Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 31-01-2022
Aflevering 1
RubriekHof van Justitie EU
TitelHvJ EU 06-10-2021, C-487/19
CiteertitelJB 2022/1
SamenvattingOnvrijwillige overplaatsing rechter, Vereist is dat voorzien is in regels voor onvrijwillige overplaatsing die voorzien in waarborgen, net zoals tuchtregels, zodat onafhankelijkheid niet in geding komt. Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy (Izba Cywilna) [hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke zaken en strafzaken (civiele kamer), Polen]
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:EU:C:2021:798
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 05-11-2021
CiteertitelJB 2022/2
SamenvattingVertrouwensbeginsel, Dispositievereiste, Onjuiste informatie op website Belastingdienst.
Samenvatting (Bron)Vertrouwensbeginsel; onjuiste mededeling op website Belastingdienst inzake revisierente bij afkoop lijfrente (art. 30i AWR). Dispositievereiste; Hoge Raad komt terug van HR 26 september 1979, ECLI:NL:HR:1979:AM4918.
UitspraakECLI:NL:HR:2021:1654
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 27-10-2021
CiteertitelJB 2022/3
SamenvattingOpen normen, Beleidsregels, Dynamisch verwijzen, Bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, Rechtszekerheid, Flexibiliteitsbepalingen, Concreet en objectief begrensd.
Samenvatting (Bron)Bij tussenuitspraak van 19 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2004, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Maastricht, naar aanleiding van de beroepen van DRET en anderen, Valkenhuizen en Meubelboulevard, opgedragen om binnen 26 weken het bestemmingsplan "Retailpark Belvédère" te herstellen. Het plan "Retailpark Belvédère" voorziet in de realisatie van drie clusters van het zogenoemde "Retailpark Belvédère" met voorzieningen voor perifere en grootschalige detailhandel en leisure. Verder bevat het plan een afwijkingsbevoegdheid voor horeca. Aan de gronden zijn onder meer de bestemmingen "Bedrijventerrein", "Detailhandel - PDV+", "Gemengd - Transformatie" en "Verkeer-Verblijfsgebied" toegekend. Reeds in 2012 is het gebied Belvédère - een bedrijventerrein - aangewezen als een locatie voor geconcentreerde perifere detailhandel.
AnnotatorH.P. Wiersma , K.M.G. Hamelink
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2388
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 03-11-2021
CiteertitelJB 2022/4
SamenvattingAfwijzing subsidieaanvraag, Tenderprocedure, Adviesprocedure, Samenstelling adviescommissie, Mogelijke belangenverstrengeling, Controlemogelijkheid, Waarborgen, Zorgvuldigheid totstandkoming advies, Rechtmatigheid besluit.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 november 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant de subsidieaanvraag van Digeketen in het kader van paragraaf 3 van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015 afgewezen. Op 4 september 2018 heeft Digeketen een aanvraag voor subsidie in het kader van paragraaf 3 van de Subsidieregeling ingediend voor het project "Sociale synergetische keten". Dit project beoogt een digitale infrastructuur rondom de Persoonlijke Gezondheidsomgeving op te zetten, waarbij bescherming van privacy en toepassing van Artificiële Intelligentie aan de orde komen. Dit project betreft de (verdere) ontwikkeling van de Digeketen, een platform dat uitgaat van elkaar sterker maken op het gebied van digitale verbindingstechniek. Het college heeft de aanvraag voorgelegd aan de Adviescommissie MIT Zuid 2015.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2439
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 10-11-2021
CiteertitelJB 2022/5
SamenvattingHoger beroep, Proces-verbaal zitting rechtbank, Zittingsaantekeningen, Omvang geschil.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 maart 2018 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden afgewezen. [appellant] heeft de AP verzocht om handhavend op te treden tegen de NS, omdat de NS volgens hem persoonsgegevens verwerkt in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: de Wbp). De NS en Trans Link Systems B.V. (hierna: TLS) verwerken volgens [appellant] persoonsgegevens zonder verwerkingsdoel of verwerkingsgrondslag. Zo bestaat voor de verplichting om in en uit te checken geen grondslag als een reiziger in bezit is van een Altijd Vrij-abonnement, waarmee de reisrechten al zijn afbetaald. In- en uitcheckgegevens worden dan ten onrechte verwerkt. Ook verwerkt de NS ten onrechte persoonsgegevens als zij de OV-chipkaart controleert en worden stations onrechtmatig afgesloten met poortjes, zodat altijd bij het betreden van een station persoonsgegevens worden verwerkt, aldus [appellant]. De AP heeft het verzoek afgewezen.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2510
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 11-11-2021, 202007103/1/V3
CiteertitelJB 2022/6
SamenvattingBinnentreden in de woning, Onjuiste machtiging, Kamer in asielzoekerscentrum. (ECLI:NL:RVS:2021:2603 - Deze uitspraak is niet gepubliceerd op Rechtspraak.nl.)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 17-11-2021
CiteertitelJB 2022/7
SamenvattingBezwaarschriftencommissie, Voorzitter, Schijn van partijdigheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo het verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur toegewezen en documenten openbaar gemaakt. [appellant] heeft het college onder verwijzing naar de Wob en de Archiefwet verzocht om een afschrift van de op 18 november 2008 door notaris E.R. Willems getekende verklaring van verjaring van eigendom van de gemeente betreffende een perceel aan de Haven Noordzijde te Almelo, een afschrift van de daarbij horende brief van 29 september 2008 en afschriften van alle op de verklaring van eigendom en de brief van 29 september 2008 betrekking hebbende informatiedragers. Het college heeft het verzoek bij besluit van 23 mei 2019 toegewezen en elf documenten openbaar gemaakt. [appellant] heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt, omdat het college volgens hem heeft nagelaten alle op de verklaring van eigendom en de brief van 29 september 2008 betrekking hebbende informatiedragers openbaar te maken.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2561
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 17-11-2021
CiteertitelJB 2022/8
SamenvattingUitschrijving uit de brp, Besluit, Rechtsgevolg.
Samenvatting (Bron)Op 28 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gennep de emigratie van [appellant] in de basisregistratie personen verwerkt. Op 23 mei 2019 heeft het college, via de website van de gemeente, een aangifte van emigratie ontvangen die met gebruikmaking van een DigiD op naam van [appellant] is ingediend. In de aangifte is een Braziliaans adres opgegeven als nieuw verblijfadres. Het college heeft de aangifte verwerkt in de brp en een bevestiging van de uitschrijving aan [appellant] op het Braziliaanse adres gestuurd. [appellant] is het niet eens met de uitschrijving en wil ingeschreven blijven op een adres in Gennep. Daarom heeft [appellant] tegen de uitschrijving, die op 28 mei 2019 is verwerkt, bezwaar gemaakt. Het college heeft het door [appellant] gemaakte bezwaar bij besluit van 2 september 2019 ongegrond verklaard.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2575
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 17-11-2021
CiteertitelJB 2022/9
SamenvattingOpvolgende aanvraag, Buiten behandeling stelling.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 9 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2549
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 24-11-2021
CiteertitelJB 2022/10
SamenvattingZitting rechtbank, COVID-19, Uitstel zitting, Telefonische zitting.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 november 2016 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport [appellant] te kennen gegeven zijn registratie als tandarts in het zogenoemde BIG-register na 31 december 2016 door te halen, tenzij hij uiterlijk op die datum een aanvraag voor herregistratie indient. Het BIG-register is door de minister ingesteld op grond van artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: de Wet BIG). Deze wet kent een stelsel van titelbescherming voor bepaalde beroepen, zoals tandarts. Alleen degenen die als tandarts in het register van tandartsen in het BIG-register staan ingeschreven, mogen die titel voeren. In artikel 2 van het Besluit periodieke registratie Wet BIG is bepaald dat een inschrijving in het BIG-register vijf jaar geldig is. Met ingang van 1 januari 2012 geldt dat ook voor inschrijving in het register van tandartsen.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2647
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 19-10-2021
CiteertitelJB 2022/11
SamenvattingOpschorting en intrekking bijstand, Ten onrechte onbesproken gelaten beroepsgrond, Onroerend goed in buitenland, Geen discriminatoir onderzoek, Niet gehandeld in strijd met discriminatieverbod, Geen gelijke gevallen.
Samenvatting (Bron)Opschorting en intrekking van bijstand. Onroerende zaak in het buitenland. Geen discriminatoir onderzoek. Niet overleggen van een machtiging voor nader onderzoek. Het discriminatieverbod als bedoeld in artikel 14 van het EVRM brengt niet mee dat elke ongelijke behandeling van gelijke gevallen verboden is, maar alleen die welke als discriminatie moet worden beschouwd omdat een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de ongelijke behandeling ontbreekt. Juist omdat in Nederland geboren bijstandsgerechtigden, in tegenstelling tot niet in Nederland geboren bijstandsgerechtigden, niet kunnen remigreren, is van gelijke gevallen geen sprake. Het college heeft niet gehandeld in strijd met het discriminatieverbod. Een machtiging van de echtgenote was noodzakelijk om te onderzoeken of in Turkije op haar naam nog meer vermogen staat geregistreerd.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2622
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 21-10-2021
CiteertitelJB 2022/12
SamenvattingIntrekking en terugvordering toeslag, Schending inlichtingenplicht, Sepot, Bewijs.
Samenvatting (Bron)Het Uwv heeft terecht de toekenning van de toeslag naar de norm van gehuwden ingetrokken en terecht de volledige ten onrechte betaalde toeslag teruggevorderd. Schending inlichtingenverplichting door wijziging in leefsituatie niet door te geven aan het Uwv. Geen dringende reden op grond waarvan het Uwv van intrekking en/of terugvordering had moeten afzien.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2665
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 03-11-2021
CiteertitelJB 2022/13
SamenvattingOp de zaak betrekking hebbende stukken, Onthouding kennisneming deel van processtukken, Schending fundamenteel beginsel van procesrecht.
Samenvatting (Bron)Het Uwv heeft betrokkene terecht met ingang van 24 januari 2017 geen IVA-uitkering toegekend. Het Uwv heeft in beroep niet de onderliggende stukken, die horen bij de arbeidskundige beoordeling in bezwaar van de als blijvend aangemerkte psychische beperkingen, ingediend. Het Uwv heeft in beroep niet voldaan aan het vereiste van artikel 8:42 van de Awb om deze stukken te zenden aan de bestuursrechter. Dit heeft de rechtbank niet onderkend. Dat betekent dat aan appellante en betrokkene in beroep bij de rechtbank ten onrechte kennisneming van een deel van de processtukken zijn onthouden, wat een schending oplevert van een fundamenteel beginsel van procesrecht. In hoger beroep heeft appellante de uitkomst van de arbeidskundige schatting op grond van de duurzame beperkingen niet nader bestreden. Dit betekent dat niet reeds op grond van de als duurzaam beoordeelde psychische beperkingen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid. Het Uwv heeft aannemelijk gemaakt dat de fysieke belastbaarheid van betrokkene nog kan verbeteren. Dit betekent dat ook de lichamelijke belastbaarheid van betrokkene niet tot volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid leidt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2726
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 09-11-2021
CiteertitelJB 2022/14
SamenvattingGeen strijd met recht op eerlijk proces, Eigen bijdrage, Geen belemmering toegang tot de rechter.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor eigen bijdragen rechtsbijstand en voor betalingsachterstanden en schulden. Door een schending van de inlichtingenverplichting kan het recht op bijzondere bijstand niet worden vastgesteld. Aan toetsing van artikel 35 PW wordt dan niet toegekomen. Geen schending artikel 6 EVRM. Een deel van de kosten hebben zich voorgedaan in de periode waarover het recht op algemene bijstand van betrokkene is ingetrokken in verband met een schending van de inlichtingenverplichting ten aanzien van de verblijfplaats van betrokkene. De woonsituatie en daarmee de financiële omstandigheden waren daardoor onvoldoende duidelijk, zodat ook het recht op bijzondere bijstand niet kon worden vastgesteld. Aan de meer uitgebreide toetsing aan artikel 35 van de PW wordt dan niet toegekomen. In dit geval kon het college ook de latere aanvragen om bijzondere bijstand afwijzen op de grond dat het recht op bijstand van betrokkene niet kon worden vastgesteld. De omstandigheid dat de kosten voor de eigen bijdragen niet zijn vergoed uit de bijzondere bijstand, heeft het voor betrokkene dan ook niet onmogelijk gemaakt om de procedure bij de rechter te voeren, de toegang van betrokkene tot de rechter is daardoor niet belemmerd. Van strijd met artikel 6, eerste lid, van het EVRM is in dit geval dan ook geen sprake.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2781
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 09-11-2021
CiteertitelJB 2022/15
SamenvattingIngebrekestelling wegens niet tijdig beslissen, Verzoek om dwangsom niet herleidbaar tot concrete dossiers.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoeken om dwangsom voor het niet tijdig beslissen. Niet duidelijk waarop de verzoeken ofwel ingebrekestellingen zien. In een situatie waarin in een brief met verzoek om een dwangsom een zeer groot aantal (verschillende typen) kenmerken wordt vermeld zonder enige toelichting waarop deze kenmerken zien, staat het een bestuursorgaan vrij om de verzoeker te vragen om een nadere toelichting. Appellante betwist de brief waarin het college om deze nadere toelichting vraagt, te hebben ontvangen. Dat kan in het midden worden gelaten. Ter zitting is namelijk aan appellante de mogelijkheid geboden, welke mogelijkheid door haar gemachtigde is aanvaard, om gezamenlijk de door appellante genoemde kenmerken te onderzoeken op herleidbaarheid naar bepaalde dossiers. Appellante heeft echter deze mogelijkheid verworpen. Dat er geen duidelijkheid is ontstaan over waarop de verzoeken van appellante zien, komt daarmee voor haar rekening en risico.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2789
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 11-11-2021
CiteertitelJB 2022/16
SamenvattingBeroep op rapport Werkgroep toeslagen reflectie rechtbank, Politiek-bestuurlijke afweging, Terughoudende toetsing.
Samenvatting (Bron)Nu zich geen van de uitzonderingssituaties als bedoeld in het AIB voordoen heeft verweerder eisers prepensioen terecht aangemerkt als inkomen dat op grond van het bepaalde in artikel 47 van de WW op de WW-uitkering in mindering moet worden gebracht. Het beroep van appellant op het gelijkheidsbeginsel, dan wel strijd met een anti-discriminatiebeginsel, slaagt niet. Het ter zitting gedane beroep van appellant op het rapport van de Werkgroep reflectie toeslagenaffaire rechtbanken van oktober 2021 en de daarin vervatte aanbeveling om in het individuele geval maatwerk te bieden, leidt niet tot een andere conclusie. De toeslagenaffaire, waarop in voornoemd rapport wordt gereflecteerd, betreft gevallen die juridisch en feitelijk niet gelijk zijn aan de situatie van appellant.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2825
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 11-11-2021
CiteertitelJB 2022/17
SamenvattingTerugvordering onverschuldigd betaalde subsidie, Discretionaire bevoegdheid, Belangenafweging vereist, Verordeningsbepaling mist verbindende kracht.
Samenvatting (Bron)Niet in geschil is dat appellant zijn certificaat heeft behaald op 31 oktober 2016 en dat hij zijn aanvraag voor de scholingsvoucher heeft gedaan op 23 december 2016. Dit is niet binnen de in artikel 5, eerste lid, van de Regeling genoemde termijn van uiterlijk twee weken na aanvang van de scholing. Bovendien heeft appellant bij zijn aanvraag vermeld dat de opleiding zou beginnen per 7 januari 2017, terwijl hij het certificaat van die opleiding toen al had behaald. Daardoor heeft het Uwv ten onrechte de scholingsvoucher toegekend, terwijl appellant wist of behoorde te weten dat dit onjuist was. Dit betekent dat het Uwv op grond van artikel 4:49, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb bevoegd was de subsidie in te trekken. Partijen verschillen van mening over de vraag of het Uwv in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. Beleidsnotitie Herziening en terugvordering scholingsvoucher van 4 maart 2019. Gelet op de omstandigheden wordt geoordeeld dat het Uwv in redelijkheid tot intrekking van de subsidievaststelling heeft kunnen besluiten. Uit artikel 4:57 van de Awb volgt echter dat sprake is van een discretionaire bevoegdheid tot terugvordering. De rechtbank heeft dit niet onderkend. Ook het Uwv heeft zich eerst in verweer in het hoger beroep op het standpunt gesteld dat bij een terugvordering als hier aan de orde, sprake is van een discretionaire bevoegdheid, waardoor op grond van artikel 3:4, eerste lid, van de Awb de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen moeten worden afgewogen. Gelet op wat hiervoor is overwogen, kleeft aan het bestreden besluit een motiveringsgebrek. Aanleiding bestaat om dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Awb te passeren, omdat aannemelijk is dat appellant hierdoor niet is benadeeld. In de hoger beroepsprocedure heeft het Uwv nader uiteengezet dat in de Beleidsnotitie is verwoord in welke gevallen van terugvordering wordt afgezien. Appellant voldoet niet aan deze criteria. Verder is het Uwv niet gebleken dat appellant als gevolg van de terugvordering in onoverkomelijke problemen is komen te verkeren. Appellant heeft dit niet betwist. Uit de door appellant ter zitting gegeven beschrijving van de gang van zaken rond de aanvraag, volgt dat deze in overwegende mate werd geregeld door zijn werkgever. Appellant is echter zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de aanvraag. Voor zover de werkgever daarbij fouten heeft gemaakt, kan appellant zich daarvoor tot zijn werkgever wenden. Appellant heeft niet onderbouwd dat deze collegas in dezelfde positie verkeerden als hij. Ook overigens zijn door appellant geen bijzondere omstandigheden aangevoerd op grond waarvan het Uwv van de terugvordering zou moeten afzien. Dit betekent dat het Uwv in redelijkheid kon overgaan tot rugvordering van de aan appellant verleende subsidie. Uit de overwegingen volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak, met verbetering van gronden, zal worden bevestigd.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2814
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 11-11-2021
CiteertitelJB 2022/18
SamenvattingNiet verschoonbare termijnoverschrijding, Geen discretionaire bevoegdheid om af te zien van niet-ontvankelijkheid.
Samenvatting (Bron)Bezwaar niet-ontvankelijk omdat het bezwaar niet tijdig is ingediend en deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Geen beroep op het vertrouwensbeginsel.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:2826
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 08-11-2021
CiteertitelJB 2022/19
SamenvattingVerzoek om voorlopige voorziening, Belangenafweging door voorzieningenrechter.
Samenvatting (Bron)Besmetverklaring salmonella enteritidis legkippen verificatietest bevestigingsonderzoek kruisbesmetting
UitspraakECLI:NL:CBB:2021:982
Artikel aanvragenVia Praktizijn