EHRC Updates

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift EHRC Updates
Datum 25-04-2023
Aflevering 8
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 04-06-2023, 15158/19
CiteertitelEHRC 2023/0099
SamenvattingTwee demonstranten hadden toegangspassen gekregen om een parlementair debat in de Poolse Sejm bij te wonen over hervormingen van de rechterlijke macht. Toen zij een spandoek hadden ontrold met de tekst ‘Verdedig onafhankelijke rechters’ werden zij onmiddellijk het gebouw uitgeleid en werd hen een verbod van een jaar opgelegd om de Sejm te betreden. Het EHRM kan niet goed vaststellen of sprake is geweest van een proportionele reactie van de autoriteiten op verstoring van de parlementaire orde. Wel is duidelijk dat er geen rechtsbescherming tegen het toegangsverbod mogelijk was, in strijd met art. 10 EVRM. (Drozd t. Polen)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0604JUD001515819
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 04-04-2023, 7246/20
CiteertitelEHRC 2023/0098
SamenvattingVan A.H., geboren als man, is sinds 2012 erkend dat zij vrouw is. Toen zij in 2015 met haar partner G.H. een kind kreeg, kon zij niet worden geregistreerd als de moeder van het kind. Alleen registratie als vader na erkenning van vaderschap behoorde tot de mogelijkheden. Het EHRM benadrukt dat de staten op dit terrein een zeer ruime margin of appreciation hebben alle betrokken belangen af te wegen. Duitsland heeft op redelijke gronden besloten het biologische ouderschap doorslaggevend te vinden. Het nadeel voor A.H. bleek in de praktijk bovendien beperkt. Art. 8 EVRM is dan ook niet geschonden. (A.H. e.a. t. Duitsland)
AnnotatorA.C. Hendriks
LinkVolledige tekst annotatie (ehrc-updates.nl)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0404JUD000724620
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 04-04-2023, 29943/18
CiteertitelEHRC 2023/0100
SamenvattingTwee met elkaar getrouwde openbare aanklagers in Albanië zijn aan een financieel onderzoek onderworpen. Zij zijn daarbij allebei tijdelijk geschorst. Gashi is snel na de schorsing ontslagen vanwege het onjuist opgeven van bezittingen. Tegen haar echtgenoot Gina liep een strafrechtelijk onderzoek, dat uiteindelijk werd gestaakt. De schorsing liep door en werd pas in 2020 opgeheven. Het EHRM oordeelt dat in Gashi’s geval de schorsing niet lang genoeg duurde om haar privéleven echt te beïnvloeden. Voor Gina was dat wel zo. Nu er voor het voortduren van de schorsing geen rechtsbasis bestond, is in zijn geval art. 8 EVRM geschonden. (Gashi en Gina t. Albanië)
Pagina
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0404JUD002994318
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 04-04-2023, 53568/18
CiteertitelEHRC 2023/0105
SamenvattingEen transgender man heeft in 2013 een kind gekregen. Hij wil als vader van het kind worden geregistreerd, maar naar Duits recht kan hij alleen als moeder in het geboorteregister worden vermeld. Het EHRM kent Duitsland een ruime margin of appreciation toe vanwege het gebrek aan consensus en de gevoeligheid van de materie. Er zijn veel belangen die moeten worden afgewogen, waaronder het belang van zorgvuldigheid van de registers en van duidelijkheid over vaderschap en moederschap als afzonderlijke juridische concepten. Gelet daarop, en vanwege het beperkte nadeel van registratie als vader of moeder, is art. 8 EVRM niet geschonden. (O.H. en G.H. t. Duitsland)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0404JUD005356818
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 04-06-2023, 19162/19
CiteertitelEHRC 2023/0110
SamenvattingBij een retailonderneming is in 2018 een bedrijfsdoorzoeking uitgevoerd omdat de Litouwse mededingingsautoriteit de onderneming verdacht van betrokkenheid bij illegale prijsafspraken. Hoewel er volgens de onderneming veel fouten werden gemaakt bij de doorzoeking, hebben nationale rechters de rechtmatigheid niet zorgvuldig onderzocht. Het EHRM oordeelt dat daardoor onvoldoende rechtsbescherming is geboden, in strijd met art. 8 EVRM. (UAB Kesko Senukai Lithuania t. Litouwen)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0604JUD001916219
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 30-03-2023, 21329/18
CiteertitelEHRC 2023/0104
SamenvattingTien Tunesische bootvluchtelingen zijn in de problemen gekomen op de Middellandse Zee. Na redding zijn zij overgebracht naar hotspotcentrum Lampedusa, waar ze tien dagen vast hebben gezeten. Vervolgens zijn zij gedwongen een document tot weigering van toegang te ondertekenen en zijn ze teruggestuurd naar Tunesië. Volgens het Hof zijn de hotspotcentra niet bedoeld als detentiecentra en is het vasthouden van klagers niet in overeenstemming met nationale wetgeving. Ook zijn de leefomstandigheden er erg slecht. Dit levert schendingen op van art. 3 en 5 EVRM. Verder is sprake geweest van collectieve uitzetting, in strijd met art. 4 P4 EVRM. (J.A. e.a. t. Italië)
AnnotatorM. den Heijer
LinkVolledige tekst annotatie (ehrc-updates.nl)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0330JUD002132918
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 30-03-2023, 24408/16
CiteertitelEHRC 2023/0109
SamenvattingEen Roma-leerling zit op een basisschool waarvan de leerlingenpopulatie voor het overgrote deel van Roma-afkomst is. Zijn ouders hebben geprobeerd hem naar een andere school te laten gaan, maar daar is hij geweigerd, beweerdelijk omdat hij niet in het verzorgingsgebied van de school woonde. Het Hof acht die reden niet heel overtuigend, maar heeft onvoldoende basis om hier discriminatie vast te stellen. Dat er op de eerste basisschool sprake was van segregatie, in strijd met art. 14 en 2 EP EVRM, staat wel vast. Er is een positieve verplichting om deze segregatie zo snel mogelijk te beëindigen. (Szolcsan t. Hongarije)
AnnotatorP.W.A. Huisman , S. Philipsen
LinkVolledige tekst annotatie (ehrc-updates.nl)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0330JUD002440816
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 28-03-2023, 10644/17
CiteertitelEHRC 2023/0101
SamenvattingEen onrechtmatig in Zwitserland verblijvende vreemdeling zonder inkomen is vervolgd wegens strafbare feiten. Zijn verzoek om gefinancierde rechtsbijstand is afgewezen, maar zijn advocaat heeft hem ‘pro bono’ bijgestaan. Het EHRM overweegt dat bijstand door een advocaat nodig was vanwege de hoogte van de strafdreiging. Die bijstand heeft hij in dit geval gekregen, ongeacht het ontbreken van financiering daarvoor. Dat de advocaat daardoor voor een moreel dilemma kan zijn gesteld (pro bono verdedigen of zonder advocaat laten procederen), doet daaraan niet af. Art. 6 lid 1 en lid 3 (c) EVRM is dan ook niet geschonden (4 stemmen tegen 3). (Hamdani t. Zwitserland)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0328JUD001064417
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 28-03-2023, 34467/15
CiteertitelEHRC 2023/0106
SamenvattingEen verdachte in een strafzaak wegens het aannemen van steekpenningen is mede veroordeeld op basis van video-opnamen die een medebeschuldigde heimelijk had gemaakt met een in een pen verborgen miniatuurcamera. Voor het gebruik van dit bewijs bestond in het Roemeense recht een voldoende basis en er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de rechtmatige verkrijging ervan. Ook was de procedure met waarborgen omkleed en kon de verdachte het bewijs voldoende betwisten. Art. 8 EVRM is door het gebruik van de opnamen als bewijs dan ook niet geschonden. (Sarbu t. Roemenië)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0328JUD003446715
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 28-03-2023, 6091/16
CiteertitelEHRC 2023/0107
SamenvattingEen Bild-journalist heeft in 2011 – deels vergeefs – geprobeerd informatie van de staat te krijgen over samenwerking in de DDR-tijd tussen het ministerie van staatsveiligheid en dertien rechters en aanklagers. Het EHRM acht het redelijk dat daarbij niet de namen van de rechters zijn vrijgegeven, nu dat tot speculatie over de kwaliteit van hun uitspraken zou kunnen leiden. Dit zou niet alleen hun professionele reputatie maar ook het gezag van de rechterlijke macht kunnen aantasten. Voor zover de informatie geanonimiseerd zou kunnen worden, had het informatieverzoek wel toegewezen kunnen worden. Art. 10 EVRM is dan ook deels niet en deels wel geschonden. (Saure t. Duitsland (nr. 2))
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0328JUD000609116
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 21-03-2023, 54421/21
CiteertitelEHRC 2023/0108
SamenvattingNaar aanleiding van een eerdere pilotuitspraak van het EHRM in de zaak Gászo t. Hongarije heeft Hongarije nieuwe wetgeving aangenomen die het mogelijk maakt om rechtsherstel te krijgen wanneer civiele procedures onredelijk lang vertraagd zijn. Het EHRM oordeelt in overeenstemming met de bevindingen van het Comité van Ministers dat de nieuwe procedure voldoende rechtsherstel kan bieden en tot een aanvaardbaar niveau van compensatie kan leiden. Slachtoffers van redelijke-termijnoverschrijdingen moeten dit rechtsmiddel daarom uitputten voordat hun klacht bij het EHRM ontvankelijk kan worden verklaard. (Szaxon t. Hongarije)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2023:0321DEC005442121
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHof van Justitie van de Europese Unie
TitelHvJ EU 30-03-2023, C-34/21
CiteertitelEHRC 2023/0102
SamenvattingHof van Justitie van de Europese Unie: Tijdens de covid-19-pandemie is in het Duitse Land Hessen besloten tot livestreaming van het openbaar onderwijs. Leerkrachten werd daarbij niet gevraagd om toestemming te geven voor de verwerking van hun gegevens. Dit heeft vragen opgeroepen die zich toespitsen op de uitleg van art. 88 AVG, dat het mogelijk maakt om nadere nationale beschermingsregels vast te stellen ten aanzien van arbeidsverhoudingen. Het HvJ aanvaardt dat dit lidstaten enige discretionaire ruimte biedt, maar stelt ook voorwaarden aan de invulling daarvan. In het bijzonder moet de nationale regelgeving echt iets toevoegen en mag de inhoud en doelstellingen van de AVG niet ondermijnen.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 30 maart 2023.#Hauptpersonalrat der Lehrerinnen und Lehrer beim Hessischen Kultusministerium tegen Minister des Hessischen Kultusministeriums als Dienststellenleiter.#Prejudici?le verwijzing - Bescherming van persoonsgegevens - Verordening (EU) 2016/679 - Artikel 88, leden 1 en 2 - Gegevensverwerking in het kader van de arbeidsverhouding - Regionaal onderwijsstelsel - Onderwijs via videoconferentie vanwege de COVID-19-pandemie - Uitvoering zonder uitdrukkelijke toestemming van de leerkrachten.#Zaak C-34/21.
UitspraakECLI:EU:C:2023:270
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHof van Justitie van de Europese Unie
TitelHvJ EU 30-03-2023, C-269/22
CiteertitelEHRC 2023/0103
SamenvattingHof van Justitie van de Europese Unie: In het kader van een strafprocedure vraagt de nationale rechter zich af of hij prejudiciële vragen aan het HvJ EU mag voorleggen voordat hij zelf de feiten al heeft vastgesteld. In een verzoek om een prejudiciële beslissing moet immers een uiteenzetting van de feiten en rechtsvragen in de kwestie worden gegeven. Het HvJ EU oordeelt dat het hier niet gaat om een situatie waarbij al vooruit wordt gelopen op de uiteindelijke beoordeling van de zaak, zodat het voorbereiden van een prejudiciële procedure niet in strijd is met de onschuldpresumptie of het vereiste van rechterlijke onpartijdigheid.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 30 maart 2023.#IP e.a.#Verzoek van de Spetsializiran nakazatelen sad om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Artikel 267 VWEU - Artikel 47, tweede alinea, en artikel 48, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Recht op een onpartijdig gerecht - Recht op het vermoeden van onschuld - Uiteenzetting van het feitelijk kader in een verzoek om een prejudici?le beslissing in strafzaken - Vaststelling van bepaalde feiten om bij het Hof een ontvankelijk verzoek om een prejudici?le beslissing in te kunnen dienen - Eerbiediging van de procedurele waarborgen waarin het nationale recht voorziet voor uitspraken ten gronde.#Zaak C-269/22.
UitspraakECLI:EU:C:2023:275
Artikel aanvragenVia Praktizijn