Titel | De Wet kosten bestuurlijke voorprocedures in de rechtspraak |
---|---|
Citeertitel | JB plus, 2005, 147 |
Samenvatting | De Wet kosten bestuurlijke voorprocedures is thans zo'n 3,5 jaar in werking. In deze periode zijn belangrijke aspecten van de wet uitgekristalliseerd. Andere kwesties, vooral die van de vergoedbaarheid van de kosten van bezwaar in het geval van niet tijdig beslissen door het bestuur, roepen nog wel vragen op. In deze bijdrage geven de auteurs aan hoe deze en andere kwesties volgens hen moeten worden opgelost. |
Pagina | 147-167 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Schikken hangende beroep. Over mogelijkheden en consequenties van schikken in heet bestuurs(proces)recht |
---|---|
Citeertitel | JB plus, 2005, 168 |
Samenvatting | Alternatieve geschilafdoening is volgens de regering in het bestuursrecht kansrijk. Het treffen van een schikking geeft uitdrukking aan de eigen verantwoordelijkheid van partijen voor de beëindiging van hun geschil en kan gelden als vorm van finale geschilbeslechting. Is het bestuursprocesrecht eigenlijk wel voldoende gericht op de mogelijkheid tot schikking? Welke consequenties heeft een hangende het beroep bij de bestuursrechter gesloten overeenkomst waarmee partijen trachten een einde te maken aan het juridische geschil? |
Pagina | 168-180 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | De bestuursrechter als begeleider van schikkingsonderhandelingen |
---|---|
Citeertitel | JB plus, 2005, 181 |
Samenvatting | Minder dan bij andere geschilbeslechtende rechters leeft onder bestuursrechters de gedachte dat een uitspraak van de rechter ultimum remedium is. Toch lenen heel wat bestuursrechtelijke geschillen zich voor een schikkingspoging door de rechter. Zo'n poging is vooral kansrijk als de rechter het geschil met partijen wat kan dejuridiseren. |
Pagina | 181-191 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | De beginselplicht tot handhaving. Een nieuwe benadering? |
---|---|
Citeertitel | JB plus, 2005, 192 |
Samenvatting | In de zomer van 2004 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een nieuwe 'uniforme' beginselplicht-formule geïntroduceerd. De vraag die in deze bijdrage centraal staat is of deze nieuwe formule leidt tot andere uitkomsten in de rechtspraak in de zin dat een bestuursorgaan op basis van de nieuwe formulering sneller of juist minder snel gehouden is handhavend op te treden. |
Auteur(s) | C.L.G.F.H. Albers |
Pagina | 192-207 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |