Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 12-03-2023
Aflevering 3
RubriekHof van Justitie EU
TitelHvJ EU 08-11-2022, C‑704/20 en C‑39/21
CiteertitelJB 2023/35
SamenvattingDe bestuursrechter is verplicht om bewaringsmaatregelen jegens derdelanders ambtshalve te toetsen aan enkele specifieke bepalingen van het Unierecht. Ambtshalve toetsing, Nationale procedurele autonomie, Omvang van het geschil, Effectieve rechtsbescherming.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Grote kamer) van 8 november 2022.#Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en X tegen C e.a.#Prejudici?le verwijzing - Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht - Bewaring van derdelanders - Grondrecht op vrijheid - Artikel 6 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Voorwaarden voor de rechtmatigheid van de bewaring - Richtlijn 2008/115/EG - Artikel 15 - Richtlijn 2013/33/EU - Artikel 9 - Verordening (EU) nr. 604/2013 - Artikel 28 - Toetsing van de rechtmatigheid van een inbewaringstelling en van de voortduring van een maatregel van bewaring - Ambtshalve onderzoek - Grondrecht op een doeltreffende voorziening in rechte - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten.#Gevoegde zaken C-704/20 en C-39/21.
AnnotatorT. Hendrikx
LinkVolledige tekst annotatie (Tijn Hendrikx, LinkedIn.com)
UitspraakECLI:EU:C:2022:858
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 11-01-2023
CiteertitelJB 2023/36
SamenvattingHuurtoeslag, Vaststelling, Terugvordering, Vermogen meerderjarig kind, Medebewoner, Bijzonder geval, Evenredigheidsbeginsel, Exceptieve toetsing, Algemeen verbindend voorschrift, Buiten toepassing laten onderdeel regeling die geen wetgeving in formele zin is, Terugkoppeling naar wetgever.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 7 september 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het recht van [wederpartij] op huurtoeslag over 2016 en 2017 definitief vastgesteld op nihil. Ook heeft de dienst over die jaren te veel betaalde voorschotten van hem teruggevorderd. Het recht van [wederpartij] op huurtoeslag is afhankelijk van het vermogen van medebewoners. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de zoon van [wederpartij] voor 2016 en 2017 als medebewoner aangemerkt. De zoon heeft geld ontvangen uit een erfenis, waarover hij niet kan beschikken tot hij 23 jaar is. In 2016 en 2017 was hij jonger dan 23 jaar.
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:79
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 11-01-2023
CiteertitelJB 2023/37
SamenvattingToegang tot de rechter, Bekendmaking besluit op voorgeschreven wijze, Verschoonbaarheid termijnoverschrijding.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] een schadevergoeding toegekend van € 16.231,34. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het is ingesteld nadat de wettelijke termijn van zes weken was verstreken. Het in beroep bij de rechtbank bestreden besluit is op 3 februari 2021 aangetekend naar het adres van [appellant] verzonden en op 4 februari 2021 op dit adres aangeboden, maar kon daar toen niet worden bezorgd. De brief is daarna ook niet afgehaald bij het afhaalpunt van PostNL en op 19 februari 2021 retour gekomen bij het Instituut. [appellant] stelt dat geen afhaalbericht is achtergelaten en dat hij dit onmogelijk aannemelijk kan maken. De uitspraak van de rechtbank is volgens hem een schoolvoorbeeld van hoe een juridische fuik van de overheid de burgers kansloos maakt. [appellant] heeft het Instituut bij brief van 26 januari 2021 in gebreke gesteld voor het uitblijven van het besluit op bezwaar. Hij is er door het besluit van 19 maart 2021 op zijn verzoek tot betaling van een dwangsom achter gekomen dat er een besluit op bezwaar was genomen.
AnnotatorJ.H. Keinemans
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:84
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 11-01-2023
CiteertitelJB 2023/38
SamenvattingGeen bezwaar, wel beroep, Ambtshalve beoordeling, Niet-ontvankelijk, Beroep op ABRvS 4 augustus 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1730) niet gehonoreerd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kapelle het verzoek van [appellant A] om handhavend op te treden tegen het gebruik van de woning op het perceel [locatie 1] in Kapelle voor de huisvesting van zeven arbeidsmigranten, wat in strijd is met het bestemmingsplan, afgewezen voor zover het gaat over het verblijf van maximaal vier arbeidsmigranten. [appellant A] exploiteert aan de [locatie 2] in Kapelle Motel Café Restaurant "De Caisson", een restaurant met motel en zalenverhuur. De woning aan de [locatie 1] is oorspronkelijk gebouwd als bedrijfswoning van De Caisson en is inmiddels in eigendom van een derde die het pand verhuurt aan een detacheringsbureau. Ook een tankstation behoorde tot het complex, maar de exploitatie daarvan is intussen in handen van derden. De woning ligt tussen "De Caisson" en het tankstation in. Op 16 oktober 2019 heeft [appellant A] een verzoek ingediend om handhavend op te treden tegen het gebruik van de woning aan de [locatie 1] voor de huisvesting van zeven arbeidsmigranten, aangezien dat in strijd is met het bestemmingsplan "Buitengebied 2e herziening".
AnnotatorR.J. van Dam
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:76
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 11-01-2023
CiteertitelJB 2023/39
SamenvattingKieswet, Begrip ‘politieke groepering’, Vereniging, Bestuursbevoegdheid, Vertegenwoordigingsbevoegdheid bestuurslid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 december 2022 heeft het centraal stembureau het verzoek om de aanduiding ‘Ondernemend Water’ in te schrijven in het register ten behoeve van de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, afgewezen. Het centraal stembureau heeft aan het besluit ten grondslag gelegd dat het verzoek tot inschrijving van de aanduiding niet door een politieke groepering is ingediend als bedoeld in artikel G 2a van de Kieswet. De vereniging betoogt dat het centraal stembureau het verzoek ten onrechte heeft afgewezen
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:98
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 18-01-2023
CiteertitelJB 2023/40
SamenvattingWob-verzoek, Openbare dienst, Bestuursorgaan.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 30 april 2019 heeft de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval aan Laka medegedeeld dat zij niet tegemoetkomt aan een door Laka ingediend verzoek om informatie. Deze zaak gaat over een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Laka is een stichting die zich volgens haar statuten ten doel heeft gesteld de natuur en het milieu te beschermen tegen vervuiling in het algemeen en tegen straling, radioactiviteit en kernenergie in het bijzonder. COVRA heeft als enige in Nederland de taak om al het radioactieve afval te verzamelen, te verwerken en op te slaan. Sinds 2002 is COVRA een staatsdeelneming. Alle aandelen zijn in handen van de Nederlandse Staat. De minister van Financiën vervult voor de Staat de rol van aandeelhouder. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: I&W) is verantwoordelijk voor het nationale beleid op het terrein van radioactief afval. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming houdt toezicht op de Kernenergiewetvergunning van COVRA.
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:184
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 18-01-2023
CiteertitelJB 2023/41
SamenvattingOntbreken wettelijke adviesplicht, Zorgvuldigheid, Inwinnen advies van private partij, Inhoud van en criteria voor adviesaanvraag, Informatieplicht bestuursorgaan, Onpartijdigheid deskundige.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 april 2020 heeft de minister een aanvraag van Silver tot aanwijzing als opleidingsinstelling voor het verzorgen van de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog, afgewezen. Silver heeft bezwaar gemaakt tegen de inschakeling van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten als adviseur hierin.
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:202
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 18-01-2023
CiteertitelJB 2023/42
SamenvattingFeitelijke handeling, Verzoek om schadevergoeding, Besluit, Voor bezwaar en beroep vatbaar besluit, Afwijzing civielrechtelijke aansprakelijkstelling, Onbevoegdheid bestuursrechter.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 9 februari 2021 heeft de politie de aansprakelijkstelling van [appellant] afgewezen. [appellant] had een oplegger aan de Witteweg in Plasmolen geparkeerd. Het college van burgemeester en wethouders van Mook en Middelaar heeft [appellant] bij besluit van 17 december 2020 een last onder dwangsom opgelegd, omdat de oplegger daar niet geparkeerd mocht staan. De last onder dwangsom houdt in dat [appellant] de oplegger van de parkeerplaats aan de Witteweg in Plasmolen moest verwijderen en verwijderd moet houden. [appellant] betoogt dat hij op grond van nationale wetgeving en het recht van de Europese Unie de vrije beschikking heeft over zijn eigendom. Dat recht mag volgens hem niet in nationale wetgeving beperkt worden. De politieagenten waren volgens hem verplicht om op zijn verzoek de weg vrij te maken, zodat hij zijn oplegger weer kon gebruiken.
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:178
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 23-01-2023
CiteertitelJB 2023/43
SamenvattingVoorlopige voorziening, Herzieningsverzoek.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 9 januari 2023 heeft verzoeker de Afdeling verzocht om herziening van de uitspraak van 6 januari 2023 in zaak nr. 202300074/3/V3.
AnnotatorG.J. Stoepker
UitspraakECLI:NL:RVS:2023:239
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 13-12-2022
CiteertitelJB 2023/44
SamenvattingBelanghebbende, Geen afgeleid belang, Loonkostensubsidie werkgever, Loonwaardevaststelling kan positie betrokkene op arbeidsmarkt rechtstreeks raken.
Samenvatting (Bron)Belanghebbende bij loonwaardevaststelling. De rechtbank heeft het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat appellant geen belanghebbende is bij de loonwaardevaststelling. Een loonwaardevaststelling kan de positie van de betrokkene op de arbeidsmarkt rechtstreeks raken. De betrokkene heeft er om die reden belang bij dat zijn loonwaarde juist wordt vastgesteld. Dit brengt met zich mee dat appellant wel een belanghebbende bij het bestreden besluit is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb, ook al heeft dit geen gevolgen voor zijn inkomen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2824
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 13-12-2022
CiteertitelJB 2023/45
SamenvattingBuitenbehandelingstelling, In bezwaarperiode overgelegde gegevens, CRvB komt terug op eerder standpunt, Belangenafweging, Evenredigheidsbeginsel.
Samenvatting (Bron)Buitenbehandelingstelling van de aanvraag om bijstand ten onrechte gehandhaafd. Belangenafweging. De Raad komt in zaken waar het gaat om de buitenbehandelingstelling van een bijstandsaanvraag terug van het uitgangspunt dat dat aard en inhoud van het besluit dat strekt tot buitenbehandelingstelling van een aanvraag meebrengen dat in beginsel geen betekenis toekomt aan gegevens of bescheiden die na het nemen van het oorspronkelijke besluit alsnog zijn verstrekt. Bij een belangenafweging moeten in beginsel alle rechtstreeks bij een besluit betrokken belangen worden afgewogen. Indien op basis van de alsnog overgelegde gegevens komt vast te staan dat de aanvrager ook al recht op bijstand had met ingang van de datum van de aanvraag die buiten behandeling is gesteld, heeft de aanvrager een zwaarwegend belang bij het alsnog in behandeling nemen van die aanvraag. Uit de gedingstukken en uit wat het college ter zitting heeft meegedeeld is af te leiden dat het college geen belang meer heeft bij handhaving van de buitenbehandelingstelling van de aanvraag.
AnnotatorR.J.N. Schlössels
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2793
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 13-12-2022
CiteertitelJB 2023/46
SamenvattingKarakter bezwaarprocedure, Wijziging wettelijke grondslag, Zorgvuldigheid, Geüniformeerde maatregel van 100% gedurende een maand, Het college mocht de grondslag van de maatregel in de beslissing op bezwaar wijzigen.
Samenvatting (Bron)Geüniformeerde maatregel van 100% gedurende een maand. Wijziging grondslag. Aan de maatregel ligt ten grondslag dat appellant de verplichting om gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet is nagekomen door op drie dagen niet te verschijnen op het herexamen. Het college mocht de grondslag van de maatregel in het bestreden besluit wijzigen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2743
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 13-12-2022
CiteertitelJB 2023/47
SamenvattingSchattenderwijs vaststellen van de waarde van in onroerende zaken gebonden vermogen, Reparatoire terugvordering, Beginselconforme uitleg met toepassing evenredigheidsbeginsel.
Samenvatting (Bron)Schattenderwijs vaststellen van de waarde van in onroerende zaken gebonden vermogen. Beginselconforme uitleg van artikel 58, eerste lid, PW. In beginsel moet er van worden uitgegaan dat de actuele waarde van een onroerende zaak gelijk of hoger is dan de waarde van die zaak in het verleden. Dit betekent dat ook indien alleen een betrouwbare waardebepaling heeft plaatsgevonden aan het eind van of na de te beoordelen periode de waarde van de onroerende zaak in de gehele te beoordelen periode schattenderwijs moet worden vastgesteld met inachtneming van het feit van algemene bekendheid dat in het algemeen de waarde in lokale valuta van (een aandeel in) een onroerende zaak in de loop der jaren stijgt. De reparatoire terugvordering, zoals die gelezen wordt in artikel 58, eerste lid, van de PW betreft een beginselconforme uitleg van deze bepaling met toepassing van het evenredigheidsbeginsel. Bij deze bepaling wordt “ten onrechte verleende bijstand” uitgelegd als “materieel ten onrechte verleende bijstand”.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2794
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 20-12-2022
CiteertitelJB 2023/48
SamenvattingOnrechtmatig verkregen bewijs, Buiten medeweten van betrokkene opvragen van bankafschriften, Strijd met proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel, Zozeer indruisregel.
Samenvatting (Bron)Deze uitspraak is gerectificeerd met ECLI:NL:CRVB:2023:628. De gerectificeerde tekst is opgenomen in ECLI:NL:CRVB:2022:2871, onderstaande tekst is niet meer geldig.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2792
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 29-12-2022
CiteertitelJB 2023/49
SamenvattingUitbetaling WW-uitkering, Refertejaar, De in art. 15 Dagloonbesluit neergelegde keuze is een politiek-bestuurlijke afweging, Terughoudende toetsing rechter, Taak wetgever.
Samenvatting (Bron)Dagloon WIA-uitkering na WW. De Raad heeft eerder over artikel 15 van het Dagloonbesluit geoordeeld dat de tekst, de systematiek, noch de nota van toelichting bij het Besluit concrete aanknopingspunten bieden om een reguliere uitbetaling van een WW-uitkering, die na correcte toepassing van artikel 33, eerste lid, van de WW is gedaan na afloop van het refertejaar, te beschouwen als te zijn gedaan in het refertejaar. Daarbij is van belang geacht dat de in artikel 15 van het Dagloonbesluit neergelegde keuze om voor het moment waarop loon – waaronder ook uitkeringen worden verstaan – wordt genoten, uit te gaan van de opgave aan de Belastingdienst, een politiek-bestuurlijke afweging is, die door de rechter slechts terughoudend kan worden getoetst (vgl. CRvB 31 augustus 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2195). De wijze van aangifte bij de Belastingdienst door het Uwv van de uitbetaling van WW-uitkeringen geeft geen aanleiding om van dit oordeel af te wijken. De Raad onderkent dat deze wijze van vaststelling tot een negatief en blijvend effect op het WIA-dagloon kan leiden, doordat een maand WW-uitkering niet wordt meegeteld. Het is echter niet aan de rechter maar aan de besluitgever om hierover keuzes te maken en desgewenst de regeling aan te passen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2848
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 05-01-2023
CiteertitelJB 2023/50
SamenvattingBesluitbegrip, Weigering toelating tot inkoopnetwerk voor Wmo 2015 is een weigering om te contracteren, Geen publiekrechtelijke grondslag, Geen besluit.
Samenvatting (Bron)Bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. Geen sprake van een besluit in de zin van art. 1:3, lid 1, Awb. Bij de brief, waartegen het bezwaar is gericht, heeft de burgemeester appellante bericht dat ZZP-Zorgthuis is uitgesloten van het inkoopnetwerk voor de Wmo 2015. Dit betreft een zuiver civielrechtelijke kwestie op grond waarvan de brief moet worden opgevat als een weigering om met appellante te contracteren.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2023:21
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbank
TitelRechtbank Den Haag 14-09-2022
CiteertitelJB 2023/51
SamenvattingRecht op respect voor het privéleven en de woning, Geurhinder van veehouderijen, Positieve verplichtingen, Bevel tot wetgeving, Schadevergoeding.
Samenvatting (Bron)Onrechtmatige overheidsdaad. Stankoverlast; artikel 8 EVRM / Wet geurhinder en veehouderij.
AnnotatorD.G.J. Sanderink
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2022:9119
Artikel aanvragenVia Praktizijn