AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 18-10-2022
Aflevering 38
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 06-09-2022
CiteertitelAB 2022/303
SamenvattingOrdemaatregel om mogelijke vernietiging informatie te voorkomen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 juni 2021 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het verzoek van [verzoeker] van 1 oktober 2020 om openbaarmaking van onder meer de Cycle Threshold-waarden (hierna: CT-waarden) op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. [verzoeker] heeft bij brief van 1 oktober 2020 een Wob-verzoek bij de minister ingediend. Het Wob-verzoek is gericht aan het RIVM. In het verzoek vraagt hij, voor zover in deze voorlopige voorzieningenprocedure van belang, om openbaarmaking van de CT-waarden die bij elke COV-SARS2 bepaling worden gemeten. De CT-waarde is de maat voor het aantal cycli dat nodig is om het genetisch materiaal van een PCR-test waar te nemen. De CT-waarde correleert met de hoeveelheid virus in het monster. De minister heeft het Wob-verzoek afgewezen. Hij heeft gesteld dat hij de verzochte informatie niet heeft.
AnnotatorP.J. Stolk
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2584
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 03-08-2022
CiteertitelAB 2022/304
SamenvattingHet college heeft de aanvraag voor een urgentieverklaring op een tegenstrijdig medisch advies gebaseerd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] is tijdens zijn studie in Leiden ziek geworden en is door zijn ouders in Santpoort-Zuid, gelegen in de gemeente Velsen, opgevangen. Hij is in maart 2018 weer bij zijn ouders gaan wonen. Hij heeft zich per 1 september 2018 bij de universiteit uitgeschreven en op 3 september 2018 heeft hij zich op het adres van zijn ouders ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Daarvoor woonde hij sinds 2010 op kamers in Voorburg. Bij hem is een burn-out, depressiviteit, een angststoornis en Asperger vastgesteld. Vanwege de afhankelijkheid van mantelzorg die hij van zijn ouders ontvangt, heeft hij op 31 augustus 2018 een urgentieverklaring aangevraagd. Het college heeft de aanvraag afgewezen, onder andere omdat er volgens het college een voorliggende voorziening is in de vorm van kamerbewoning of inwoning bij zijn ouders.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2259
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 23-03-2022
CiteertitelAB 2022/305
SamenvattingOmgevingsvergunning zonnepark in buitengebied. Gemeentelijk beleid waarin primair daken zijn aangewezen om zonnepanelen te plaatsen staat hieraan niet in de weg.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Someren een omgevingsvergunning verleend aan Nederland Opgewekt B.V., handelend onder de naam Zonneparken Someren B.V., voor de duur van 25 jaar voor het realiseren van een zonnepark op het perceel Heikantstraat 33a in Someren. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de realisatie van een zonnepark met een oppervlakte van ongeveer 5,6 hectare, waarvan 2,3 hectare aan zonnepanelen, één inkoopstation en één trafohuisje, op voornamelijk landbouwgronden aan de Heikantstraat 33a in Someren. Het plangebied ligt in het buitengebied en betreft de percelen, kadastraal bekend als gemeente Someren, sectie S, nummers 2264, 2286, 2290 en 2292. De maximale instandhoudingstermijn van het zonnepark is 25 jaar. De hoogte van de zonnepanelen is maximaal 1,80 meter. Rondom het terrein wordt beplanting aangelegd en wordt een hekwerk geplaatst.
AnnotatorT. Groot
LinkVolledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:844
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 15-07-2022
CiteertitelAB 2022/306
SamenvattingE-mailbericht van de gemachtigde van het bestuur geen besluit
Samenvatting (Bron)1)De rechtbank heeft zich terecht onbevoegd verklaard. Het e-mailbericht van de gemachtigde van het bestuur is geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Een later e-mailbericht van de gemachtigde van het bestuur is door appellante ten onrechte aangemerkt als een beslissing op haar bezwaarschrift. 2) Kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Dit is de zesde procedure over hetzelfde onderwerp. Dit levert kansloos procederen op, gezien de eerdere procedures bij de Raad en Hoge Raad. Appellante wordt opnieuw te veroordeeld in de kosten.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:1613
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 08-03-2022
CiteertitelAB 2022/307
SamenvattingGeen algemeen verbindend voorschrift maar een concretiserend besluit van algemene strekking.
Samenvatting (Bron)Verzoek van een aantal houders om het rendier (Rangifer tarandus) in bijlage IV als bedoeld in artikel 4.14, eerste lid, van het Besluit houders van dieren (Bhd) aan te wijzen als soort van zoogdieren waarmee deelname aan en vervoer ten behoeve van een circus of een ander optreden is toegestaan. De minister van LNV heeft zich op het standpunt gesteld dat de wet- en regelgeving op het gebied van het houden van dieren ten behoeve van circussen en andere optredens niet voorziet in de bestuursrechtelijke bevoegdheid een zoogdiersoort aan te wijzen als soort die van het verbod van artikel 4.14 van het Bhd is uitgezonderd en dat het verzoek daarom moet worden aangemerkt als een verzoek tot wijziging van een algemeen verbindend voorschrift. Het College is van oordeel dat de minister ten onrechte niet heeft onderkend dat het verzoek ertoe strekt dat op basis van een beoordelingssystematiek en een aanvraagprocedure die voldoen aan de uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) voortvloeiende eisen een concretiserend besluit van algemene strekking wordt genomen. De schriftelijke weigering om een dergelijk besluit te nemen, moet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Nu nog geen beoordeling van de aanvraag heeft plaatsgevonden die beantwoordt aan de uit de rechtspraak van het Hof voortvloeiende eisen, zal de minister alsnog inhoudelijk, en met inachtneming van deze uitspraak, op de aanvraag moeten beslissen. Het College stelt hiervoor een termijn van zes maanden, rekening houdend met de complexiteit van de zaak.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:92
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Oost-Brabant 10-08-2022
CiteertitelAB 2022/308
SamenvattingRechtbank past een combinatie toe van een bestuurlijke en burgerlus.
Samenvatting (Bron)Wet WIA. Weigering LGU. Mondelinge tussenuitspraak. Combinatie van bestuurlijke lus en burgerlus. Het UWV krijgt de gelegenheid om een aantal gebreken in de besluitvorming te repareren, waaronder het ten onrechte afzien van een spreekuurcontact door de verzekeringsarts B&B in de bezwaarfase. Eiseres krijgt de gelegenheid om haar (medische) beroepsgronden nader toe te lichten c.q. te onderbouwen en moet dat doen uiterlijk een week voordat het spreekuurcontact met de verzekeringsarts B&B zal plaatsvinden.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2022:3360
Artikel aanvragenVia Praktizijn