Gezondheidszorg Jurisprudentie

Uitgever Sdu
Tijdschrift Gezondheidszorg Jurisprudentie
Datum 15-06-2022
Aflevering 4
RubriekGerechtshoven
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 05-04-2022
CiteertitelGJ 2022/53
SamenvattingNetvliesoperatie, Implantaat, State of the art, Ziekenhuis niet aansprakelijk.
Samenvatting (Bron)Vervolg op: ECLI:NL:HR:2020:1082. Verdeling stelplicht en omvang van de rechtsstrijd na cassatie en verwijzing. De patiënt heeft voor én na verwijzing onvoldoende (nieuwe) stellingen ingenomen om – tegenover de gemotiveerde betwisting van het ziekenhuis – te kunnen oordelen dat de Miragelplombe in juli 1992 niet (langer) “state of the art” was bij gebruik als extrascleraal implantaat. Het ziekenhuis is daarom niet aansprakelijk.
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2022:1080
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbank
TitelRechtbank Amsterdam 30-03-2022
CiteertitelGJ 2022/54
SamenvattingVaccinatie, Corona, Belang minderjarige, Noodzaak, Vervangende toestemming.
Samenvatting (Bron)Kort geding. Vervangende toestemming aan vader voor het laten vaccineren van de vijfjarige zoon van partijen tegen het coronavirus wordt geweigerd.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2022:1761
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekGeschillencommissie Zorg
TitelGeschillencommissie Zorg 30-11-2021, 94661/115196
CiteertitelGJ 2022/55
SamenvattingCorona-uitbraak, Kwaliteit van zorgverlening, (On)zorgvuldigheid, Bezoekverbod tijdens ziekte, Ontoereikende bescherming tijdens corona-uitbraak, Bejegening en inschatting medische situatie, Communicatie met familie, Contact met journalist.
LinkVolledige tekst uitspraak (degeschillencommissiezorg.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 30-03-2022, C2020.279
CiteertitelGJ 2022/56
SamenvattingPlastisch chirurg, Informatie over mogelijke complicaties, Onderkenning aandoening, Geen of onvoldoende medische zorg, Onzorgvuldig en/of onhygiënisch handelen, Communicatie en bejegening, Verslaglegging in medisch dossier.
UitspraakECLI:NL:TGZCTG:2022:57
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 30-03-2022, C2021/1008
CiteertitelGJ 2022/57
SamenvattingNeuroloog, Onvoldoende lichamelijk onderzoek, Verkeerde diagnose, Onjuiste behandeling, Afstemming tussen afdelingen, Invulling rol als supervisor tevens hoofd/regiebehandelaar.
UitspraakECLI:NL:TGZCTG:2022:61
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 13-04-2022, C2021.038
CiteertitelGJ 2022/58
SamenvattingBedrijfsarts, Praktijkruimte, Arbeidsconflict, Beroepsgeheim, Nieuw klachtonderdeel, Aanpassing dossier, Valsheid in geschrifte, Geringe ernst.
UitspraakECLI:NL:TGZCTG:2022:83
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 13-04-2022, C2021.063
CiteertitelGJ 2022/59
SamenvattingPatiënt, Bacteriële meningitis, Lumbaalpunctie, Visite, Verantwoordelijkheid, Superviserende rol, Keuze, Verdedigbaar, Ongegrond.
UitspraakECLI:NL:TGZCTG:2022:80
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 13-04-2022, C2021/1083
CiteertitelGJ 2022/60
SamenvattingWilsonbekwaam, Overleden patiënt, Klachtgerechtigdheid, Nabestaande, Brief mentor, Niet voortzetten tuchtprocedure, Niet-ontvankelijk, Bijzondere omstandigheden, Veronderstelde wil.
UitspraakECLI:NL:TGZCTG:2022:74
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
TitelRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 22-03-2022 , A2022/3239
CiteertitelGJ 2022/61
SamenvattingBedrijfsarts, Second opinion, Onheuse behandeling, Geen reflectie, Berisping.
UitspraakECLI:NL:TGZRAMS:2022:31
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 30-03-2022, D2021/2045-2021-042
CiteertitelGJ 2022/62
SamenvattingBedrijfsarts, Arbeidsgeschiktheid, Verzuimbegeleiding, Nazorg, Gegrond, Schorsing.
UitspraakECLI:NL:TGZRSGR:2022:52
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 29-03-2022, Z2021/3047
CiteertitelGJ 2022/63
SamenvattingVerpleegkundige, Klacht IGJ, Verantwoordelijkheid als zorgprofessional, Financiële gunsten, Vriendschap, Wilsbekwaam, Ongegrond.
UitspraakECLI:NL:TGZRZWO:2022:32,
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEHRM
TitelEHRM, 12-04-2022, 15136/20
CiteertitelGJ 2022/64
SamenvattingHulp bij zelfdoding, Betrokkenheid bij drie gevallen van zelfdoding, Strafrechtelijke veroordeling, Geen schending van vrijheid van meningsuiting, Zelfdoding is geen recht.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:CE:ECHR:2022:0412JUD001513620
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekScheidsgerecht Gezondheidszorg
TitelScheidsgerecht Gezondheidszorg 07-02-2022, KG 21/15
CiteertitelGJ 2022/65
SamenvattingMaatschap van vrijgevestigde medisch specialisten, Non-concurrentiebeding, Geografische beperking adherentiegebied.
LinkVolledige tekst uitspraak (scheidsgerechtgezondheidszorg.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekGerechtshoven
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15-02-2022
CiteertitelGJ 2022/66
SamenvattingAanvullende verzekering, VGZ, Hoger beroep, Kort geding, Vergoeding steunzolen, Kosten moeten worden vergoed, Schakeljurisprudentie.
Samenvatting (Bron)Zorgverzekering. Aanvullende verzekering. VGZ heeft in 2020 besloten de kosten van levering van steunzolen door registerpodologen en podoposturaal therapeuten niet langer meer te vergoeden onder haar aanvullende verzekering. LOOP, de beroepsvereniging van registerpodologen, vordert in dit kort geding een gebod aan VGZ de kosten van levering van steunzolen te blijven vergoeden. Net als de rechtbank oordeelt het hof dat VGZ onrechtmatig handelt door deze kosten niet te vergoeden en bevestigt hij het gebod om de kosten te blijven vergoeden. Aan de hand van de schakeljurisprudentie (o.m. HR 14 juli 2017 ECLI:NL:HR:2017:1355) oordeelt het hof dat VGZ redelijke gronden moet hebben om de vergoeding van de kosten van steunzolen te beëindigen. VGZ verdedigt op basis van een document van de beroepsvereniging van podotherapeuten dat het niveau van zorgverlening door registerpodologen van mindere kwaliteit is dan die van podotherapeuten. De door VGZ aangevoerde argumenten zijn echter onjuist of niet overtuigend, zodat er geen redelijke gronden zijn om de vergoeding te staken.
AnnotatorG.R.J. de Groot
UitspraakECLI:NL:GHARL:2022:1140
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 31-03-2022
CiteertitelGJ 2022/66
SamenvattingVoorlopige voorziening, APG-vergunning, Geneesmiddelenvoorziening, Apotheekhoudend huisarts.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 mei 2020 heeft de minister voor Medische Zorg aan [verzoeker] een vergunning verleend voor het bereiden en ter hand stellen van geneesmiddelen aan patiënten van zijn huisartsenpraktijk in een nader geduid gebied. [verzoeker] is sinds juli 2015 huisarts in Rouveen. In Rouveen is geen apotheker gevestigd. Bij besluit van 6 november 2020 heeft de minister het besluit van 19 mei 2020 gehandhaafd en het bezwaar van Apotheek De Veenhorst ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak geoordeeld dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat vergunningverlening voor het aangevraagde gebied in het belang is van de geneesmiddelenvoorziening, nu de minister uitsluitend de bereikbaarheid van de dichtstbijzijnde apotheek heeft betrokken bij de beoordeling van dat belang.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:926
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbank
TitelRechtbank Amsterdam 30-03-2022
CiteertitelGJ 2022/67
SamenvattingZorgverzekeringswet, Verzekerde prestatie, Basispakket, Hooggebergtebehandeling, Refractaire astma, Meerwaarde, Relatieve effectiviteit, Standpunt, Onrechtmatig, Onvoldoende onderbouwd, Onjuist.
Samenvatting (Bron)Standpunt Zorginstituut Nederland. Voldoet hooggebergtebehandeling aan stand van de wetenschap en praktijk? Gevolgen voor vergoeding via Zorgverzekeringswet. Standpunt is zorgvuldig tot stand gekomen. Geen onrechtmatig handelen Zorginstituut.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2022:1688
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 15-03-2022
CiteertitelGJ 2022/69
SamenvattingNZa, AMM-besluit, Aanmerkelijke marktmacht, Compenserende afnemersmacht.
Samenvatting (Bron)Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 47 en 48 Marktanalysebesluit gericht aan een zorgaanbieder. Bij het marktanalysebesluit is aan de zorgaanbieder een transparantieverplichting en een contracteerverplichting opgelegd omdat de zorgaanbieder volgens de NZa op een aantal relevante markten over aanmerkelijke marktmacht (AMM) beschikt waardoor sprake is van (potentiële) mededingingsproblemen. Het College komt tot het oordeel dat de zorgaanbieder over AMM beschikt. Er is geen sprake van een zodanige afnemersmacht bij de zorgverzekeraars dat de marktmacht van de zorgaanbieder daardoor wordt gecompenseerd. Er is sprake van (potentiële) mededingingsproblemen. Aangezien de opgelegde verplichtingen geschikt zijn om de door de NZa geconstateerde mededingingsproblemen (uitbuiting) op te lossen, de oplossing daarvan noodzakelijk is om zorgverzekeraars hun door de wetgever beoogde rol in het zorgstelsel waar te laten maken, gekozen is voor de lichtst mogelijke middelen en deze niet tot disproportioneel nadeel voor de zorgaanbieder leiden, voldoet het bestreden besluit aan het evenredigheidsbeginsel zoals gecodificeerd in artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
AnnotatorJ.J. Rijken
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:113
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbank
TitelRechtbank Midden-Nederland 17-03-2022
CiteertitelGJ 2022/70
SamenvattingIntrekking erkenning orgaanbank, Zorgvuldigheid inspectie(rapport), Kwalificatie van rapport, Inschakeling deskundige, Kwaliteitseisen in wet- en regelgeving, (Kritische) tekortkomingen.
Samenvatting (Bron)Verweerder heeft de erkenning als orgaanbank van de Stamcelbank ingetrokken, omdat de veiligheid en de kwaliteit van de opgeslagen cellen niet langer gegarandeerd kan worden. De rechtbank oordeelt dat deze intrekking rechtmatig is. Verweerder heeft zich gebaseerd op een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Dit rapport is weliswaar geen rapport van een extern deskundige, maar er wordt wel veel waarde aan gehecht, omdat het afkomstig is van een toezichthouder. Het rapport is anders dan de Stamcelbank betoogt niet vooringenomen en ook niet onzorgvuldig tot stand gekomen. Verweerder mocht zich er dus op baseren. De Stamcelbank vindt dat de wet- en regelgeving die voor haar als orgaanbank geldt, haar niet bekend kon zijn, omdat verweerder hierover niet heeft gecommuniceerd en het om open normen gaat. Daarbij vindt zij ook relevant dat zij maar beperkte werkzaamheden verricht met het oog op het bewaren van stamcellen en dat zij een autologe orgaanbank is; de donor van de stamcellen is ook de uiteindelijke ontvanger van het materiaal. Dit maakt volgens haar dat de open normen uit de verschillende Europese Richtlijnen voor haar anders moeten worden uitgelegd dan bij allogene toepassing. De rechtbank oordeelt echter dat de wet- en regelgeving geen onderscheid maakt in de kwaliteitseisen die gelden voor autologe en allogene toepassing en dat de Stamcelbank dus aan alle kwaliteitseisen moet voldoen. Zij moet gedurende het hele proces van in ontvangst nemen, bewerken, bewaren en distribueren de veiligheid en kwaliteit van het lichaamsmateriaal borgen. Uit het rapport van de Inspectie blijkt echter dat de Stamcelbank zich niet aan de voor haar geldende regels heeft gehouden. Er zijn meerdere tekortkomingen vastgesteld, waaronder drie kritische. De eerste kritische tekortkoming gaat over de veiligheid en kwaliteit van de stamcellen en bevat acht subcategorieën met daaronder 31 tekortkomingen. Er zijn tientallen gebreken in de borging van de kwaliteit en veiligheid van de stamcellen geconstateerd, waaronder het niet voldoende steriel werken, het niet tellen van cellen en het niet voldoende uitsluiten van het risico op verwisseling. Daarnaast voert de Stamcelbank handelingen uit waarvoor geen erkenning is afgegeven en vervoerde het bedrijf stamcellen van vóór 2014, terwijl dat niet mocht. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat de door de Inspectie genoemde tekortkomingen ook daadwerkelijk tekortkomingen zijn. Zij volgt verweerder ook in zijn standpunt dat het om kritische tekortkomingen gaat, omdat wat is geconstateerd rechtstreeks effect kan hebben op de veiligheid en kwaliteit van het lichaamsmateriaal en dus effect kan hebben op de volksgezondheid. Verweerder mocht daarom in beginsel de erkenning intrekken. De rechtbank heeft verder beoordeeld of de intrekking evenredig is. Daarbij heeft zij betrokken dat er zeer veel tekortkomingen zijn vastgesteld, dat de inspectiegeschiedenis van de Stamcelbank laat zien dat er al lange tijd problemen zijn ten aanzien van de kwaliteit en veiligheid van het materiaal en dat er mede daardoor geen vertrouwen is in de verbeterkracht van de Stamcelbank. De intrekking van de gehele erkenning maakt dat de Stamcelbank haar activiteiten moet staken en dat ook al het opgeslagen materiaal niet meer bruikbaar is. De rechtbank heeft beoordeeld of in het belang van de ouders voor een lichter middel gekozen kon worden, maar heeft daar geen aanleiding voor gezien. De ouders hebben er namelijk alle belang bij dat de veiligheid en kwaliteit van de stamcellen van hun kinderen geborgd is en dat zij niet over tientallen jaren pas ontdekken dat dit niet het geval is. Het beroep van de Stamcelbank is daarom ongegrond.
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2022:996
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekGovernancecommissie Gezondheidszorg
TitelGovernancecommissie Gezondheidszorg 24-01-2022, GC 21/01
CiteertitelGJ 2022/71
SamenvattingBenoeming voormalig lid raad van toezicht tot bestuurder van de zorgorganisatie, Strijd met Governancecode Zorg.
AnnotatorM. de Jong
LinkVolledige tekst uitspraak (scheidsgerechtgezondheidszorg.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn