Jurisprudentie in Nederland

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie in Nederland
Datum 01-08-2005
Aflevering 8
TitelHoge Raad, 20-05-2005, C04/084HR
CiteertitelJIN 2005/291
SamenvattingBeroepsziekte. RSI. Bewijslastverdeling.
Samenvatting (Bron)20 mei 2005 Eerste Kamer Nr. C04/084HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. A.J. Swelheim, t e g e n [Verweerster], gevestigd te [vestigingsplaats], VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. G.C. Makkink. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Pagina1155-1157
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AS4406
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 08-07-2005, C04/147HR
CiteertitelJIN 2005/292
SamenvattingUitleg arbeidsovereenkomst. Haviltex-criterium. Vakantiedagen.
Samenvatting (Bron)8 juli 2005 Eerste Kamer Nr. C04/147HR RM Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. H.J.W. Alt, t e g e n de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging BLARICUMSE LAWN TENNIS CLUB BLARICUM, gevestigd te Blaricum, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...
AnnotatorC.J. Loonstra
Pagina1157-1163
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT3511
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 07-04-2005, 03/3269 AW
CiteertitelJIN 2005/293
SamenvattingPolitiefunctionaris. Verbod van piercing. Appellabel besluit.
Samenvatting (Bron)Politiefunctionaris. Kan gelaatspiercing verboden worden ivm vereiste neutraliteit, representativiteit, autoriteit en verhoogde kans op letsel? Is er sprake van een appellabel besluit?
Annotator van der Heijden
Pagina1164-1166
UitspraakECLI:NL:CRVB:2005:AT4006
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 27-04-2005, 02/6243 WW
CiteertitelJIN 2005/294
SamenvattingFaillissement. Overnemen betalingsverplichting. Opzegtermijn. Overgangsrecht.
Samenvatting (Bron)Overname achterstallige betalingsverplichtingen van failliet verklaarde werkgever. Opzegtermijn. Toepassing Wet Flexibiliteit en zekerheid.
Pagina1166-1168
UitspraakECLI:NL:CRVB:2005:AT5528
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 29-06-2005, 02/5855 WW - 02/5857 WW + 02/5859 WW + 02/5861 WW - 02/5866 WW
CiteertitelJIN 2005/295
SamenvattingFaillissement. Overneming van betalingsverplichtingen. Overgang van onderneming.
Samenvatting (Bron)Overneming van betalingsverplichtingen van voormalig werkgever wegens faillissement. Is er sprake van overgang van onderneming door nieuwe werkgever?
Pagina1168-1170
UitspraakECLI:NL:CRVB:2005:AT9016
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof Amsterdam, 19-05-2005, 1919/03
CiteertitelJIN 2005/296
SamenvattingKennelijk onredelijk ontslag. Arbeidsongeschiktheid. Causaal verband.
Pagina1170-1171
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Utrecht, 11-07-2005, SBR 04/0344
CiteertitelJIN 2005/297
SamenvattingVerzekeringsplicht prostituees. Begrip "werknemer". Grondrecht.
Samenvatting (Bron)Bodemprocedure; ZW; WAO; WW; verzekeringsplicht prostituees op grond van artikel 3 ZW/WAO/WW
Pagina1171-1175
UitspraakECLI:NL:RBUTR:2005:AT9381
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Groningen, 14-07-2005, 262280/2005-81
CiteertitelJIN 2005/298
SamenvattingDoorstart na faillissement. Opvolgend werkgeverschap. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Samenvatting (Bron)In geval van doorstart van een onderneming na faillissement is art. 7:668a lid 2 BW van toepassing. Indien aan de vereisten van dat artikel is voldaan treden de werknemers die door de doorstartende ondernemer worden overgenomen daarom voor onbepaalde tijd in dienst van deze werkgever.
Pagina1175-1178
UitspraakECLI:NL:RBGRO:2005:AT9355
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Zwolle, 24-05-2005, 255126 CV 04-5359
CiteertitelJIN 2005/299
SamenvattingGedragsregels. Disciplinaire maatregelen. Salarisverlaging. Ontbinding.
Samenvatting (Bron)kantonzaak; arbeidsrecht; werknemer handelt in strijd met gedragsregels; vraag of werkgeefster de disciplinaire maatregelen mocht treffen die zij getroffen heeft.
Annotator Zondag
Pagina1178-1183
UitspraakECLI:NL:RBZLY:2005:AT6377
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelKantongerecht Tiel, 13-07-2005, 399558 VV EXPL 05-8053
CiteertitelJIN 2005/300
SamenvattingExecutiegeschil. Tenuitvoeringlegging ontbindingsbeschikking "voorzover vereist".
Samenvatting (Bron)Werkgever vordert in voorlopige voorziening dat tenuitvoerlegging van beschikking in voorwaardelijke ontbindingsverzoek wordt geschorst nu niet sprake is van een in kracht van gewijsde gegaan rechterlijk oordeel in de bodemprocedure met betrekking tot het aan werknemer gegeven ontslag op staande voet. Er is alleen een vonnis in kort geding van de kantonrechter te Gorinchem d.d. 11 mei 2005 waarin is geoordeeld dat voorshands onvoldoende de gestelde dringende reden is gebleken. De kantonrechter is van oordeel dat de werknemer er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat de arbeidsovereenkomst op 11 mei 2005, de dag van de beschikking, nog bestond. Verzoek wordt afgewezen.
Pagina1184-1185
UitspraakECLI:NL:RBARN:2005:AT9333
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Zwolle, 30-06-2005, 266106 CV 05-691
CiteertitelJIN 2005/301
SamenvattingVariabele beloning. Objectiviteit.
Samenvatting (Bron)kantonzaak, arbeidsrecht. werkgever dient bij overeengekomen variabele beloning aan de werknemer objectieve en controleerbare gegevens te verschaffen, zodat getoetst kan worden of aan de voorwaarden voor de beloning is voldaan.
Pagina1185-1187
UitspraakECLI:NL:RBZLY:2005:AT8633
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 27-05-2005, R04/088HR
CiteertitelJIN 2005/302
SamenvattingNiet-gezagsouder. Gezamenlijk gezag. Ontvankelijkheid.
Samenvatting (Bron)27 mei 2005 Eerste Kamer Rek.nr. R04/088HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De vader], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. L. van Hoppe, t e g e n [De moeder], wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Annotator Chin-A-Fat
Pagina1188-1191
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AS7054
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 10-06-2005, R04/091HR
CiteertitelJIN 2005/304
SamenvattingAlimentatie. Draagkracht. Motivering.
Samenvatting (Bron)10 juni 2005 Eerste Kamer Rek.nr. R04/091HR RM Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De moeder], wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. L. van Hoppe, t e g e n [De vader], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. J. Groen. 1. Het geding in feitelijke instanties ...
Pagina1197-1200
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT2452
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 03-06-2005, R04/098HR
CiteertitelJIN 2005/303
SamenvattingSamenwoningsvereiste in de zin van art. 1:160 BW.
Samenvatting (Bron)3 juni 2005 Eerste Kamer Rek.nr. R04/098HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De man], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand, t e g e n [De vrouw], wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, advocaat: mr. M.H. van der Woude. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Annotator Dorhout
Pagina1191-1197
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AS5961
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 17-06-2005, R04/079HR
CiteertitelJIN 2005/305
SamenvattingRechtsgeldig huwelijk. Te goeder trouw.
Samenvatting (Bron)17 juni 2005 Eerste Kamer Rek.nr. R04/079HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De vrouw], wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. F.A.M. van Bree, t e g e n 1. DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE 's-GRAVENHAGE, gevestigd te 's-Gravenhage, 2. [De man], wonende te [woonplaats], Saudië Arabië, VERWEERDERS in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Pagina1200-1203
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AS9035
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof Arnhem, 07-06-2005, 2004/734
CiteertitelJIN 2005/306
SamenvattingGezamenlijk gezag. Paspoortwet. Vervangende toestemming.
Samenvatting (Bron)Paspoortwet, bijschrijving kind in paspoort ouder bij gezamenlijk gezag, vervangende toestemming van andere ouder niet mogelijk. Art 17 Paspoortwet.
Pagina1203-1205
UitspraakECLI:NL:GHARN:2005:AT7495
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-06-2005, R0500041
CiteertitelJIN 2005/307
SamenvattingAlimentatie. Behoefte. Welstand tijdens huwelijk.
Samenvatting (Bron)Onderwerp: partneralimentatie / verbleekte behoefte De vrouw vraagt verhoging van de partneralimentatie tot € 1.558, -- per maand. De alimentatie is (met ingang van medio 1997), laatstelijk begin 1998 vastgesteld op ƒ 850, -- (€ 385,71) per maand. Van die alimentatie, naast haar eigen inkomsten uit arbeid, vermogen en verhuur, heeft de vrouw tot op heden - derhalve al bijna acht jaren - geleefd, zonder noemenswaardig op haar vermogen in te teren. De vrouw heeft niet eerder dan in deze procedure om verhoging van de partneralimentatie gevraagd. Gezien (1) het tijdsverloop sinds de echtscheidingsdatum, (2) het feit dat de vrouw al vanaf 1997 haar uitgavenpatroon heeft aangepast aan de haar ter beschikking staande middelen en aldus voor de vrouw al geruime tijd een zekere mate van financiële onafhankelijkheid heeft bestaan en in aanmerking nemende (3) dat de vrouw een toename van haar behoefte met een bedrag van circa € 1.100, -- bruto per maand ten opzichte van haar financiële situatie sedert 1997 op geen enkele wijze inzichtelijk heeft gemaakt en (4) zij evenmin heeft gemotiveerd dat zij zich sedert 1997 het nodige heeft moeten ontzeggen, is het hof van oordeel dat de behoefte van de vrouw niet langer in overwegende mate dient te worden gerelateerd aan de stand die partijen tijdens hun huwelijk hebben gevoerd, maar aan de mate van welstand waarin de vrouw de laatste jaren heeft geleefd. Volgt (onder meer): vernietiging en afwijzing alsnog van het verzoek van de vrouw.
Pagina1205-1207
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2005:AT7695
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank 's-Hertogenbosch, 09-06-2005, 125771 FA RK 05-514
CiteertitelJIN 2005/308
SamenvattingUitoefening gezamenlijk gezag. Conflict. Vervangende toestemming.
Samenvatting (Bron)Kinderrechter verleent vervangende toestemming tot het uitvoeren van een intelligentieonderzoek van een minderjarige nu de vader weigerachtig is zijn medewerking te verlenen.
Pagina1207-1208
UitspraakECLI:NL:RBSHE:2005:AT7299
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 24-06-2005, C04/025HR
CiteertitelJIN 2005/309
SamenvattingVerdeling nalatenschap en vennootschapsvermogen. Peildatum.
Samenvatting (Bron)24 juni 2005 Eerste Kamer Nr. C04/025HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. [Eiser 1], 2. [Eiser 2], 3. [Eiser 3], allen wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie, advocaat: mr. E. van Staden ten Brink, t e g e n 1. [Verweerder 1], wonende te [woonplaats], 2. [Verweerder 2],wonende te [woonplaats], 3. [Verweerder 3], wonende te [woonplaats], 4. [Verweerster 4], wonende te [woonplaats], 5. [Verweerster 5], wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, niet verschenen, e n 6. [Verweerder 6], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, advocaat: aanvankelijk Mr. J. van Duijvendijk-Brand, later niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Pagina1209-1213
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AS8447
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 24-06-2005, R04/109HR (OK 113)
CiteertitelJIN 2005/310
SamenvattingKosten enquêteonderzoek boedelschuld?
Samenvatting (Bron)24 juni 2005 Eerste Kamer Rek.nr. R04/109HR (OK 113) JMH/RM Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: Mr. Paul Reinier Willem SCHAINK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van DecideWise International B.V., wonende te Amsterdam, VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. D. Rijpma, t e g e n 1. HOLLAND VENTURE B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. [Verweerster 2], gevestigd te [vestigingsplaats], VERWEERSTERS in cassatie, advocaat: mr. D.Th.J. van der Klei. 1. Het geding in feitelijke instantie...
Pagina1213-1219
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT6025
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof Amsterdam, 25-05-2005, 152/2005 OK
CiteertitelJIN 2005/311
SamenvattingEnquêteprocedure. Bekendmaken bezwaren. Onderzoek bij moeder en dochtervennootschap. Geen gronden voor onmiddellijke voorzieningen.
AnnotatorV.H.M. Wibaut
Pagina1219-1222
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof Amsterdam, 26-05-2005, 27/2005 OK
CiteertitelJIN 2005/312
SamenvattingEnquêterecht. Aandelenoverdracht. Titelrecherche. Tegenstrijdig belang. Bevoegdheden algemene vergadering van aandeelhouders. Goedkeuringsrecht raad van commissarissen.
AnnotatorE.E.G. Gepken-Jager
Pagina1222-1228
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 03-06-2005, C04/154HR
CiteertitelJIN 2005/313
SamenvattingAanrijding tram en voetganger. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie. Motiveringsplicht. 50%-regel.
Samenvatting (Bron)3 juni 2005 Eerste Kamer Nr. C04/154HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van:1. [Eiser 1], wonende te [woonplaats], 2. DE GEMEENTE AMSTERDAM, gevestigd te Amsterdam, EISERS tot cassatie, advocaat: mr. M.J. Schenck, t e g e n [Verweerster], wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Pagina1229-1236
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT4096
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 10-06-2005, C04/111HR
CiteertitelJIN 2005/314
SamenvattingDerdenbeslag. Vordering tot periodieke betalingen. Tenuitvoerlegging verstekvonnis.

Samenvatting (Bron)10 juni 2005 Eerste Kamer Nr. C04/111HR RM Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: MODUS FINANCIERINGEN B.V., gevestigd te 's-Gravenhage, EISERES tot cassatie, advocaat: mr. J.I. van Vlijmen, t e g e n [Verweerder],wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...
AnnotatorA.I.M. van Mierlo
Pagina1237-1240
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT4065
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 10-06-2005, R04/140HR
CiteertitelJIN 2005/315
SamenvattingOverschrijding cassatietermijn. Toezending uitspraak na afloop cassatietermijn. Geen reden voor uitzondering niet-ontvankelijkheid.
Samenvatting (Bron)10 juni 2005 Eerste Kamer Rek.nr. R04/140HR JMH/RM Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: 1. [Verzoeker 1], wonende te [woonplaats], 2. de vennootschap naar Belgisch recht HERDERA B.V.B.A., gevestigd te Sint Niklaas, België, VERZOEKERS tot cassatie, advocaat: mr. drs. R.A. van der Hansz, t e g e n DIGISAVE INTERNATIONAL B.V., gevestigd te Fijnaart, gemeente Moerdijk, VERWEERSTER in cassatie, advocaat: mr. R.A.A. Duk. 1. Het geding in feitelijke instanties...
AnnotatorF.M. Ruitenbeek-Bart
Pagina1240-1243
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT1097
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 24-06-2005, C04/134HR
CiteertitelJIN 2005/316
SamenvattingPartijgetuige. Cessie.
Samenvatting (Bron)24 juni 2005 Eerste Kamer Nr. C04/134HR JMH/RM Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats], EISERES tot cassatie, advocaat: mr. P.S. Kamminga, t e g e n [Verweerder], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Pagina1243-1247
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT2449
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 14-06-2005, 01608/04
CiteertitelJIN 2005/317
SamenvattingSchending ambtsgeheim (loco)burgemeester. Moordaanslag op Fortuijn. Identiteit verdachte prijsgegeven.
