AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 14-11-2022
Aflevering 43
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 14-09-2022
CiteertitelAB 2022/335
SamenvattingVerhoogde CDT-waarde wijst op alcoholgebruik.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen een aanvraag van [wederpartij] tot het verkrijgen van een verklaring van rijgeschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën B en T, afgewezen. [wederpartij] is in 2010 en 2013 onder invloed van alcohol aangehouden waarna aan hem een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA-cursus) is opgelegd. [wederpartij] heeft deze cursus niet gevolgd. Dit heeft er toe geleid dat hij ongeschikt is verklaard voor het besturen van een motorvoertuig. In 2015 is [wederpartij] na een psychiatrisch onderzoek weer rijgeschikt geacht voor de duur van één jaar, zodat na afloop van die termijn zijn rijgeschiktheid opnieuw onderzocht zou kunnen worden. Na het verlopen van die termijn is [wederpartij] echter blijven rijden zonder dat een nieuw onderzoek naar zijn rijgeschiktheid heeft plaatsgevonden. In 2019 is [wederpartij] staande gehouden wegens een verkeersovertreding.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2685
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 15-09-2022
CiteertitelAB 2022/336
SamenvattingHerhaalde asielaanvraag.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard en een verzoek om het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod op te heffen, afgewezen.
AnnotatorM.W. Venderbos
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2699
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 28-09-2022
CiteertitelAB 2022/337
SamenvattingHerhaalde asielaanvraag.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 6 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdelingen komen uit Iran en stellen daar gevaar te lopen als gevolg van hun bekering tot het christendom. In een eerdere procedure hebben zij dit ook gesteld, maar toen vond de staatssecretaris de bekering ongeloofwaardig. De staatssecretaris heeft de huidige, opvolgende aanvraag niet-ontvankelijk verklaard, omdat de overgelegde gegevens onvoldoende concrete aanknopingspunten bieden voor een andere beoordeling. De vreemdelingen betogen echter dat zij veel informatie hebben overgelegd waaruit blijkt dat zij na hun eerdere asielprocedure zijn doorgegaan met het uitoefenen van hun christelijke geloof. Deze uitspraak gaat over de wijze waarop de staatssecretaris asielaanvragen waaraan voortzetting van een eerder ongeloofwaardig geachte bekering ten grondslag is gelegd, onderzoekt en beoordeelt.
AnnotatorM.W. Venderbos
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2713
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekGerechtshoven
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26-07-2022
CiteertitelAB 2022/338
SamenvattingHet gaat in deze zaak om een privaatrechtelijke overeenkomst waarbij een overheidslichaam een aan hem toebehorende zaak wil verkopen. Op grond van artikel 3:14 BW mag een bevoegdheid die krachtens het burgerlijk recht aan een overheidslichaam toekomt niet worden uitgeoefend in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (…). Het gelijkheidsbeginsel strekt in deze context tot het bieden van gelijke kansen aan de omwonenden. De gemeente moest hun daarom ruimte bieden om mee te dingen naar het perceel. De gemeente zou daarbij met inachtneming van de haar toekomende beleidsruimte objectieve, toetsbare en redelijke criteria moeten opstellen aan de hand waarvan de koper zou worden geselecteerd (…). In dit geval mocht ook in de ogen van de gemeente niet bij voorbaat worden aangenomen dat op grond van het besluit uit 1993 alleen naam1 als koper in aanmerking zou komen. De gemeente heeft dat besluit echter wel uitgelegd als een verplichting om met hem in onderhandeling te treden. Die uitleg is begrijpelijk en verdedigbaar, omdat - dat staat vast - de gemeente uit dossieronderzoek was gebleken dat de toezegging om bij de ontwikkeling van het perceel met hem in overleg te treden verband hield met de indertijd bij naam1 bestaande wens tot aankoop van het perceel. Die positie dwong de gemeente weliswaar niet tot de verkoop aan naam1 indien hij de vraagprijs zou bieden, betekenisloos was deze verplichting ook niet. In zoverre was daarom niet sprake van gelijkheid tussen naam1 en de overige omwonenden.
Samenvatting (Bron)Verkoop door de gemeente van een stuk onbebouwde grond. Eiser beroept zich op een overeenkomst die daarover met hem zou zijn gesloten. Hij heeft veroordeling van de gemeente gevorderd tot nakoming van de beweerdelijk met hemzelf gesloten koopovereenkomst, althans tot het alsnog sluiten en nakomen daarvan. Hij heeft uitzicht op het perceel en vreest dat het open karakter daarvan met de verkoop aan een derde verloren gaat. De gemeente heeft de grond echter aan een andere omwonende verkocht.
AnnotatorA.H.J. Hofman
UitspraakECLI:NL:GHARL:2022:6448
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Noord-Holland 20-10-2022
CiteertitelAB 2022/339
SamenvattingOverzichtsannotatie: één jaar Didam-arrest.
Samenvatting (Bron)Levering verkochte gemeentegrond. Strijd met Didam-arrest? Mocht de gemeente o.g.v. objectieve, toetsbare en redelijke criteria aannemen dat er slechts één serieuze gegadigde was? Vorderingen afgewezen.
AnnotatorA.H.J. Hofman
UitspraakECLI:NL:RBNHO:2022:9333
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Midden-Nederland 22-08-2022
CiteertitelAB 2022/340
SamenvattingOverzichtsannotatie: één jaar Didam-arrest.
Samenvatting (Bron)Kort geding. Toepassing Didam-arrest (ECLI:NL:HR:2021:1778) bij één-op-één verkoop van grond door een gemeente aan een woningcorporatie.
AnnotatorA.H.J. Hofman
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2022:3350
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Oost-Brabant 08-07-2022
CiteertitelAB 2022/342
SamenvattingOverzichtsannotatie: één jaar Didam-arrest.
Samenvatting (Bron)Kern van het geschil in dit kort geding was de vraag of de Provincie c.s. uitvoering mogen geven aan hun voorgenomen grondruil met een particulier. Meer in het bijzonder lag in dit kort geding de vraag voor of, gelet op het Didam-arrest, de Provincie c.s. ruimte hadden moeten bieden aan potentiële gegadigden voor de aan de Provincie c.s. toebehorende percelen om mee te dingen naar de verwerving van die percelen middels een openbare selectieprocedure dan wel dat zij konden volstaan met bekendmaking van de voorgenomen grondruil met de particulier onder opgave van de redenen waarom, afgemeten naar objectieve, toetsbare en redelijke criteria, bij voorbaat vast staat dat voor de percelen slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt. In kort geding is geoordeeld dat in deze zaak het laatste het geval was. De vorderingen van eisers zijn afgewezen.
AnnotatorA.H.J. Hofman
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2022:2962
Artikel aanvragenVia Praktizijn