluimveeservicebedrijven die volgens haar de EU-Transportverordening overtreden door kippen aan de poten op te tillen als zij worden gevangen voorafgaand aan het transport. Wakker Dier heeft de informatie overgelegd waarover zij redelijkerwijs kon beschikken. Zij heeft gedaan wat zij kon om informatie te verzamelen over de werkwijzen van de drie bedrijven. Dat Wakker Dier geen tijdstip en specifieke plek heeft benoemd maakt dat niet anders. Bij verweerder is bekend bij welk bedrijf en op welk moment kippen worden gevangen omdat pluimveehouders bij toezichthouder NWVA moeten melden wanneer zij pluimvee gaan vervoeren naar het slachthuis. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en bepaalt dat verweerder moet gaan onderzoeken of de drie bedrijven bij het vangen van kippen de EU-Transportverordening overtreden. |
Annotator | J.H. Keinemans |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2021:454 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |