Titel | Misbruik van bestuursprocesrecht |
---|---|
Citeertitel | NTB 2006, 6 |
Samenvatting | In het burgerlijk recht is de figuur van misbruik van procesrecht ontwikkeld en gecodificeerd in art. 3:13 BW. Langzamerhand komen in de praktijk van het bestuursrecht vragen op rondom de toepassing van dit leerstuk in het bestuursprocesrecht. Auteur schetst de civielrechtelijke ontwikkeling, analyseert de bestaande bestuursrechtelijke jurisprudentie en beziet de consequenties die daaraan (zouden moeten) worden verbonden. |
Auteur(s) | K.J. de Graaf |
Pagina | 41-49 |
Link | Volledige tekst artikel (rug.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Verwachting |
---|---|
Titel | Glazige blikken: het ontbreken van verplichte procesvertegenwoordiging |
Citeertitel | NTB 2006, |
Samenvatting | Leg het de rechtzoekende burger maar eens uit: dat zijn (hoger) beroep niet-ontvankelijk is omdat hij er de facto niets mee opschiet; of: dat hij van de rechtbank alleen op formele gronden gelijk heeft gekregen, dat hij verzuimd heeft tegen de inhoudelijke overwegingen van de uitspraak in hoger beroep te gaan, maar dat hij daar nu te laat mee is. |
Auteur(s) | R.M. van Male |
Pagina | 50-51 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Oude meesters |
---|---|
Titel | Van der Hoevens 'dimensies van het bestuursrecht' |
Citeertitel | NTB 2006, 8 |
Samenvatting | Een kenmerk van de vele toonaangevende publicaties van Mr. J van der Hoeven over het staats- en bestuursrecht - zoals 'De plaats van de Grondwet in het Constitutionele Recht' (1958, herdruk 1988), 'Regelmaat en norm' (1960), 'Pseudo-wetgeving' (1965/1967), 'De magische lijn' (1970), 'De grenzen van de rechterlijke functie in de administratieve rechtspraak' (1974), 'Botsing van grondrechten' (1983) - is wel dat het nooit vlakke, eendimensionale betogen zijn. |
Auteur(s) | E. Hirsch Ballin |
Pagina | 52-54 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Kroniek |
---|---|
Titel | Bestuurlijke organisatie |
Citeertitel | NTB 2006, 9 |
Samenvatting | Dat het bestuursorgaanbegrip geen rustig bezit is, blijkt uit de verwarring over de status van De Nederlandse Bank (DNB). De Rechtbank Rotterdam meende dat DNB een (zelfstandig) bestuursorgaan is dat samenvalt met een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. |
Auteur(s) | M.C. de Voogd |
Pagina | 55-64 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rubriek - Awb & wetgeving |
---|---|
Titel | Awb & wetgeving. Invoeringsevaluatie van de Wet rechtstreeks beroep |
Citeertitel | NTB 2006, 10 |
Samenvatting | Begin december 2005 is een invoeringsevaluatie gepresenteerd van de Wet rechtstreeks beroep. Die wet is op 1 september 2004 in werking getreden en voorzag in de invoeging van art. 7:1a en 8:54a in de Awb. |
Auteur(s) | A. Weggeman |
Pagina | 65-67 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rubriek - Bijeenkomsten |
---|---|
Titel | Bijeenkomsten |
Citeertitel | NTB 2006, |
Pagina | 68-68 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |