Gemeentestem

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Gemeentestem
Datum 26-07-2022
Aflevering 7542
RubriekRedactioneel
TitelGeheimhouding in het presidium?
CiteertitelGst. 2022/60
SamenvattingHet voorstel Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur (Kamerstukken 35546) dat nu bij de Eerste Kamer ligt, wijzigt de regels over geheimhouding. Onder andere komt de mogelijkheid van selectieve geheimhouding te vervallen. Geheimhouding geldt voor allen of voor niemand, zoals ook de gevraagde informatie zelf naar allen of naar niemand gaat, zo is de grondgedachte. Op zichzelf een verbetering, die de regels over geheimhouding beter laat aansluiten bij de regeling van het inlichtingenrecht (art. 169 lid 3 Gemw). Dat inlichtingenrecht komt immers aan alle leden individueel toe, en de gevraagde inlichtingen worden aan de gehele raad gegeven, zonder onderscheid.
Auteur(s)S.A.J. Munneke
LinkMeer over dit wetsvoorstel (eerstekamer.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelGemeentelijke teeltverboden
CiteertitelGst. 2022/61
SamenvattingDure leerboeken, saaie teksten en extra lesuren, maar soms leerde je ook wel wat nuttigs op het gymnasium. Wat dacht u van deze oneliner van Horatius: naturam expellas furca, tamen usque recurret. Verdrijf de natuur met de landbouw (letterlijk staat er zoiets als: met de hooivork), toch komt ze steeds weer terug. Klopt misschien voor het onkruid in uw moestuin, maar geldt niet voor de gangbare landbouw in Nederland. De natuur die zij verdreven heeft, komt niet terug. Tenzij we die landbouw gaan verduurzamen. Steeds meer gemeenten komen op de Wageningse campus langs met de vraag hoe zij een bijdrage aan die landbouwtransitie kunnen leveren. Met name ook rond natuurgebieden. Minder bestrijdingsmiddelen en minder mest rond hun bossen en andere kwetsbare natuur.
Auteur(s)F.H. Kistenkas
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe gebodsbepaling als ‘onvoorwaardelijke verplichting’ in het omgevingsplan
CiteertitelGst. 2022/62
SamenvattingArtikel 4.1, eerste lid Omgevingswet bepaalt dat in een omgevingsplan regels kunnen worden gesteld met het oog op de doelen van de wet en over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Eerder is de veronderstelling al uitgesproken dat de opdracht die de wetgever in het geldende artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening ten aanzien van het bestemmingsplan bepaalt, niet dezelfde is als in artikel 4.1 Omgevingswet. Zo wordt aangenomen dat de regels als bedoeld in artikel 4.1 Omgevingswet ook een gebod kunnen bevatten.
Auteur(s)C.W.M. van Alphen
LinkMeer over dit wetsvoorstel (eerstekamer.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 24-12-2021
CiteertitelGst. 2022/63
SamenvattingDe wezenlijke kenmerken van een activiteit en inrichting bepalen of een activiteit in een inrichting kan worden aangemerkt als vermakelijkheid. Niet voldoende is dat de consument bij die activiteit amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden.
Samenvatting (Bron)artikel 229, lid 1, letter c, Gemeentewet; vermakelijkhedenretributie; activiteit in een inrichting; uitleg van het begrip 'vermakelijkheid'.
AnnotatorJ.C. Scherff
UitspraakECLI:NL:HR:2021:1846
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 02-03-2022
CiteertitelGst. 2022/64
SamenvattingArt. 2.33 Wabo, intrekking omgevingsvergunning, evenredigheid, belangenafweging. (Bladel)
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 5 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bladel de bij besluit van 22 mei 2008 aan [appellante] verleende vergunning voor de herbouw van een recreatiewoning met bijgebouw op het perceel [locatie] in Bladel ingetrokken. [appellante] was eigenaar van een recreatiewoning op het perceel. Deze woning is door een brand verloren gegaan. Bij besluit van 22 mei 2008 heeft het college aan haar een vergunning krachtens artikel 40 van de Woningwet, nu omgevingsvergunning, verleend voor het herbouwen van een recreatiewoning en een bijgebouw op het perceel. [partij] heeft op 21 september 2017 een verzoek ingediend om de verleende vergunning in te trekken. Naar aanleiding van dit verzoek heeft het college [appellante] op 2 november 2017 laten weten de vergunning op grond van artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te willen intrekken, waarna de vergunning bij besluit van 5 januari 2018 is ingetrokken.
AnnotatorM.H.W. Bodelier
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:641
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 26-01-2022
CiteertitelGst. 2022/65
SamenvattingUitspraak over hoogte tegemoetkoming in de planschade. Geen twijfel over onafhankelijke en onpartijdige advisering. Matiging drempel. (Asten)
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 29 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Asten aan [appellant] een tegemoetkoming in door hem geleden planschade toegekend van 22.750,00. [appellant] was ten tijde van belang eigenaar van het perceel [locatie A] te Asten en de daarop gelegen woonboerderij met bijgebouwen. [appellant] heeft het college verzocht hem tegemoet te komen in planschade die de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Florapark Asten 2013" heeft veroorzaakt. Op grond van dit bestemmingsplan mag ten noorden van het perceel een bedrijventerrein worden gerealiseerd. Onder het eerder geldende bestemmingsplan, "Buitengebied 2008", hadden de gronden ten noorden van het perceel een agrarische bestemming. Volgens [appellant] is het perceel als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Florapark Asten 2013" aanzienlijk in waarde gedaald.
AnnotatorC. Lagerweij
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:251
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 26-01-2022
CiteertitelGst. 2022/66
SamenvattingAlsnog handhaven na eerder een gedoogbeslissing te hebben genomen. (Vijfheerenlanden)
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vijfheerenlanden [appellante] een last onder dwangsom opgelegd in verband met overtredingen van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het perceel [locatie 1] in Hagestein. [appellante] exploiteert op het perceel [locatie 1] en [locatie 2] in Hagestein een [bedrijf]. Op het perceel zijn twee bestemmingsplannen van toepassing, namelijk "Landelijk gebied 2009" en "Dorpen". Bij een controle op 29 maart 2018 zijn op het deel waar het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2009" geldt onder meer opslagmateriaal en bouwwerken aangetroffen wat volgens het college strijdig is met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo en de bestemming "Agrarisch". Het college heeft [appellante] gelast de bouwwerken, de verhardingen, de paardenbakken, de lichtmasten en het opslagmateriaal op de gronden met de bestemming "Agrarisch" te verwijderen.
AnnotatorY. Schönfeld
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:249
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 01-12-2021
CiteertitelGst. 2022/67
SamenvattingHet ingezetenebegrip als eerste stap in de Wmo-beoordeling. (Heerlen)
Samenvatting (Bron)Ingezetene-begrip bij maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid en participatie.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman , H.F. van Rooij
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:3037
Artikel aanvragenVia Praktizijn