Rubriek | Europees Hof voor de Rechten van de Mens |
---|---|
Titel | EHRM, 07-07-2022, 3269/18 |
Citeertitel | AB 2023/41 |
Samenvatting | Eigendomsrecht. Confiscatie kasteel in strafprocedure zonder compensatie. Bewijslast bij klager om causaal verband aan te tonen. Staat had een onderhoudsverplichting en ook de bewijslast. Door de bewijslast onder die omstandigheden bij klager te leggen wordt een excessieve last aan hem opgelegd. Strijd met art. 1 EP EVRM. |
Annotator | T. Barkhuysen , M.L. van Emmerik |
Link | Volledige tekst annotatie (Universiteitleiden.nl) |
Uitspraak | ECLI:CE:ECHR:2022:0707JUD000326918 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 28-12-2022 |
Citeertitel | AB 2023/42 |
Samenvatting | Geen inventarislijst van documenten buiten reikwijdte verzoek. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten gedeeltelijk toegewezen en heeft hij diverse documenten al dan niet gedeeltelijk openbaar gemaakt. [appellant] heeft de minister bij brief van 11 februari 2020 verzocht om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur alle informatie uit 2015 tot en met 2019 over de gevolgen van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt voor bestaande en nieuwe (nog te verlenen) marktvergunningen en standplaatsvergunningen openbaar te maken. Hij heeft zijn verzoek gespecificeerd in een zestal punten en bij brief van 27 februari 2020 heeft hij nog een nadere toelichting gegeven. De minister heeft twintig documenten, inclusief bijlagen, aangetroffen en deze documenten opgenomen in een inventarislijst bij zijn besluit van 10 juni 2020. Hij is gedeeltelijk aan het verzoek van [appellant] tegemoet gekomen door de documenten 1, 1a, 3 tot en met 8 en 12 tot en met 19 al dan niet gedeeltelijk openbaar te maken. |
Annotator | P.J. Stolk |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:3986 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 14-01-2022 |
Citeertitel | AB 2023/43 |
Samenvatting | Geen inventarislijst voor documenten buiten reikwijdte verzoek. |
Samenvatting (Bron) | Wob-verzoek - gevolgen Dienstenrichtlijn - markt- en standplaatsvergunningen - ambulante handel - reikwijdte van verzoek - zoekwijze - beroep ongegrond |
Annotator | P.J. Stolk |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2022:160 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 28-12-2022 |
Citeertitel | AB 2023/44 |
Samenvatting | Voldoende aanknopingspunten voor twijfel aan deskundigheid adviseur. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 16 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is sinds 26 juni 1997 eigenaar van een woning aan de [locatie A] in Veghel. Aan de eigenaar van het naast zijn perceel gelegen perceel [locatie B] is een omgevingsvergunning verleend waarmee, in afwijking van het bestemmingsplan, één van de op het perceel aanwezige bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt voor de huisvesting van maximaal 24 arbeidsmigranten. Dit besluit is op 19 november 2016 in werking getreden. [appellant] heeft het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade. Hij stelt dat zijn woning door de omgevingsvergunning in waarde is gedaald. |
Annotator | S. Schuite |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:3983 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 14-12-2022 |
Citeertitel | AB 2023/45 |
Samenvatting | Dijkversterking in strijd met projectplan. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 september 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden afgewezen. [appellant] was op dat moment eigenaar van een woning, gelegen aan de [locatie] te Bergen. [appellant] heeft op 20 juni 2018 het dagelijks bestuur verzocht handhavend op te treden tegen het ophogen van een dijk en daarbij behorende dijkovergang ter plaatse van zijn woning en bovengenoemde percelen. De dijk inclusief dijkovergang zouden op basis van het projectplan "Dijkversterking Bergen - Aijen" met 45 cm verhoogd worden, maar zijn door werkzaamheden in ieder geval 85 cm hoger geworden, waardoor volgens [appellant] sprake is van een overtreding van het projectplan. [appellant] heeft het dagelijks bestuur verzocht om handhavend op te treden en te gelasten dat alle werkzaamheden worden gestaakt en alle afwijkingen van het projectplan ongedaan worden gemaakt. |
Annotator | J.J.H. van Kempen |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:3757 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 03-08-2022 |
Citeertitel | AB 2023/46 |
Samenvatting | Aangetekend hogerberoepschrift, aangeboden op het bezoekadres van de Raad van State, geweigerd wegens geslotenverklaring. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Blaricum het verzoek van [wederpartij] om handhavend op te treden tegen de oprichting van een berging door [persoon] op het perceel [locatie 1] te Blaricum zonder omgevingsvergunning, afgewezen. [wederpartij] woont op het perceel [locatie 2] in Blaricum. [persoon] woont op het perceel [locatie 1] te Blaricum. [persoon] heeft naast zijn woning op dit perceel een stenen berging gebouwd. De berging wordt gebruikt voor de stalling van motorrijwielen. Voor de lange zijde van deze berging liggen vijf openbare parkeerplekken (hierna: de parkeerkoffer). [persoon] heeft de berging gebouwd zonder omgevingsvergunning, omdat volgens hem het bouwen van de berging vergunningvrij is. Volgens [wederpartij] past de berging echter niet in de omgeving en is er sprake van een overtreding omdat voor de bouw van de berging wel een omgevingsvergunning is vereist. [wederpartij] heeft daarom op 10 januari 2019 een verzoek om handhaving ingediend. |
Annotator | L.J.A. Damen |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:2260 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 06-07-2022 |
Citeertitel | AB 2023/47 |
Samenvatting | De burgemeester sluit een horecagelegenheid omdat de exploitatievergunning wegens een ontbindende voorwaarde van rechtswege vervalt. Het is niet evident dat het voorschrift niet mocht worden vastgesteld en handhaving is niet onevenredig. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 12 december 2019 heeft de burgemeester van Enkhuizen [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast om het zonder vergunning exploiteren van horeca-inrichting [bedrijf] te staken en gestaakt te houden. De burgemeester heeft [appellant] op 8 augustus 2013 een vergunning verleend voor de exploitatie van [bedrijf] in Enkhuizen. De vergunning geldt voor een terras en twee zogenoemde lokaliteiten, een bovenverdieping en een kelder. In de vergunningvoorschriften staat dat de vergunning vervalt wanneer er een wijziging is gekomen in de exploitatie van het horecabedrijf dan wel wanneer de exploitatie is overgegaan op een andere ondernemer. |
Annotator | J. Tingen , C.N.J. Kortmann |
Link | Volledige tekst annotatie (Stibbeblog.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:1900 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 13-07-2022 |
Citeertitel | AB 2023/48 |
Samenvatting | Bestuursrecht van onderen. |
Samenvatting (Bron) | Vaststelling WIA-uitkering op een lager bedrag dan de verstrekte voorschotten voor de jaren 2012 en 2013 in strijd met rechtszekerheidsbeginsel. Door nalatigheid van het Uwv is zodanig lange tijd verstreken sinds de betaling van het voorschot dat appellant redelijkerwijs geen rekening meer hoefde te houden met een vaststelling op een lager bedrag. Dat appellant heeft verzuimd het Uwv te informeren over het uitblijven een beslissing over het recht op vaststelling op een WIA-uitkering maakt dit niet anders. |
Annotator | R. Ortlep |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2022:1486 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 07-12-2022 |
Citeertitel | AB 2023/49 |
Samenvatting | Veilig Thuis handelt niet onrechtmatig met gegeven advies en de monitoring van maatregelen. |
Samenvatting (Bron) | Overheidsaansprakelijkheid. Vraag of Veilg Thuis aansprakelijk is voor een door haar gegeven advies en monitoring daarvan. Veilig Thuis heeft niet onrechtmatig en/of in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld. Afwijzing vorderingen. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2022:12952 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |