Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | HvJ EU 09-11-2021, C‑107/19 |
Citeertitel | JIN 2021/167 |
Samenvatting | Arbeidstijd, Beschikbaarheidsdienst, Brandweer, Pauzes, Loon. XR tegen Dopravní podnik hl. m. Prahy, akciová společnost |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 9 september 2021.#XR tegen Dopravn? podnik hl. m. Prahy, akciov? spole?nost.#Verzoek van de Obvodn? soud pro Prahu 9 om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Sociale politiek - Richtlijn 2003/88/EG - Organisatie van de arbeidstijd - Begrippen ,arbeidstijd' en ,rusttijd' - Arbeidspauze waarin een werknemer binnen twee minuten voor zijn werkgever beschikbaar moet zijn om uit te rukken voor een interventie - Voorrang van het Unierecht.#Zaak C-107/19. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2021:722 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 26-08-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/168 |
Samenvatting | Proeftijd, Opzegging van de arbeidsovereenkomst, Oogletsel, Wgbh/cz, Goed werkgeverschap, Billijke vergoeding. |
Samenvatting (Bron) | Werkgever heeft, door aan het einde van de proeftijd, de arbeidsovereenkomst met werknemer op te zeggen, niet in strijd gehandeld met de Wgbh/cz of het goed werkgeverschap. Geen recht op een billijke vergoeding. |
Annotator | D. Herfst |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2021:4061 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Gelderland 09-09-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/169 |
Samenvatting | Opzegging door werknemer, Wilsgebrek, Opwelling, Vernietiging, Ontslagname, Bedenktermijn. |
Samenvatting (Bron) | Arbeidsrecht. Ontslagname doktersassistente vernietigd, omdat sprake was van een emotionele opwelling. Van een zorgvuldig werkgever mag worden verwacht dat bij (onverwachte) opzegging door de werknemer een bedenktermijn wordt gegeven, ook als werknemer aangeeft dit niet nodig te vinden. |
Annotator | J.C.A. Ettema |
Uitspraak | ECLI:NL:RBGEL:2021:5488 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Overijssel 21-09-2021, 9072823 \ CV EXPL 21-1125 |
Citeertitel | JIN 2021/170 |
Samenvatting | Aanzegging, Stilzwijgende voortzetting, Doorwerken, Gerechtvaardigd vertrouwen. ( Uitspraak niet gepubliceerd op Rechtspraak.nl) |
Annotator | J.A. Tersteeg |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 05-10-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/171 |
Samenvatting | Partneralimentatie. Behoeftigheid. Man toont niet aan dat hij niet in zijn eigen behoefte kan voorzien. Nihilstelling met terugwerkende kracht. |
Samenvatting (Bron) | Partneralimentatie, behoeftigheid. |
Annotator | M.J.E.M. Wielinga-van Dillen |
Link | Volledige tekst annotatie (Wielinga-van Dillen) |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2021:9347 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Zeeland-West-Brabant 08-09-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/172 |
Samenvatting | Afspraken tussen ex-samenwoners, Opnemen ouderschapsplan in beschikking, Afwijzing opnemen convenant. |
Samenvatting (Bron) | Geen wettelijke grondslag voor opname scheidingsconvenant tussen informeel samenlevenden. Verzoek afgewezen. |
Annotator | L. van Straten |
Uitspraak | ECLI:NL:RBZWB:2021:4528 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Den Haag 05-10-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/173 |
Samenvatting | Vaststelling Nederlanderschap, Verkrijging Nederlanderschap door erkenning, Rechtsgeldigheid erkenning. |
Samenvatting (Bron) | RWN-zaak. Iedereen is het er over eens dat verzoekster de Nederlandse nationaliteit heeft, gelet op de huidige uitleg van de Hoge Raad bij erkenning van een kind geboren uit een polygaam huwelijk. |
Annotator | P.A. den Holländer |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2021:11065 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 01-10-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/174 |
Samenvatting | Procesrecht, Uitkoopprocedure, Verstekarrest tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders, Verzettermijn voor in het buitenland wonende aandeelhouders, Processueel ondeelbare rechtsverhouding, Welke partij dient op te roepen? |
Samenvatting (Bron) | Ondernemingsrecht, procesrecht. Uitkoopprocedure (art. 2:92a BW). Verstekarrest tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders; verzettermijn voor in het buitenland wonende aandeelhouders. Processueel ondeelbare rechtsverhouding. Welke partij dient op te roepen? |
Annotator | E.P.C. Duinkerke |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1407 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof Amsterdam 26-08-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/175 |
Samenvatting | Enquêterecht, Twijfel aan juist beleid, Gebrekkige governance, Besluitvorming, Schorsing bestuurders, Overdracht aandelen ten titel van beheer. |
Samenvatting (Bron) | OK; enquêterecht; er wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken; bij wijze van onmiddellijke voorzieningen worden de twee bestuurders geschorst, wordt een bestuurder benoemd en worden de aandelen - met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders - ten titel van beheer overgedragen aan een beheerder |
Annotator | T.M. Munnik |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2021:2593 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Civiel recht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 15-10-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/176 |
Samenvatting | Verzekeringsrecht, Clausule voor dekking van stormschade, Uitleg clausule, Causaliteitsmaatstaf, Dominant cause-leer. |
Samenvatting (Bron) | Verzekeringsrecht. Clausule voor dekking van stormschade. Hevige storm ('supercell') gepaard gaande met windstoten en hagel. Is schade aan opstallen door inslag van hagel gedekt? Uitleg clausule. Causaliteitsmaatstaf. |
Annotator | J.A. Camphuis |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1523 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 23-03-2007 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/177 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, Overeenkomst van opdracht, Toepassingsbereik klachtplicht (art. 6:89 BW) indien wordt nagelaten de overeengekomen prestatie te verrichten, HR 23 maart 2007. |
Samenvatting (Bron) | Verbintenissenrecht. Terugvordering door farmaceutisch bedrijf van aan apotheker – uit hoofde van een bij een afnameovereenkomst gesloten kredietovereenkomst – ter leen verstrekte gelden; afnameovereenkomst nietig wegens strijd met art. 81 EG?; verworpen beroep op rechtsverlies door niet-protesteren, strekking van art. 6:89 BW; verzuim zonder ingebrekestelling, mededeling van niet-nakoming?, strekking van art. 6:83 BW; vergoeding van buitengerechtelijke kosten (art. 6:96 lid 2, aanhef en onder c, BW), onbegrijpelijk oordeel. |
Annotator | H.A. de Bruijn , E.J.H. Zandbergen |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:AZ3531 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 02-11-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/178 |
Samenvatting | Klachten over vaststelling ziekelijke stoornis bij weigerende observandus. |
Samenvatting (Bron) | Oplegging TBS met dwangverpleging t.z.v. o.m. zware mishandeling (art. 302.1 Sr). Weigerende observandus. Klachten over de vaststelling van een ziekelijke stoornis bij verdachte t.t.v. het tlgd en de motivering van de oplegging van de maatregel TBS met dwangverpleging, mede in het licht van hetgeen de verdediging heeft aangevoerd. HR: art. 81.1 RO met verwijzing naar EHRM 13 November 2012, nr. 73560/12 (Constancia/Nederland). |
Annotator | C. van Oort |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1628 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 02-11-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/179 |
Samenvatting | Klacht over onvoldoende responderen op strafmaatverweer. |
Samenvatting (Bron) | Medeplegen diefstal, art. 311.1.4 Sr. Ontoereikende strafmotivering (gevangenisstraf van 6 weken, waarvan 3 weken voorwaardelijk). Hof heeft door vonnis van Pr te bevestigen overwogen dat een taakstraf niet aan de orde was, omdat verdachte niet in Nederland woonde en naar eigen zeggen in Nederland slechts op vakantie was. In hoger beroep is aangevoerd dat verdachte zich inmiddels in Nederland heeft gevestigd en in Nederland een postadres heeft opgegeven waar hij altijd bereikbaar is. Hof heeft als adres van verdachte een Nederlands adres opgenomen. Door het vonnis kaal te bevestigen, is de strafoplegging ontoereikend gemotiveerd. Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. strafoplegging en terugwijzing. |
Annotator | C. van Oort |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1623 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 09-11-2021 |
---|---|
Citeertitel | JIN 2021/180 |
Samenvatting | De Hoge Raad ziet aanleiding enkele opmerkingen te maken over de motiveringsplicht bij beslissingen met betrekking tot de voorlopige hechtenis. |
Samenvatting (Bron) | Poging tot doodslag, art. 287 Sr. Motivering van beslissingen inzake voorlopige hechtenis. 1. Afwijzing verzoeken tot schorsing dan wel opheffing van voorlopige hechtenis voldoende gemotiveerd? 2. HR ziet aanleiding enkele opmerkingen te maken over motiveringsplicht bij beslissingen m.b.t. voorlopige hechtenis. Art. 5.1.a en 5.1.c EVRM. Ad 1. Verdachte mist vereist belang bij bespreking van klacht, omdat cassatieberoep wordt verworpen en o.g.v. art. 6:2:2.a Sv de door hof opgelegde gevangenisstraf zal ingaan op dag van uitspraak van HR, waarbij in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd in mindering zal worden gebracht (vgl. HR:2012:BW7369). Ad 2. Recente uitspraken van EHRM (Maassen t. Nederland, Hasselbaink t. Nederland en Zohlandt t. Nederland), waarin schending van art. 5 EVRM is geconstateerd, zien op situatie waarin vrijheidsbeneming van verdachte plaatsvindt terwijl redelijke verdenking bestaat dat hij een strafbaar feit heeft begaan. Het gaat dan om situatie a.b.i. art. 5.1.c EVRM. Hof heeft aan voortzetting gevangenhouding van verdachte mede ten grondslag gelegd dat in vonnis in e.a. aan verdachte vrijheidsbenemende straf is opgelegd van ten minste even lange duur als de door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd na verlenging met door hof bevolen termijn van gevangenhouding. Hof heeft daarmee toepassing gegeven aan art. 75.1, 3e volzin, Sv. Daarmee is sprake van situatie die niet onder art. 5.1.c EVRM, maar onder art. 5.1.a EVRM valt. Laatstgenoemde bepaling heeft betrekking op detentie na veroordeling door daartoe bevoegde rechter. Dit volgt uit o.m. uitspraak EHRM in Saez t. Nederland. Dit betekent dat genoemde uitspraken van EHRM op andere situatie betrekking hebben dan in onderhavig geval aan de orde is. Vorenstaande laat onverlet dat beslissingen m.b.t. voorlopige hechtenis telkens op de voorliggende zaak toegesneden motivering moeten bevatten. Deze algemene motiveringsplicht komt, als beslissing over voorlopige hechtenis beschikking van raadkamer betreft, tot uitdrukking in art. 24.1 Sv en vloeit ook mede voort uit eisen die art. 78.2 Sv stelt aan bevelen tot voorlopige hechtenis en tot verlenging van geldigheidsduur daarvan. Volgt verwerping. |
Annotator | C. van Oort |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1662 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Insolventierecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 04-06-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/181 |
Samenvatting | Prejudiciële beslissing, Formele rechtskracht handhavingsbesluiten opgelegd aan curator, Reikwijdte formele rechtskracht beperkt tot geldigheid besluit, Boedelschuld. |
Samenvatting (Bron) | Prejudiciële procedure (art. 392 Rv). Faillissementsrecht. Zijn schulden die voortvloeien uit bestuursrechtelijke lasten die aan de curator zijn opgelegd wegens de niet-naleving van milieuwetgeving, aan te merken als boedelschulden, verifieerbare concurrente faillissementsschulden of niet-verifieerbare faillissementsschulden? Rechtspraak ABRvS; curator aangewezen als ‘overtreder’ in bestuursrechtelijke zin; formele rechtskracht? |
Annotator | L.J.M. Timmermans |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:833 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 16-07-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/182 |
Samenvatting | Omvang geding, Bepalingen van openbare orde, Bepalingen over tijdigheid bezwaar en beroep, Termijnoverschrijding bij voorgaande instantie niet ambtshalve toetsen. |
Samenvatting (Bron) | Beoordeling tijdigheid ingediend rechtsmiddel; art. 6:7 t/m 6:9 Awb; ambtshalve niet-ontvankelijk verklaren wegens termijnoverschrijding bij voorgaande instantie. |
Annotator | C.L.G.F.H. Albers |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:1153 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Raad van State 14-07-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/183 |
Samenvatting | Natuurvergunningsbesluit, Ter inzage leggen ontwerpbesluit, Implementatie Habitatrichtlijn, Inspraakverplichting, Verdrag van Aarhus, Rechtstreekse werking, Unietrouw. |
Samenvatting (Bron) | In het besluit van 22 december 2015, kenmerk 2015/0400038, heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel een vergunning op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 verleend aan [vergunninghouder] in [plaats]. [vergunninghouder] exploiteert een varkenshouderij aan de [locatie] in [plaats]. Het is voornemens om de vleesvarkenshouderij te wijzigen in een zeugenhouderij. Daarvoor worden de bestaande stallen gesloopt en nieuwe stallen gebouwd. Het college heeft op 22 december 2015 een natuurvergunning verleend voor het inwerking hebben van de zeugenhouderij. De vergunning is verleend voor het houden van 640 kraamzeugen, 2363 guste en dragende zeugen, 4 dekberen en 432 opfokzeugen, met een totale emissie van 2518,41 kg NH3/jr. Het college heeft de vergunning verleend, omdat de depositie van de aangevraagde bedrijfssituatie niet toeneemt ten opzichte van de depositie in de referentiesituatie. |
Annotator | H.C.F.J.A. de Waele |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:1507 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Raad van State 28-07-2021 |
Citeertitel | JIN 2021/184 |
Samenvatting | Aanvraag, Bevoegdheid, Bezwaar, Herziening, Prorogatie. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 11 november 2019 heeft de raad van de gemeente Opsterland de aanvraag van [appellanten] om een bestemmingsplan vast te stellen voor de wijziging van de bestemming van een deel van het perceel [locatie A] te Nij Beets afgewezen. Op 4 december 2017 heeft [appellant B] bij het college van burgemeester en wethouders van Opsterland een verzoek ingediend tot, onder meer, de wijziging van de bestemming van een deel van het perceel. Dit perceel is in eigendom bij [eigenaars]. Het college heeft dit verzoek afgewezen bij besluit van 30 januari 2018. In de uitspraak van 7 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2740, heeft de Afdeling geoordeeld dat het college niet bevoegd is dit besluit te nemen. Op 21 augustus 2019 hebben [appellanten] de raad verzocht de bestemming "Recreatie - Recreatiewoning" op het perceel te wijzigen in de bestemming "Natuur". Bij besluit van 11 november 2019 heeft de raad dit verzoek afgewezen. |
Annotator | L.M. Koenraad , G.J. Stoepker |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:1697 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |