Rubriek | Uitgelicht |
---|---|
Titel | Reiskostenvergoeding |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0132 |
Link | |
Samenvatting | Sinds 2006 bedraagt de onbelaste kilometervergoeding € 0,19 per kilometer. Het uitgangspunt van dat bedrag is een forfaitaire vergoeding te bieden voor de gemiddeld variabele kosten van een auto. Bij de gemiddelde variabele kosten van een auto dient te worden gedacht aan brandstof, afschrijvingen en parkeer-, veer- en tolgelden. Dat bedroeg van 2004 tot 2006 € 0,18 per km en in de periode tot 2004 was de vergoeding € 0,28 (NLG 0,60) per km. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat die vergoeding (€ 0,28 oftewel NLG 0,60) zag op de van de integrale autokosten. |
Auteur(s) | J.H.P.M. Raaijmakers |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Hoge Raad 20-05-2022 |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/Partners en optimale verdeling in box 3: doe-het-zelf loont? |
Link | |
Samenvatting | In de inkomstenbelasting kunnen fiscale partners bepaalde inkomensbestanddelen en aftrekposten naar wens verdelen, als ze samen maar weer het geheel aangeven. Dit betreft onder meer de zogenoemde gemeenschappelijke inkomensbestanddelen. Ook de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, zeg maar “box 3”, mag aldus onderling optimaal verdeeld worden. |
Auteur(s) | C. Overduin |
Pagina | 0133 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:718 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | De bewijslast bij fiscale boeten |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0134 |
Link | |
Samenvatting | Om een boete op te leggen kon de belastinginspecteur tot nu toe volstaan met het “aannemelijk maken” van feiten en omstandigheden voor het bewijs van opzet als bestanddeel van een beboetbaar feit. In een recente uitspraak legt de Hoge Raad de lat voor de inspecteur echter veel hoger. Het hoogste Nederlandse rechtscollege stelt nu dat de inspecteur, voor het opleggen van een boete, de feiten en omstandigheden moet “doen blijken”. In dit artikel worden de achtergronden en gevolgen van deze uitspraak belicht. |
Auteur(s) | P.W. Kok |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:546 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Ontwikkelingen artikel 37d Wet OB |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0135 |
Link | |
Samenvatting | In dit artikel gaan we in op recente ontwikkelingen rondom het begrip 'overgang van een algemeenheid van goederen', zoals opgenomen in artikel 37d van de Wet op de omzetbelasting 1968. Over de reikwijdte van dit artikel wordt namelijk veel geprocedeerd, zodat de invulling van het begrip weer volop in beweging is. Bij de meeste overnames (niet zijnde verhuurd vastgoed) is het begrip overigens redelijk uitgekristalliseerd. |
Auteur(s) | N.M. Petri , P. F.J. van Velthoven , M.A. Bonthuis-Broekman |
Link | Volledige tekst wetsartikel (37d Wet OB, wetten.overheid.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | 2023 nadert: wat te doen met het dga-loon? |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0136 |
Link | |
Samenvatting | In de voorjaarsnota 20221 kondigde de minister van Financiën al op 20 mei 2022 aan dat de doelmatigheidsmarge voor het dga-loon vanaf 2023 wordt verlaagd van 25% naar 15%. Dat houdt in dat vanaf 1 januari 2023 het loon van een dga als hoofdregel minimaal 85% wordt in plaats van minimaal 75% van het loon dat ‘normaal’ is voor het niveau en de duur van de arbeid van de dga. |
Auteur(s) | E.A. van Uunen |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Hoe om te gaan met de opbrengst van handel in cryptomunten in de aangifte IB? |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0137 |
Link | |
Samenvatting | “Storm op cryptomarkt forceert kaalslag onder de digitale munten”. Deze kop in Het Financiële Dagblad van 12 mei 2022 spreekt boekdelen. De enorme koersval op de cryptomarkt is het afgelopen halfjaar gigantisch geweest. Er zijn momenteel meer dan 18.000 verschillende cryptomunten. Zo’n 1,2 miljoen Nederlanders bezitten een of meer verschillende cryptomunten. Aan een schifting zal de komende tijd niet kunnen worden ontkomen. Een deel van de cryptovaluta zal verdwijnen. Voor mij als buitenstaander doet de handel in cryptomunten meer denken aan een piramidespel of aan een casino. Toezichthouders wijzen op toenemende risico’s en sorteren voor op strengere regels. De koersdaling betekent net als bij een koersstijging dat er ook beleggers zijn die van de enorme vermogenseffecten profiteren. Hoe wordt dit belast voor de inkomstenbelasting? |
Auteur(s) | G. van Wijngaarden |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | De koepelvrijstelling – glooiende afdaling of steile helling? |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0138 |
Link | |
Samenvatting | De Wet op de omzetbelasting 1968 kent vele vrijstellingen. Eén daarvan is de zogenoemde koepelvrijstelling. De koepelvrijstelling zorgt ervoor dat – onder voorwaarden – het verrichten van diensten door een samenwerkingsverband aan haar leden buiten de heffing van omzetbelasting kan blijven. In dit artikel ga ik in op de voorwaarden die gesteld worden aan deze vrijstelling en welke vragen er nog leven over de toepassing van de vrijstelling. |
Auteur(s) | R. Rijkers |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | De ziekenboeg in de besloten vennootschap: nietige en vernietigbare besluiten |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0139 |
Link | |
Samenvatting | Het bestuur bepaalt het beleid en de strategie van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming. Een raad van commissarissen kan daarop toezicht houden. De algemene vergadering van aandeelhouders kan haar opvattingen over het beleid en de strategie tot uitdrukking brengen door uitoefening van de aan haar in de wet, de statuten en in een eventuele aandeelhoudersovereenkomst toegekende rechten. Met het nemen van besluiten wordt het doel en de strategie omgezet in concrete actie. Die besluiten zijn niet telkens onaantastbaar. Deze kunnen nietig of vernietigbaar, oftewel aantastbaar, zijn. Vernietigbare besluiten zijn gewond. Nietige besluiten zijn zwaargewond. Dit kan gevolgen hebben voor de (rechts)gevolgen van deze besluiten. Denk bijvoorbeeld aan de verkoop van een deel van de onderneming. |
Auteur(s) | D.T. Mensinga |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Mensinga |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0140 |
Link | |
Samenvatting | Tot 2006 was de gangbare praktijk dat ingeval een inhoudingsplichtige vanwege een onjuiste loonaangifte te weinig loonbelasting had afgedragen de alsnog verschuldigde belasting, zo nodig op verzoek van de inhoudingsplichtige, door de Belastingdienst werd nageheven via een naheffingsaanslag loonbelasting. De naheffingsaanslag werd in beginsel aan de inhoudingsplichtige opgelegd. In voorkomende gevallen kon de Belastingdienst de naheffingsaanslag loonbelasting ook aan de werknemer opleggen. Met ingang van 2006 dient een foutieve loonaangifte loonheffing te worden hersteld via correctieberichten en onder voorwaarden kan de inspecteur een bestuurlijke boete opleggen. Ook de inspecteur kan de inhoudingsplichtige verzoeken om correctieberichten op te stellen en in te sturen; dit vindt met enige regelmaat plaats indien bij boekenonderzoeken wordt geconstateerd dat bepaalde loonbestanddelen – naar de mening van de inspecteur – ten onrechte buiten de heffing van loonheffingen is gebleven. In deze bijdrage ga ik nader in op het fenomeen correctiebericht. |
Auteur(s) | J.H.P.M. Raaijmakers |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel is pas relevant als er iets te verdedigen valt |
Citeertitel | Fiscaal Praktijkblad 2022/0141 |
Link | |
Samenvatting | Recent heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een zaak waarin de Belastingdienst aan een transportonderneming een naheffingsaanslag omzetbelasting had opgelegd vanwege in de aangifte omzetbelasting verzwegen omzet. Belastingplichtige ging in bezwaar en beroep en kreeg uiteindelijk bij de Hoge Raad inhoudelijk gelijk, maar toch niet zijn zin. De Hoge Raad oordeelde namelijk dat er tussen gelijk hebben en je zin krijgen nog wel wat ruimte zit. Hieronder wordt dit nader uitgewerkt waarbij in eerste instantie het verdedigingsbeginsel nader wordt toegelicht. |
Auteur(s) | H.K. Pit |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:934 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |