Rubriek | Hof van Justitie van de Europese Unie |
---|---|
Titel | HvJ EU 17-03-2021, C-64/20 |
Citeertitel | AB 2022/80 |
Samenvatting | Voorrang van het unierecht. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 maart 2021 |
Annotator | M.J.M. Verhoeven |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2021:207 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Hoge Raad |
---|---|
Titel | Hoge Raad 18-06-2021 |
Citeertitel | AB 2022/81 |
Samenvatting | Vereenvoudigde afdoening. Het door de rechter afzien van een zitting is niet in strijd met het Unierecht of het EVRM. |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht; art. 8:54 en art. 8:55 Awb; art. 47 Handvest en art. 6 EVRM; mogelijkheid voor de bestuursrechter om uitspraak te doen zonder de belanghebbende op een zitting te horen; effectieve rechterlijke bescherming van de rechten van verdediging. |
Annotator | R. Stijnen |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2021:966 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 26-01-2022 |
Citeertitel | AB 2022/82 |
Samenvatting | Ontpoldering Hedwigepolder. Reikwijdte Wob-verzoek. Gebruik meer zoektermen. Schade buitenlandse betrekkingen met Vlaanderen. STAB-verslag vertrouwelijk. Onevenredige benadeling. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 23 mei 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur deels afgewezen. [appellant] heeft verzocht om openbaarmaking van alle correspondentie en gemaakte afspraken tussen de Belgische staat, dan wel het Vlaams Gewest en de Nederlandse Staat aangaande het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium, de uitvoering van het Verdrag en de verwerving en ontpoldering van de Hedwigepolder door de Nederlandse Staat, alsmede alle beschikbare documenten met betrekking tot die correspondentie en afspraken. In de inventarisatielijsten bij het besluit van 25 september 2018 heeft de minister zevenenzestig documenten opgenomen die onder de reikwijdte van het Wob-verzoek vallen. Volgens de minister berusten er bij hem niet meer documenten. |
Annotator | P.J. Stolk |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:240 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 16-12-2021 |
Citeertitel | AB 2022/83 |
Samenvatting | Het wederzijds vertrouwen ten aanzien van Bulgarije voor wat betreft de Dublinoverdracht van Bulgaarse statushouders blijft gehandhaafd ondanks een motiveringsgebrek. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluiten van 6 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. |
Annotator | L. Hillary |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:2857 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 17-11-2021 |
Citeertitel | AB 2022/84 |
Samenvatting | Algemeenverbindendverklaring. Ontheffing. Afvalbeheersbijdrage. Zelfregulering. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 7 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat geweigerd aan [appellante] krachtens artikel 15.38 van de Wet milieubeheer ontheffing te verlenen van de bij besluit van 29 juni 2015 algemeen verbindend verklaarde "Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor autobanden". [appellante] heeft een groothandel in aanhangwagenonderdelen en is importeur van (cover)banden voor aanhangwagens. [appellante] is geen partij bij de overeenkomst en is geen lid van de Vereniging BEM. Voor de afzet van de aanhangwagenbanden moet zij op grond van artikel 2.3, aanhef en onder d, van de overeenkomst een afvalbeheersbijdrage van 1,50 per autoband betalen. Aan haar verzoek om ontheffing daarvan heeft zij, kort weergegeven, ten grondslag gelegd dat haar eigen afvalbeheersysteem ten minste gelijkwaardig is aan het systeem van de overeenkomst. De staatssecretaris heeft de ontheffing geweigerd. |
Annotator | L.R.M.A. Beurskens |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:2587 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 03-11-2021 |
Citeertitel | AB 2022/85 |
Samenvatting | Inclusief vertrouwensbeginsel, met dispositie; (uitdrukkelijk) voorbehoud; dienende overheid. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 20 juli 2018 hebben gedeputeerde staten van Overijssel aan de maatschap, op grond van (paragraaf 9.4 van) het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017, een subsidie verleend van 221.476,62 voor het verplaatsen van haar landbouwbedrijfsgebouw(en) en dit bedrag tegelijkertijd (ongewijzigd) vastgesteld. De maatschap exploiteerde een melkveebedrijf aan de [locatie 1] in Mariënheem, gemeente Raalte. Dit bedrijf, waar ongeveer 340 melkkoeien met bijbehorend jongvee werden gehouden, was gelegen op slechts 550 meter van het Natura 2000-gebied Boetelerveld en op 200 meter van de rondom dat natuurgebied te realiseren bufferzone. Op 4 april 2016 is een zogeheten overeenkomst inzake bedrijfsverplaatsing tot stand gekomen tussen de maatschap en de provincie Overijssel. Daarbij zijn door de maatschap (onder andere) een aantal nabij het Boetelerveld gelegen cultuurgronden, die gebruikt werden voor de exploitatie van het bedrijf, aan de provincie Overijssel verkocht. |
