EHRC Updates

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift EHRC Updates
Datum 10-05-2022
Aflevering 9
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 28-04-2022, 78836/16
CiteertitelEHRC 2022/127
SamenvattingIn 1995 zijn veel mensen omgekomen tijdens een in Kroatië uitgevoerde militaire operatie. Nabestaanden van een van de overledenen, die in 2003 is geïdentificeerd, hebben in 2005 geprobeerd de staat aansprakelijk te stellen, maar hun zaak is verjaard verklaard. Daarbij zijn klagers veroordeeld in de kosten van het geding. Het EHRM acht dat laatste onredelijk en strijdig met art. 1 EP. Er kon in dit geval een redelijk vermoeden van oorlogsmisdaden en ernstige mensenrechtenschendingen bestaan, waarbij met verjaring soepeler moet worden omgegaan. Bovendien was de kostenvergoeding onevenredig hoog en bemoeilijkte die de toegang tot een effectief rechtsmiddel. (Bursać e.a. t. Kroatië)
AnnotatorF. Fernhout
LinkVolledige tekst annotatie (ehrc-updates.nl)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2022:0428JUD007883616
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 28-04-2022, 83700/17
CiteertitelEHRC 2022/132
SamenvattingWang heeft in verband met verdenking van illegale medische praktijken ingestemd met een vrijwillig politieverhoor. Daarbij beschikte zij niet over een tolk of advocaat en is zij niet op haar zwijgrecht gewezen. De afgelegde verklaringen vormden later de basis voor een veroordeling. Het EHRM overweegt dat de Franse wetgeving inmiddels is aangepast, maar dat die aanvankelijk bij vrijwillige verhoren veel minder waarborgen bood dan bij verhoren na aanhouding. In dit geval leverde dat een oneerlijk proces op, in strijd met art. 6 EVRM. In parallelzaak Dubois t. Frankrijk (nr. 83700/17) acht het Hof de procedure als geheel niet oneerlijk. (Wang t. Frankrijk)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2022:0428JUD008370017
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 26-04-2022, 29836/20
CiteertitelEHRC 2022/129
SamenvattingEen Pakistaanse vluchteling heeft in Zwitserland asiel aangevraagd, maar zijn asielverzoek is afgewezen. Tijdens de behandeling van het asielverzoek heeft hij zich bekeerd tot het christendom; de nationale rechter achtte die bekering geloofwaardig, maar zag daarin geen reden waarom klager niet kon worden uitgezet naar Pakistan. Het EHRM oordeelt dat de Zwitserse rechter daarbij onvoldoende precies heeft gekeken naar de risico’s die bekeerde christenen lopen bij terugkeer naar Pakistan, en naar de individuele risico’s die deze specifieke vluchteling zou lopen. Uitzetting is zonder dat nadere onderzoek in strijd met art. 2 en 3 EVRM. (M.A.M. t. Zwitserland)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2022:0426JUD002983620
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 26-04-2022, 37713/18
CiteertitelEHRC 2022/130
SamenvattingIn 2016 werd in het kader van de Oostenrijkse presidentsverkiezingen een foto uit 1987 gepubliceerd waarin de kantoorchef van de FPÖ-kandidaat zich bevond in het gezelschap van een aantal (veroordeelde) neonazi’s, waaronder H.S. De laatste procedeerde daarover, nu zijn veroordeling tot neonazisme alweer uit 1995 stamde en hij daarmee niet meer wilde worden geïdentificeerd. De nationale rechter stelde hem in het gelijk, net als het EHRM. Het Hof overweegt daarbij onder meer dat voor H.S. de foto geen politieke waarde had, dat H.S. geen publiek figuur was, en dat het tijdverloop sinds de veroordeling een belangrijke factor is. (Mediengruppe Österreich GmbH t. Oostenrijk)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2022:0426JUD003771318
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 12-04-2022, 15136/20
CiteertitelEHRC 2022/128
SamenvattingEen Deense arts en euthanasievoorvechter heeft een gids op internet gepubliceerd waarin hij methoden voor zelfdoding uitlegt. Daarnaast heeft hij in ieder geval in drie gevallen individueel advies en medicatie aan mensen verstrekt om zelfmoord te kunnen plegen. Daarvoor is hij strafrechtelijk veroordeeld wegens hulp bij zelfdoding. Het EHRM aanvaardt dat daardoor een inbreuk op zijn uitingsvrijheid is gemaakt. Gelet op de ruime margin of appreciation bij dit onderwerp, en nu de veroordeling primair was ingegeven door het individuele advies en niet door de gids, acht het Hof de inbreuk aanvaardbaar onder art. 10 EVRM. (Lings t. Denemarken)
AnnotatorA.C. Hendriks
LinkVolledige tekst annotatie (ehrc-updates.nl)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2022:0412JUD001513620
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHof van Justitie van de Europese Unie
TitelHvJ EU 26-04-2022, C-401/19
CiteertitelEHRC 2022/131
SamenvattingPolen heeft het HvJ EU verzocht om nietigverklaring van een aansprakelijkheidsmechanisme voor aanbieders van platformen die het voor gebruikers mogelijk maken om video’s, bestanden etc. online te delen. Volgens Polen is het mechanisme in strijd met het door art. 11 lid 1 Hv beschermde recht op vrijheid van meningsuiting voor zover het de aanbieders er feitelijk toe dwingt om – via filtering – voorafgaand toezicht op uitingen te houden. Het HvJ ziet hierin inderdaad een risico voor de uitingsvrijheid, maar acht dit voldoende gerechtvaardigd door het belang van bescherming van intellectuele-eigendomsrechten. Bovendien is het mechanisme met veel procedurele waarborgen omkleed.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Grote kamer) van 26 april 2022.#Republiek Polen tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie.#Beroep tot nietigverklaring - Richtlijn (EU) 2019/790 - Artikel 17, lid 4, onder b) en onder c), in fine - Artikel 11 en artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Vrijheid van meningsuiting en van informatie - Bescherming van intellectuele eigendom - Verplichtingen die worden opgelegd aan aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content - Voorafgaande automatische controle (filteren) van content die door gebruikers online wordt geplaatst.#Zaak C-401/19.
UitspraakECLI:EU:C:2022:297
Artikel aanvragenVia Praktizijn