Titel | Luchtkwaliteit: regelgeving en rechtspraak |
---|---|
Citeertitel | TMA, 2005, 43 |
Samenvatting | De luchtkwaliteit in Nederland staat volop in de belangstelling. Steeds meer wordt duidelijk dat de verontreiniging van onze buitenlucht niet slechts een theoretisch onderwerp van discussie is, maar dat de volksgezondheid daadwerkelijk in het geding is. Ook de met dit bewustzijn samengaande strengere regelgeving en rechtspraak veroorzaakt echter de nodige maatschappelijke opschudding. Met name het laatste jaar heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een fors aantal plannen en projecten terugverwezen omdat onvoldoende aandacht was besteed aan het aspect luchtkwaliteit. |
Auteur(s) | E.D.M. Knegt |
Pagina | 43-49 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Doorwerking van het EG-recht, in het bijzonder in het waterbeheer. Europees Recht |
---|---|
Citeertitel | TMA, 2005, 50 |
Samenvatting | Dat Nederland het de laatste jaren ronduit slecht doet bij de implementatie van milieurichtlijnen is een feit van algemene bekendheid. In TAM 2004-1, p. 21, gingen wij reeds in op het vernietigende oordeel van het Hof over de wijze waarop Nederland de Nitraatrichtlijn (niet) heeft omgezet. Inmiddels dreigt Nederland ook veroordeeld te worden wegens de niet (correcte) omzetten van andere voor het waterbeheer relevante richtlijnen, namelijk de Richtlijn Stedelijk Afvalwater, Richtlijn 76/464, de Kaderrichtlijn water en de IPPC-richtlijn. |
Auteur(s) | H.F.M.W. van Rijswick , R.J.G.M. Widdershoven |
Pagina | 50-58 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 28-01-2005, C03/219HR |
---|---|
Citeertitel | TMA, 2005, 59 |
Samenvatting | Begroting immateriële schade; toerekening aan aansprakelijke persoon. |
Samenvatting (Bron) | 28 januari 2005 Eerste Kamer Nr. C03/219HR JMH/AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. E. van Staden ten Brink, t e g e n [Verweerster], gevestigd te [vestigingsplaats], VERWEERSTER in cassatie, advocaat: mr. M.W. Scheltema. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Pagina | 59-60 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2005:AR6460 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 18-02-2005, C03/037HR |
---|---|
Citeertitel | TMA, 2005, 60 |
Samenvatting | Gebondendheid in civielrechtelijk procedure aan onherroepelijke bestuursrechtelijke uitspraak. |
Samenvatting (Bron) | 18 februari 2005 Eerste Kamer Nr. C03/037HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD, in zijn hoedanigheid van beheerder en vereffenaar van het vermogen van het voormalige LANDBOUWSCHAP, gevestigd te 's-Gravenhage, EISER tot cassatie, advocaat: mr. G. Snijders, t e g e n 1. NEDERLANDSE VAKBOND VARKENSHOUDERS, gevestigd te Lunteren, 2. [Verweerster 2], alsmede haar maten: [betrokkene 1] en [A] B.V., gevestigd, respectievelijk wonende te [plaats], 3. [Verweerder 3], wonende te [woonplaats],4. [Verweerster 4], alsmede haar maten: [betrokkene 2] en [betrokkene 3], gevestigd, respectievelijk wonende te [plaats], 5. [Verweerder 5], wonende te [woonplaats], 6. [Verweerster 6], gevestigd te [vestigingsplaats], VERWEERDERS in cassatie, advocaat: mr. R.A.A. Duk. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Pagina | 60-63 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2005:AO4257 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 21-12-2004, C0300430/HR |
---|---|
Citeertitel | TMA, 2005, 64 |
Samenvatting | Ernstige verwijtbaar handelen in de zin van art. 75 lid 6 Wbb. |
Samenvatting (Bron) | Nu er, gelet op hetgeen in rechtsoverweging 2.5 is overwogen, van moet worden uitgegaan dat Akzo niet op de hoogte was van de verontreiniging van haar bedrijfsterrein (het voormalige bedrijfsterrein van Stork incluis) met HCH, toen grond en puin werden afgevoerd in verband met verbouwingen en nieuwbouw, kan niet worden gezegd dat zij wat dat betreft bewust roekeloos heeft gehandeld. De Staat heeft immers desgevraagd tijdens het pleidooi niet ontkend dat het afvoeren van grond en puin om deze te gebruiken voor het opvullen of aanvullen van grond in de omgeving in de tijd waarin dat gebeurde (tussen 1954 en 1970) niet ongebruikelijk was. Op zich kan dan ook het feit dat bouwgrond en puin door of vanwege Akzo niet werd afgevoerd naar officiële stortplaatsen niet als onzorgvuldig, laat staan als roekeloos worden aangemerkt, nu een dergelijke afvoer - althans van grond en puin waarvan niet bekend was dat die verontreinigd was - geenszins ongebruikelijk was. Dat zou slechts anders zijn als bij dat afvoeren bij Akzo daadwerkelijk de wetenschap bestond dat die bouwgrond en/of dat puin waren verontreinigd met HCH, en dat heeft het hof nu juist niet bewezen geacht. |
Pagina | 64-65 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2004:AS2077 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Amsterdam, 18-02-2004, 245784/H02.1455 en 261260/H03.0579 |
---|---|
Citeertitel | TMA, 2005, 65 |
Samenvatting | Kostenverhaal bodemsanering.
(Staat der Nederlanden / Spectrum holding B.V. / Gemeente Blaricum). |
Pagina | 65-69 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank 's-Hertogenbosch, 02-02-2005, 9345/ HA ZA 95-178 |
---|---|
Citeertitel | TMA, 2005, 69 |
Samenvatting | Bodemverontreiniging. Alternatieve causaliteit.
(Staat der Nederlanden / Visser Motoren Recycling B.V.). |
Pagina | 69-72 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |