Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Een voorstel voor Europese beginselen voor verticale overeenkomsten: relevant voor de Nederlandse praktijk? |
Citeertitel | VrA 2006/2, p. 5 |
Samenvatting | Recentelijk verschenen van de hand van de Study Group on a European Civil Code de 'Principles of European Law: Commercial Agency, Franchise and Distribution Contracts' (hierna de CAFDC genoemd). Met deze beginselen doen de opstellers een voorstel voor specifieke regels op het gebied van agentuur-, distributie-, franchiseovereenkomsten en andere zogenaamde verticale overeenkomsten. Net als de Principles of European Contract Law (PECL) zijn ook de CAFDC in principe bedoeld als een basis voor verdere harmonisatie en ontwikkeling van de verschillende rechtsstelsels in Europa. |
Auteur(s) | E. Beekman |
Pagina | 5-24 |
Link | Volledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | De wisselende betekenis van de Richtlijn oneerlijke bedingen in de Nederlandse rechtspraak: een drieluik |
Citeertitel | VrA 2006/2, p. 25 |
Samenvatting | Dit artikel betreft de wijze waarop de Nederlandse rechter tot op heden is omgegaan met de Richtlijn oneerlijke bedingen en de bijbehorende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Meer dan tien jaar nadat de richtlijn in werking is getreden, is het effect dat de richtlijn heeft gesorteerd in de rechtspraak goed zichtbaar.
De verwevenheid van een tweetal onderzoeksvragen met betrekking tot de Richtlijn oneerlijke bedingen en de hieruit voortgevloeide conclusies vormen de aanleiding tot dit artikel. |
Auteur(s) | C.M.D.S. Pavillon |
Pagina | 25-70 |
Link | Volledige tekst artikel (Researchgate) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Rechtsverwerking en gerechtvaardigd vertrouwen |
Citeertitel | VrA 2006/2, p. 71 |
Samenvatting | [...] De drie bovenstaande voorbeelden hebben, ondanks hun afkomst uit verschillende jurisdicties, een aantal karaktertrekken gemeen. Al geruime tijd had de vordering kunnen zijn ingesteld, maar zij was dat niet. Toch was ze niet verjaard, onder meer omdat de daarvoor gestelde termijn nog niet (geheel) was verstreken. Het enkele verloop van een geruime tijd waarin de vordering sluimerde, is echter onvoldoende om de eiser (in het tweede voorbeeld: de gedaagde) zijn vordering (respectievelijk haar verweer) te ontzeggen. |
Auteur(s) | E.J.H. Schrage |
Pagina | 71-111 |
Link | Volledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Annotaties |
---|---|
Titel | Het actierecht van de faillissementscurator. HR 16 september 2005, LJN AT7797, De Bont / Bannenberg q.q. |
Citeertitel | VrA 2006/2, p. 112 |
Samenvatting | Bevoegdheid curator tot het instellen van een Peeters/Gatzen-vordering; de gezamenlijke schuldeisers; aansprakelijkheid wegens vermeerdering faillissementstekort. |
Auteur(s) | T.T. van Zanten |
Pagina | 112-140 |
Link | Volledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2005:AT7797 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Reactie en naschrift |
---|---|
Titel | Reactie |
Citeertitel | VrA 2006/2, p. 141 |
Samenvatting | In zijn noot bij HR 23 december 2005, C04/294HR (De Rooij/Van Olphen), VRA 2006/1, besteedt prof. mr. R.-J. Tjittes ruim aandacht aan de NVM-koopakte. Hij doet enkele suggesties tot herformulering van artikel 5.3 van deze modelkoopakte. Tjittes gaat daarbij uit van de tekst zoals die luidde vóór september 2003 (model januari 2000). [...] De actualisering van de NVM-koopakte in 2003 had echter onder andere betrekking op artikel 5.3. Een deel van zijn kritiek is dan ook achterhaald. Hieronder zal ik op een aantal overwegingen van Tjittes nader ingaan. |
Auteur(s) | C.M.H. Vlaanderen |
Pagina | 141-147 |
Link | Volledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Reactie en naschrift |
---|---|
Titel | Naschrift |
Citeertitel | VrA 2006/2, p. 148 |
Samenvatting | Het geschil dat aan het arrest-De Rooij/Van Olphen ten grondslag lag, kon ontstaan omdat niet bijzonder duidelijk was - ook niet voor juristen - dat artikel 5.3 van de toenmalige NVM-koopakte een onderscheid maakte tussen het normale gebruik en het voorgenomen gebruik van een woning. |
Auteur(s) | R.P.J.L. Tjittes |
Pagina | 148-150 |
Link | Volledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |