AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 22-08-2022
Aflevering 30
RubriekHof van Justitie van de Europese Unie
TitelHvJ EU 22-02-2022, C-300/20
CiteertitelAB 2022/226
SamenvattingHet besluit van de Landkreis Rosenheim inzake het beschermde landschap ‘Inntal Süd’ is géén ‘kaderstellend plan of programma’ als bedoeld in art. 3, leden 2 en 4, SMB-richtlijn.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Grote kamer) van 22 februari 2022.#Bund Naturschutz in Bayern e.V. tegen Landkreis Rosenheim.#Verzoek van Bundesverwaltungsgericht om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Milieu - Richtlijn 2001/42/EG - Beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's - Artikel 2, onder a) - Begrip ,plannen en programma's' - Artikel 3, lid 2, onder a) - Voor bepaalde sectoren opgestelde handelingen tot vaststelling van een kader voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor bepaalde in de bijlagen I en II bij richtlijn 2011/92/EU genoemde projecten - Artikel 3, lid 4 - Handelingen tot vaststelling van een kader voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor projecten - Door een lokale instantie vastgesteld landschapsbeschermingsbesluit.#Zaak C-300/20.
AnnotatorR.H.W. Frins
UitspraakECLI:EU:C:2022:102
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 18-02-2022
CiteertitelAB 2022/227
SamenvattingSubsidieverleningsovereenkomst ongeoorloofd.
Samenvatting (Bron)Subsidierecht. Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in art. 4:36 Awb. Koopovereenkomst. Vordering tot nakoming bij de burgerlijke rechter.
AnnotatorF.J. van Ommeren
UitspraakECLI:NL:HR:2022:275
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 01-06-2022
CiteertitelAB 2022/228
SamenvattingGeen intern beraad, bedrijf behoort niet tot de kring van de overheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 1 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hulst het verzoek van Stichting Schone Polder om openbaarmaking van stukken over het plan Perkpolder op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk toegewezen. SSP heeft het college op grond van de Wob verzocht om openbaarmaking van een tiental categorieën stukken over het plan Perkpolder. Het college heeft een aantal stukken openbaar gemaakt en van een aantal stukken openbaarmaking geweigerd. In beroep bij de rechtbank ging het over de weigering om een vijftal categorieën documenten openbaar te maken. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college openbaarmaking van die documenten terecht heeft geweigerd. In hoger beroep gaat het alleen nog om de weigering om vier categorieën documenten openbaar te maken, namelijk de meest recente conceptplankaart met hoogtelijnen bij het Rapport van Witteveen en Bos ‘Ontwerp drainage golfterrein Perkpolder MDB221-22/17-009.131’ van 27 juni 2017.
AnnotatorP.J. Stolk
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1542
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 13-04-2022
CiteertitelAB 2022/229
SamenvattingHet is onevenredig dat vreemdeling de lening van ongeveer € 10.000 voor zijn inburgeringscursus moet terugbetalen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 8 januari 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellant] een boete opgelegd van € 300,00 en bepaald dat [appellant] de aan hem verstrekte lening moet terugbetalen. Bij brief van 28 september 2015 heeft de minister [appellant] meegedeeld dat hij inburgeringsplichtig is. Zijn inburgeringstermijn is op 11 augustus 2015 gestart en hij had, met twee verlengingen, tot en met 2 november 2018 de tijd om te voldoen aan zijn inburgeringsplicht. Aangezien [appellant] niet voor die datum aan de inburgeringsplicht heeft voldaan, heeft de minister hem bij het hierboven genoemde besluit van 8 januari 2019 een boete opgelegd van € 300,00 en bepaald dat hij de lening voor het volgen van een inburgeringscursus moet terugbetalen. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hem geen verwijt kan worden gemaakt voor het niet tijdig inburgeren.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1079
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 23-02-2022
CiteertitelAB 2022/230
SamenvattingBestuursorgaan dient geanonimiseerde (zwartgelakte) handhavingsbesluiten in om aan te tonen dat het ook tegen anderen handhaaft.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om het gebruik van de woning gelegen aan de [locatie] te Goedereede, in strijd met het bestemmingsplan, te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is eigenaar van de woning gelegen aan de [locatie], te Goedereede. Hij verhuurt de woning sinds 2014 als vakantiewoning. Op het perceel is het bestemmingsplan "Beschermde dorps- en stadsgezichten", vastgesteld op 19 mei 2016, van toepassing en rust de bestemming "Gemengd". Gronden met deze bestemming zijn op grond van artikel 7.1.1 van de planregels bestemd voor ateliers en galeries, kleinschalige bedrijfsactiviteiten, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen, productiegebonden detailhandel en wonen, inclusief beroep en/of bedrijf aan huis (waaronder bed & breakfast).
AnnotatorT.N. Sanders
LinkVolledige tekst annotatie (Handhavingsrecht.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:582
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 22-12-2021
CiteertitelAB 2022/231
SamenvattingVaststaat dat het besluit tot aanwijzing van de Stint als bijzondere brommer onrechtmatig was en niet genomen had mogen worden.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 1 oktober 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de aanwijzing van 14 november 2011 van de Stint als bijzondere bromfiets geschorst. Op 20 september 2018 heeft in Oss een ernstig ongeval met een Stint plaatsgevonden. Naar aanleiding van dit ongeval hebben de politie, het Nederlands Forensisch Instituut en de Inspectie Leefomgeving en Transport op 27 september 2018 een eerste verkennend technisch onderzoek naar de Stint gedaan. Voor dit onderzoek is niet de Stint gebruikt die bij het ongeval betrokken was. Reden hiervoor is dat de NFI dringend heeft geadviseerd deze Stint zo lang mogelijk ongemoeid te laten, omdat alles wat aan die Stint wordt veranderd onomkeerbaar is, hetgeen later mogelijk gevolgen voor het onderzoek naar het ongeval kan hebben. Voor het verkennend onderzoek is daarom gebruik gemaakt van andere Stints. Bij separaat besluit van 5 februari 2019 heeft de minister het aanwijzingsbesluit van 14 november 2011 ingetrokken.
AnnotatorC.N.J. Kortmann
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2899
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 10-11-2021
CiteertitelAB 2022/232
SamenvattingHet college heeft de urgentieverklaring geweigerd omdat appellante niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor urgentie.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. Bij besluit van 18 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] heeft op 3 juni 2020 een urgentieverklaring aangevraagd. Zij woonde toen met twee jonge kinderen in een tijdelijk gehuurde woning en was in verwachting van een derde kind. Omdat zij de woning na afloop van de huurovereenkomst moest verlaten is een ontruimingsprocedure in gang gezet. Het college heeft de urgentieverklaring geweigerd omdat [appellante] niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor urgentie. Na de ongegrondverklaring van het beroep daartegen door de rechtbank is de huurwoning op dezelfde dag ontruimd. Sindsdien hebben [appellante] en haar kinderen geen eigen woning. Zij verblijven via de GGD in een noodopvang.
AnnotatorD.K. Jongkind , A. Drahmann
LinkVolledige tekst annotatie (Universiteitleiden.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2497
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 04-05-2022
CiteertitelAB 2022/233
SamenvattingVerzekeringsarts had zelf lichamelijk onderzoek moeten verrichten.
Samenvatting (Bron)De verzekeringsarts bezwaar en beroep kon niet zonder meer varen op de summier weergegeven observaties van 4 oktober 2019 die hadden plaatsgevonden geruime tijd voor de datum in geding. Dat appellant niet expliciet heeft verzocht om een onderzoek doet hier niet aan af nu een van de bezwaargronden was dat geen onderzoek was verricht door de verzekeringsarts. Gelet op het voorgaande is het achterwege blijven van een spreekuur door de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende gemotiveerd. Vernietiging besluit. Nieuwe beslissing op bezwaar.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:1040
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 12-04-2022
CiteertitelAB 2022/234
SamenvattingStapeling verzoeken om bijzondere bijstand voor kosten griffierechten en BOBOG.
Samenvatting (Bron)Beroep terecht niet-ontvankelijk verklaard. Besluit al genomen. Misbruik van recht. De rechtbank heeft de beroepen van appellant tegen het niet tijdig nemen van besluiten op zijn bezwaarschriften terecht, maar op onjuiste gronden niet-ontvankelijk verklaard. Het dagelijks bestuur heeft al een besluit op de aanvraag genomen voordat appellant het beroep tegen het uitblijven van het besluit op de aanvraag had ingediend. In een andere zaak is het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht. Die zaak gaat over het uitblijven van een besluit over bijzondere bijstand voor de kosten van griffierecht voor een procedure waarvan inmiddels vaststaat dat sprake is van misbruik van recht.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:877
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 12-04-2022
CiteertitelAB 2022/235
SamenvattingStapeling verzoeken om bijzondere bijstand voor kosten griffierechten en BOBOG.
Samenvatting (Bron)Beroepen terecht niet-ontvankelijk verklaard. Met gedrag kenbaar maken langs elektronische weg bereikbaar te zijn. Misbruik van recht. De rechtbank heeft de beroepen van appellant tegen het niet tijdig nemen van besluiten op zijn bezwaarschriften terecht, maar in sommige zaken op onjuiste gronden niet-ontvankelijk verklaard. De kosten waarvoor bijzondere bijstand was gevraagd, deden zich niet (meer) voor of het besluit op het bezwaarschrift was al genomen en op de juiste wijze bekend gemaakt. Appellant heeft met zijn gedrag kenbaar gemaakt langs elektronische weg bereikbaar te zijn, ook voor het ontvangen van besluiten. In een andere zaak is het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht. Die zaak gaat over het uitblijven van een besluit over bijzondere bijstand voor de kosten van griffierecht voor een procedure waarvan inmiddels vaststaat dat sprake is van misbruik van recht.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:878
Artikel aanvragenVia Praktizijn