| Titel | Verankering van het integriteitsbeginsel in het bestuursrecht |
|---|---|
| Citeertitel | NTB 2006, 29 
|
| Samenvatting | Hoe zou een integriteitsbeginsel in het positieve algemeen bestuursrecht kunnen of moeten worden verankerd? Na een algemene verkenning doet de auteur een concrete suggestie om de corruptiebestrijding een plaats te geven in de Awb. |
| Auteur(s) | J.B.J.M. ten Berge
|
| Pagina | 211-218 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Titel | De zin van het verwijzen naar rechtspraak |
|---|---|
| Citeertitel | NTB 2006, 30
|
| Samenvatting | In dit artikel wordt gekeken of het verwijzen door de hoogste bestuursrechters naar elkaars rechtspraak een bijdrage zou kunnen leveren aan rechtseenheid. Het gaat dan om het nut van verwijzen en hoe de (hoogste) rechters daarmee om zouden kunnen gaan. |
| Auteur(s) | M.W. Scheltema
|
| Pagina | 219-224 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Titel | Er is niets praktischer dan een zuivere theorie! |
|---|---|
| Citeertitel | NTB 2006, 31
|
| Samenvatting | Verslag van de Leidse studiedag op 3 maart 2006 naar aanleiding van het verschijnen van het handboek 'Nederlands bestuursprocesrecht in theorie en praktijk' van A. Q.C. Tak. |
| Auteur(s) | T. Barkhuysen ,
W. den Ouden ,
Y.E. Schuurmans
|
| Pagina | 225-227 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Rubriek | Verwachting |
|---|---|
| Titel | Hirshi Ali en het gelijkheidsbeginsel |
| Citeertitel | NTB 2006, 32
|
| Samenvatting | In Duitse grondwet is de bepaling opgenomen dat de wetgever niet een wet voor één geval mag maken (zie art. 19 lid 1). De achtergrond daarvan is duidelijk: het is de taak van de wetgever om iedereen op gelijke wijze te behandelen. Daarom moeten de afwegingen die de wetgever maakt een algemeen karakter hebben: voor allen in gelijke omstandigheden moet hetzelfde gelden. In Nederland kennen wij een dergelijk grondwetsartikel niet, maar ons staatsrecht gaat van hetzelfde uitgangspunt uit. Een wet om het pensioen van de weduwe van Rost van Tonningen stop te zetten kon indertijd dan ook niet totstandkomen. |
| Auteur(s) | M. Scheltema
|
| Pagina | 228-229 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Rubriek | Oude meesters |
|---|---|
| Titel | Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat |
| Citeertitel | NTB 2006, 33
|
| Samenvatting | Op 7 oktober 2005 overleed, plotseling, Pieter de Haan, emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit en de Technische Universiteit Delft. Het boek waarmee De Haan in bestuursrechtelijk Nederland in overdrachtelijke zin onsterfelijk is geworden, is het handboek dat hij met Th.G. Drupsteen en R. Fernhout schreef onder de veelzeggende titel Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat. Veelzeggend, omdat de auteurs daarin tot uitdrukking brengen dat het bestuursrecht bij de overgang van de liberale naar de sociale rechtsstaat fundamenteel was veranderd, en dat de bestaande benadering in de bestuursrechtelijke literatuur daar onvoldoende rekening mee hielden. |
| Auteur(s) | S.E. Zijlstra
|
| Pagina | 230-231 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Rubriek | Kroniek |
|---|---|
| Titel | Schadevergoeding |
| Citeertitel | NTB 2006, 34
|
| Samenvatting | Verhouding burgerlijke rechter/belastingrechter: Het overheidsaansprakelijkheidsrecht is berucht moeilijk. Dat geldt met name voor de problemen die samenhangen met de rechtsmachtverdeling. Een groot deel van de rechtspraak van de burgerlijke rechter op dit punt kan begrepen worden in het licht van het uitgangspunt dat de burgerlijke rechter terug treedt wanneer een bestuursrechter een taak heeft. Dat geldt ook voor het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2006. Eisers in cassatie waren met de belastingdienst een zogenoemde 'Transparantieovereenkomst' overeengekomen. |
| Auteur(s) | B.P.M. van Ravels
|
| Pagina | 232-247 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Rubriek | Kroniek |
|---|---|
| Titel | Bestuurlijke organisatie |
| Citeertitel | NTB 2006, 35
|
| Samenvatting | In HR 8 juli 2005 (AB 2006, 17) oordeelt de Hoge Raad dat het in art. 6 lid 1 EVRM neergelegde recht op rechtspraak binnen een redelijke termijn ook geldt voor publiekrechtelijke lichamen. Dit is opmerkelijk omdat algemeen aanvaard is dat overheden geen beroep op grondrechten kunnen doen. Zie in dit verband de kritische annotatie van A.M.L. Jansen bij deze uitspraak in AB. |
| Auteur(s) | M.C. de Voogd
|
| Pagina | 248-255 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Rubriek | Rubriek |
|---|---|
| Titel | Nieuwe uitgaven |
| Citeertitel | NTB 2006,
|
| Pagina | 256-257 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
| Rubriek | Rubriek - Bijeenkomsten |
|---|---|
| Titel | Bijeenkomsten |
| Citeertitel | NTB 2006,
|
| Pagina | 258-258 |
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |