Gemeentestem

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Gemeentestem
Datum 10-10-2006
Aflevering 7259
TitelDe Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2006
CiteertitelGst. 2006, 132
Samenvatting1 januari 2006 was een gedenkwaardige dag voor samenwerking op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR). Op die datum zijn twee wetten in werking getreden die de WGR aanzienlijk hebben gewijzigd. De eerste Wijzigingswet (Stb. 2005, 668) beoogt de WGR in essentie terug te brengen tot het wettelijk kader voor vrijwillige samenwerking tussen gemeenten bij de uitvoering van lokale taken. Gemeenten krijgen meer armslag om die samenwerking zelf vorm te geven. De rol daarbij van de provincie is beperkt.
Auteur(s)D.H. de Vries
Pagina515-526
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 11-10-2005, 01476/04
CiteertitelGst. 2006, 133
SamenvattingVerblijfsontzegging op grond van APV voor Kronenburgerpark te Nijmegen. APV-bepaling die ziet op feitelijke handhaving openbare orde ex art. 172 Gemeentewet. Uitvoeringsbevoegdheid APV-bepaling ten onrechte niet bij burgemeester maar bij B&W gelegd. Verhouding strafrechter en bestuursrechter. (Nijmegen).
Samenvatting (Bron)Beoordeling verbindendheid art. 2.4.1 (oud) APV Nijmegen en verhouding strafrechter tot (lagere) bestuursrechter. 1. Voor de vraag of de strafrechter is gebonden aan onherroepelijke uitspraken van de voorzieningenrechter in de rb waarin deze heeft geoordeeld dat art. 2.4.1 (oud) APV Nijmegen onverbindend is, dient te worden vooropgesteld dat een behoorlijke taakverdeling tussen de strafrechter en de bestuursrechter, mede met het oog op het voorkomen van tegenstrijdige uitspraken, meebrengt dat in het geval de daartoe bij uitstek aangewezen hoogste bestuursrechter, in een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang in een beslissing ten gronde een algemeen verbindend voorschrift onverbindend heeft geoordeeld de strafrechter in beginsel van dat oordeel dient uit te gaan (HR NJ 2003, 81). Een dergelijk geval doet zich hier niet voor, nu de bedoelde uitspraken niet zodanige beslissingen van de hoogste bestuursrechter betreffen. Het hof hoefde daarom niet van de in die uitspraken vervatte oordelen omtrent de onverbindendheid van het overtreden voorschrift uit te gaan. 2. Het hof heeft met juistheid aangenomen dat het de vraag had te beoordelen of art. 2.4.1 (oud) APV Nijmegen verbindend was, ongeacht het feit dat verdachte niet de daartoe openstaande bestuursrechtelijke rechtsgang heeft benut. Die enkele omstandigheid heeft immers niet tot gevolg dat de strafrechter, die geroepen is te oordelen over een tegen verdachte gerezen verdenking van overtreding van een jegens hem uitgevaardigd verbod, zich geen eigen oordeel behoort te vormen omtrent de verbindendheid van de aan dat verbod ten grondslag liggende regeling. 3. Gelet op de bewoordingen en plaatsing van art. 2.4.1 in de APV Nijmegen ziet die bepaling op de feitelijke handhaving van de openbare orde. Daarmee is ex art. 172 Gemeentewet uitsluitend de burgemeester belast. Dat brengt mee dat de gemeenteraad buiten zijn verordenende bevoegdheden is getreden door in art. 2.4.1 (oud) APV Nijmegen het college van B&W, i.p.v. de burgemeester, aan te wijzen als het bevoegde orgaan voor het opleggen van verblijfsontzeggingen als hier bedoeld. De APV Nijmegen moet dus in zoverre buiten toepassing blijven.
AnnotatorJ.M.H.F. Teunissen
Pagina526-533
UitspraakECLI:NL:HR:2005:AS9224
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 07-06-2006, 200508050/1
CiteertitelGst. 2006, 134
SamenvattingGoedkeuring bestemmingsplan in strijd met DHW. (Amsterdam, 'de Vondeltuin').
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 december 2004 heeft de stadsdeelraad van het stadsdeel Oud Zuid van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Vondelpark" vastgesteld.
AnnotatorJ.L.A. Kessen
Pagina533-536
UitspraakECLI:NL:RVS:2006:AX7080
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 09-11-2005, 200501078/1
CiteertitelGst. 2006, 135
SamenvattingLast onder dwangsom strekkende tot stilleging illegale bouwwerkzaamheden. Legalisatie niet aan de orde. Gevolgen voor rekening en risico bouwer. (Tiel).

(College van B&W van Tiel / Uitspraak in zaaknr. AWB 04/548 van de rechtbank Arnhem van 20 december 2004).
AnnotatorL.J.J. Rogier
Pagina536-539
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 02-11-2005, 200508367/1 en 200508367/2
CiteertitelGst. 2006, 136
SamenvattingLast onder dwangsom wegens overtreding nadere eis dat roldeur van inrichting voor motorvoertuigen niet is gesloten. Eén overtreding geconstateerd. Handhavend optreden onevenredig. (Soest).

(Appellant / College van B&W van Soest).
AnnotatorL.J.J. Rogier
Pagina539-540
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 03-11-2005, 200508797/1
CiteertitelGst. 2006, 137
SamenvattingVoorlopige voorzieninig. Last onder dwangsom wegens overtreding voorschriften milieuvergunning onevenredig. Geuroverlast beperkt en problemen met de bouw bekend. (Maasdriel).
AnnotatorL.J.J. Rogier
Pagina540-542
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 15-03-2006, 200505926/1
CiteertitelGst. 2006, 138
SamenvattingOpnieuw horen na vernietiging beslissing op bezwaar. Zorgvuldigheid. Vier jaar verstreken sinds verlenen bouwvergunning. Meer dan één beslissing op bezwaar mogelijk. Nadere eisen ex. art. 15 WRO geen algemeen toetsingskader. (Dronten).
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 4 juli 2000 heeft appellant (hierna: het college) bouwvergunning verleend aan de gemeente Dronten voor het oprichten van een hekwerk met ballenvanger op het perceel Muntmeestersdreef te Dronten, kadastraal bekend gemeente Dronten, sectie B, nummer 1306 gedeeltelijk.
AnnotatorW.P. Adriaanse
Pagina542-544
UitspraakECLI:NL:RVS:2006:AV5072
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 21-06-2006, 200507581/1
CiteertitelGst. 2006, 139
SamenvattingIntrekking exploitatievergunning. Huishouding van de gemeente. Verstoring openbare orde door arbeid verricht door illegale prostituees. Bordeelverbod. (Groningen).
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 12 februari 2002 heeft de burgemeester van Groningen (hierna: de burgemeester) de exploitatievergunningen van appellante voor de panden [locaties] te Groningen voor een periode van twaalf maanden ingetrokken.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
Pagina544-548
UitspraakECLI:NL:RVS:2006:AX9064
Artikel aanvragenVia Praktizijn