Samenvatting (Bron)Schending ambtsgeheim ex art. 272.1 Sr door loco-burgemeester door op de avond van de moordaanslag op Pim Fortuijn de identiteit van de vermoedelijke dader, die nog niet verder bekend was dan aan degenen die daarvan ambtshalve op de hoogte waren gesteld, telefonisch bekend te maken aan iemand van de vereniging waarbij de vermoedelijke moordenaar van Pim Fortuijn werkzaam was.
Pagina1248-1251
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT2855
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 14-06-2005, 02284/04
CiteertitelJIN 2005/318
SamenvattingGrondslagverlating. Verplichte keuze in bewezenverklaring. Tezamen en in vereniging, althans alleen.
Samenvatting (Bron)Door uit de in de tenlastelegging opgenomen alternatieven "tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen" in de bewezenverklaring geen keuze te maken, heeft het hof de grondslag van de tenlastelegging verlaten. Het hof heeft gelet op de kwalificatie de feiten bij de strafoplegging kennelijk beschouwd als door de verdachte alleen gepleegd. Dat kan ook uit de bewijsmiddelen worden afgeleid, die omtrent een mededader niets inhouden. HR vernietigt bewezenverklaring voorzover daarin sprake is van handelen tezamen en in vereniging met een ander.
AnnotatorJ. Silvis
Pagina1252-1256
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT2903
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 14-06-2005, 02520/04
CiteertitelJIN 2005/319
SamenvattingOnrechtmatige telefoontap. Bewijsuitsluiting. Rechtmatigheid doorzoeking. Bekennende verklaring.
Samenvatting (Bron)OM-cassatie. 1. De vaststelling dat voor het opnemen van telecommunicatie niet de vereiste machtigingen zijn verstrekt, draagt zelfstandig het oordeel omtrent de onrechtmatigheid van de toepassing van dat opsporingsmiddel. Voorzover het hof tot uitgangspunt heeft genomen dat bedoeld verzuim dient te leiden tot uitsluiting van bewijsmateriaal dat dmv de toepassing van dat opsporingsmiddel is verkregen, is dat oordeel onjuist noch onbegrijpelijk. 2. 's Hofs oordeel evenwel dat de resultaten die verkregen zijn uit de verrichte doorzoeking het rechtstreekse gevolg zijn geweest van de onrechtmatige telefoontap - waarmee het hof kennelijk heeft bedoeld dat de doorzoeking zonder de tap niet had kunnen plaatsvinden - is zonder nadere doch ontbrekende motivering niet begrijpelijk, in aanmerking genomen dat het hof heeft vastgesteld dat op het moment waarop de OvJ de bevelen ex art. 126m Sv gaf, het opsporingsonderzoek reeds een verdenking jegens verdachte had opgeleverd. Ook 's hofs oordeel omtrent de bruikbaarheid van de verklaringen van verdachte en zijn partner voor het bewijs is niet begrijpelijk, te minder nu verdachte in eerste aanleg en hoger beroep - telkens in bijzijn van zijn raadsman en na de cautie te hebben gekregen - een bekennende verklaring heeft afgelegd.
AnnotatorJ. Silvis
Pagina1256-1259
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AS8854
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 14-06-2005, 02592/04
CiteertitelJIN 2005/320
SamenvattingMacrobiotisch voedingsadviseur. Benadeling gezondheid. Bijzondere zorgplicht. Beletten vragen onbegrijpelijk.
Samenvatting (Bron)Het hof heeft, kort samengevat, bewezenverklaard dat verdachte, als macrobiotisch voedingsadviseur, opzettelijk de gezondheid van A heeft benadeeld door haar, terwijl zij baarmoederhalskanker had, niet (tijdig) te verwijzen naar de reguliere gezondheidszorg en een macrobiotische oplossing aan te bieden waardoor A de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden. 1. 's Hofs oordeel dat i.c. verdachte jegens A "een bijzondere zorgplicht had, die tenminste met zich had meegebracht dat hij minder zijn weerstand tegen de reguliere geneeskunst had geëtaleerd en haar beter had geïnformeerd over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de macrobiotiek en het feit dat geen enkel wetenschappelijk onderzoek had bevestigd dat macrobiotiek kanker kon genezen of inkapselen", getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en dat oordeel is naar behoren gemotiveerd. 2. De rechter kan ex art. 293.1 Sv beletten dat een getuige gevolg geeft aan een hem gestelde vraag, onder meer indien het antwoord daarop voor de beoordeling van de zaak niet relevant is. 's Hofs oordeel dat de getuige B een bepaalde vraag niet behoeft te beantwoorden omdat het antwoord daarop niet van belang is voor enige in deze strafzaak te nemen beslissing, is zonder nadere doch ontbrekende motivering niet begrijpelijk. De door de verdediging gestelde vraag strekte er immers kennelijk toe informatie te verkrijgen welke van belang zou kunnen zijn met het oog op de tenlastelegging voorzover inhoudende: "waardoor A de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden".
Pagina1260-1264
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT1801
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 14-06-2005, 03272/04 B
CiteertitelJIN 2005/321
SamenvattingDoorzoeking bij advocaat(-verdachte). Verdenking medeplegen witwassen en fraude. Verschoningsrecht wijkt voor belang strafvordering.
Samenvatting (Bron)Doorzoeking ter inbeslagneming bij advocaat(-verdachte). 1. Het verschoningsrecht van de advocaat is in zoverre niet absoluut dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt - ook tav datgene waarvan de wetenschap de advocaat als zodanig is toevertrouwd - moet prevaleren boven het verschoningsrecht. Dit brengt mee dat, waar doorzoeking ter inbeslagneming bij een advocaat zonder diens toestemming reeds kan plaatsvinden als het gaat om brieven en geschriften die voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend, die toestemming in het geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden evenmin nodig is als de doorzoeking een verdere strekking heeft en is gericht op brieven en geschriften die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen. De beantwoording van de vraag welke omstandigheden als zeer uitzonderlijk moeten worden aangemerkt, laat zich niet in een algemene regel samenvatten. De enkele omstandigheid dat een advocaat als verdachte wordt aangemerkt is in ieder geval niet toereikend, maar wel de verdenking van een ernstig strafbaar feit, zoals het vormen van een crimineel samenwerkingsverband van een advocaat met bepaalde cliënten. Dan zal het belang van die cliënten dat zij ervan moeten kunnen uitgaan dat de advocaat geheim houdt hetgeen zij hem in die criminele aangelegenheid hebben toevertrouwd moeten wijken voor het belang dat de waarheid aan het licht komt. In een dergelijk geval dienen het verschoningsrecht en de daarmee samenhangende beperkingen van de uitoefening van de beslag- en doorzoekingsbevoegdheden te wijken voor het belang van strafvordering, zij het dat ook dan de inbreuk op het verschoningsrecht niet verder mag gaan dan strikt nodig is voor het aan het licht brengen van de waarheid van het desbetreffende feit, waarbij zorg moet worden betracht om te voorkomen dat de belangen van andere cliënten van de advocaat dan de cliënten die betrokken zijn bij de strafbare feiten waarvan de advocaat wordt verdacht onevenredig worden getroffen (HR NJ 2002, 438 en HR NJ 2002, 439). 2. De rb heeft onjuist noch onbegrijpelijk geoordeeld dat i.c. sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan het belang dat de waarheid aan het licht komt - ook tav datgene waarvan de wetenschap de klager als zodanig is toevertrouwd - dient te prevaleren boven het verschoningsrecht (de advocaat wordt naar het oordeel van de rb terecht verdacht van witwassen van mogelijk een zeer grote geldsom ex art. 420ter dan wel 420bis Sr en valsheid in een notariële akte ex art. 225 en/of 226 Sr, dan wel van het medeplegen van en/of behulpzaam zijn bij die feiten, terwijl blijkt van een zwaarwegend onderzoeksbelang jegens vier medeverdachten). Het oordeel van de rb dat bij die belangenafweging mag meewegen de omstandigheid dat er sprake is van medeverdachten en dat in een geval als het onderhavige mede betekenis toekomt aan het tav die medeverdachten geldende onderzoeksbelang, getuigt evenmin van een onjuiste rechtsopvatting. 3. In een geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden, zoals i.c., waarbij het belang van de waarheidsvinding prevaleert boven het verschoningsrecht is de bevoegdheid tot doorzoeking niet beperkt tot brieven of geschriften die het voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend, zodat de vraag of de geschriften een zodanig karakter hebben niet relevant is (HR NJ 2002, 439).
Pagina1264-1267
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT4418
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 21-06-2005, 01901/04
CiteertitelJIN 2005/322
SamenvattingGezamenlijke huishouding. Voordeel uit bijstandsfraude partner. Bewijs opzetheling. Wetenschap herkomst geld.
Samenvatting (Bron)Voordeel trekken uit bijstandsfraude. 1. ’s Hofs verzuim n.a.v. het verweer nader te motiveren dat sprake was van een gezamenlijke huishouding a.b.i. de Algemene bijstandswet kan i.c. niet tot cassatie leiden, omdat het verweer slechts verworpen kon worden gelet op de door het hof vastgestelde feiten en art. 3 (oud) Abw. Het in het middel aangehaalde woord “duurzaam” komt niet voor in de toepasselijke bepalingen van de Abw. 2. Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachte, zoals bewezenverklaard, telkens wist dat de goederen en diensten geheel of ten dele werden bekostigd met het door misdrijf verkregen geld.
Pagina1268-1270
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT1756
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 21-06-2005, 02217/04
CiteertitelJIN 2005/323
SamenvattingOnvoldoende ernstige bezwaren voorlopige hechtenis. Vereiste ernstige bezwaren DNA-onderzoek. Geen innerlijke tegenstrijd.
Samenvatting (Bron)Gebruik voor het bewijs van resultaten van een DNA-onderzoek. Het hof heeft vastgesteld dat de rb in haar afwijzende beschikking op de vordering verlenging gevangenhouding heeft overwogen dat “de verdenking, bezwaren en gronden die tot het bevel gevangenhouding hebben geleid niet meer in voldoende mate bestaan”. Daarmee is niet onverenigbaar dat t.t.v. het aangevochten bevel van de r-c ernstige bezwaren ex art. 195d.3 Sv (oud) tegen verdachte bestonden.
Pagina1270-1271
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT2899
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 28-06-2005, 03665/04
CiteertitelJIN 2005/324
SamenvattingAuteursrechthebbende. Motivering bewezenverklaring. Oordeel aangaande benadeelde partij. Innerlijk tegenstrijdig arrest.

Samenvatting (Bron)Bewezenverklaard is dat verdachte inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van "een ander of anderen". In de bewijsmiddelen heeft het hof vastgesteld dat X rechthebbende is op dat auteursrecht en dat verdachte zonder diens toestemming heeft gehandeld. Omtrent andere rechthebbenden houden de bewijsmiddelen niets in. Met een en ander is niet verenigbaar 's Hofs oordeel aangaande de vordering van de benadeelde partij X dat "de vraag of X auteursrechthebbende is in dit strafgeding niet voldoende duidelijk beantwoord kan worden".
AnnotatorJ. Silvis
Pagina1271-1273
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AT4426
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 18-05-2005, 200406260/1
CiteertitelJIN 2005/325
SamenvattingSchade. Causaal verband. Schending redelijke termijn art. 6 EVRM.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 december 2000 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat (hierna: de Minister) verzoeken van appellanten om vergoeding van schade niet-ontvankelijk verklaard.
Pagina1274-1276
UitspraakECLI:NL:RVS:2005:AT5690
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 12-05-2005, 03/1790 AW + 05/1609 AW
CiteertitelJIN 2005/326
SamenvattingZelfstandig schadebesluit. Schadevergoeding. Causaal verband. Omkeringsregel.
Samenvatting (Bron)Aansprakelijkheidsstelling voor de schade voortvloeiende uit blootstelling van betrokkene aan asbest tijdens het dienstverband.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
Pagina1276-1281
UitspraakECLI:NL:CRVB:2005:AT5582
Artikel aanvragenVia Praktizijn