Annotator | L.J.A. Damen |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:2441 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 01-09-2021 |
Citeertitel | AB 2022/86 |
Samenvatting | Natuurvergunning biowarmtecentrale van GS; B&W geen belanghebbende; geen afd. 3.4 Awb na vernietiging. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 6 mei 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming verleend aan SVP Productie B.V. voor het oprichten van een biowarmtecentrale aan de Visserijweg 51 in Purmerend. SVP levert stadsverwarming aan de bewoners en bedrijven van Purmerend vanaf drie productie-installaties, te weten de biowarmtecentrale "De Purmer" aan Contact 1a en twee gasgestookte hulpwarmtecentrales aan de Waterlandlaan 111 en Verbindingsweg 1 in Purmerend. Om meer warmte te kunnen leveren aan het stadsverwarmingsnet van Purmerend, beoogt SVP de nieuwe centrale op het bedrijventerrein "Baanstee Noord" aan de Visserijweg 51 in Purmerend op te richten en in gebruik te nemen. De centrale zal gebruik maken van een stookinstallatie gestookt op schone houtsnippers. |
Annotator | T. Groot |
Link | Volledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:1938 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 09-06-2021 |
Citeertitel | AB 2022/87 |
Samenvatting | Gezien gerechtvaardigde verwachtingen leiden bijzondere omstandigheden tot het afzien van de inning van een dwangsom. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland aan de maatschap een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat zij de baggerwerkzaamheden aan de Oostbroekwetering ter hoogte van haar perceel dient te gedogen. De maatschap exploiteert een melkveehouderij op het perceel aan de [locatie] te Zoeterwoude. Het perceel van de maatschap grenst aan de Oostbroekwetering, een hoofdwatergang in de Oostbroekpolder. Het college heeft toegelicht dat eens in de zoveel tijd de primaire watergangen worden gebaggerd. Baggeren verbetert de doorstroming en beperkt daarmee de kans op wateroverlast. In 2017 heeft het college aan de maatschap medegedeeld dat het voornemens is te baggeren in de Oostbroekwetering en in verband met de baggerwerkzaamheden gebruik moet worden gemaakt van het perceel. Het college heeft de maatschap meermalen verzocht hieraan medewerking te verlenen. |
Annotator | L.J.A. Damen |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:1223 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 28-04-2021 |
Citeertitel | AB 2022/88 |
Samenvatting | Een beroep van de minister op de verschoningsgrond uit artikel 68 Gw staat niet in de weg aan toepassing van de Wob door een ander bestuursorgaan. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 17 december 2015 heeft de korpschef van politie een besluit genomen op een verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij brieven van 6 oktober 2015 heeft [verzoeker] met een beroep op de Wob verzocht om openbaarmaking van informatie in diverse documenten over de bedrijven [bedrijf A] en [bedrijf B]. In de verzoeken vermeldt [verzoeker] onder meer als voorbeelden van documenten onderzoeken, evaluaties, rapportages, overzichten, notulen, beleidsdocumenten, meldingen en mutaties. Bij besluiten van 17 december 2015 en 6 juli 2016 heeft de korpschef de verzoeken afgewezen. De rechtbank heeft overwogen dat het niet evident is dat in alle verzochte documenten informatie staat over de functionaliteit van technische hulpmiddelen. Ook is het niet evident dat het om bedrijfs- en fabricagegegevens gaat die vertrouwelijk aan de politie zijn medegedeeld. |
Annotator | A. Drahmann |
Link | Volledige tekst annotatie (Universiteitleiden.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:911 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 21-12-2021 |
Citeertitel | AB 2022/89 |
Samenvatting | Begrip "dringende redenen" in de betekenis van art. 16 Pw enerzijds en art. 49 Pw anderzijds. Verband met de aanvraagprocedure. |
Samenvatting (Bron) | Afwijzingen van aanvragen om bijzondere bijstand. Geen ontheffing van het doen van aanvragen. Zitting via videobellen. Niet is gebleken dat appellant niet in staat is om zijn wil kenbaar te maken en schriftelijke aanvragen in te dienen, of zich daarbij door een ander te laten bijstaan. Als al sprake zou zijn van een acute noodsituatie in een concreet geval, dan is niet aannemelijk dat die noodsituatie op geen andere wijze is te verhelpen dan door verlening van bijzondere bijstand. De aangewezen weg voor appellant lijkt te zijn om na al die jaren van te duur wonen, goedkoper te gaan wonen. Niet is gebleken dat appellant met de zitting via videobellen in zijn belang is geschaad. |
Annotator | C.W.C.A. Bruggeman |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2021:3278 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |