Rubriek | Vooraf |
---|---|
Titel | Van boeken, recht en taal |
Citeertitel | NJB 2006, 2009 |
Samenvatting | Waar mensen op velerlei wijzen de werkelijkheid beleven en die ook jegens elkaar verder vormgeven in hun onderlinge communicatie en interactie, bijvoorbeeld door middel van visuele, auditieve en allerlei andere vormen van zintuiglijke middelen, is het recht als het primaire normenstelsel voor menselijke interactie notoir gehandicapt. Het recht kent in beginsel slechts één instrument en dat is taal. |
Auteur(s) | C.E. Drion |
Pagina | 2583-2583 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | O.A. Haazen, Algemeen deel van het rechterlijk overgangsrecht |
Citeertitel | NJB 2006, 2010 |
Auteur(s) | T.F.E. Tjong Tjin Tai |
Pagina | 2584-2586 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | N. Scheper-Hughes en P. Bourgeois (eds.), Violence in War and Peace, an Anthology |
Citeertitel | NJB 2006, 2011 |
Pagina | 2587-2590 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | R. Hirschl: Towards Juristocracy. The Origins and Consequences of the New Constitutionalism |
Citeertitel | NJB 2006, 2012 |
Auteur(s) | T.P. Spijkerboer |
Pagina | 2591-2594 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | A.T.J.M. Jacobs, Sociale rechten in Amerika |
Citeertitel | NJB 2006, 2013 |
Auteur(s) | J.M. van Slooten |
Pagina | 2595-2598 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | I. Manji, The Trouble with Islam Today. A Wake-Up Call for Honesty and Change |
Citeertitel | NJB 2006, 2014 |
Auteur(s) | A.C. Hendriks |
Pagina | 2599-2601 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | S. Meuwse, M. Blaak en M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdrecht |
Citeertitel | NJB 2006, 2015 |
Auteur(s) | C. Forder |
Pagina | 2602-2605 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | R. Dworkin, Justice in Robes |
Citeertitel | NJB 2006, 2016 |
Auteur(s) | W. van der Burg |
Pagina | 2606-2608 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | G.C.J.J. van den Bergh, Die holländische elegante Schule. Ein Beitrag zur Geschichte von Humanismus und Rechtswissenschaft in den Niederlanden 1500-1800 |
Citeertitel | NJB 2006, 2017 |
Auteur(s) | C.J.H. Jansen |
Pagina | 2609-2612 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | A. Eser, H.G. Koch, Abortion and the law; from international comparison to legal policy |
Citeertitel | NJB 2006, 2018 |
Auteur(s) | J.K.M. Gevers |
Pagina | 2613-2615 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | Ph. Sands, Lawless World, America and the Making and Breaking of Global Rules |
Citeertitel | NJB 2006, 2019 |
Auteur(s) | N.J. Schrijver |
Pagina | 2616-2617 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 26-09-2006, 57516/00 |
Citeertitel | NJB 2006, 2020 |
Samenvatting | Art. 6 EVRM en art. 1 EP EVRM. Franse gemeente leeft rechterlijke uitspraak wegens insolvabiliteit niet na. Onder art. 6 lid 1 EVRM (recht op een eerlijk proces) is de centrale Franse staat aansprakelijk voor de niet-uitvoering rechterlijke uitspraak door een decentrale overheid. Tevens een schending van art. 1 EP EVRM (eigendomsrecht). Nationale financiële verhoudingen niet van belang voor aansprakelijkheid onder het EVRM.
(Société de Gestion du Port de Campoloro en la société fermière de Campoloro / Frankrijk). |
Samenvatting (Bron) | Violation of Art. 6-1 (access to court);Not necessary to examine Art. 6-1 (length of proceedings);Violation of P1-1;Pecuniary damage - financial award;Costs and expenses partial award - Convention proceedings |
Pagina | 2618-2619 |
Uitspraak | ECLI:CE:ECHR:2006:0926JUD005751600 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 24-11-2006, C05/176HR |
Citeertitel | NJB 2006, 2021 |
Samenvatting | Verjaring vordering tot vergoeding van milieuschade: verlengde termijn van art. 3:310 lid 2 BW; reikwijdte; restrictieve uitleg.
(Wolkat Beheer BV / Gemeente Tilburg). |
Samenvatting (Bron) | Overheidsaansprakelijkheid. Geschil tussen gemeente en eigenaar van een bedrijfsterrein dat de gemeente (ter voorkoming van onteigening) op grond van een overeenkomst van ruil aan de vorige eigenaar had overgedragen, over aansprakelijkheid van de gemeente voor de kosten van bodemsanering; bevrijdende verjaring, bijzondere verlengingstermijn van 30 jaar als bedoeld in art. 3:310 lid 2 BW is niet van toepassing waar schadevordering ziet op een door de gemeente in het verkeer gebracht perceel met bodemverontreiniging zonder dat zij daarvan de veroorzaker is; restrictieve wetsuitleg. |
Pagina | 2619-2620 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AZ0421 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 24-11-2006, C05/197HR |
Citeertitel | NJB 2006, 2022 |
Samenvatting | Derdenbeslag. Afdracht door derde-beslagene overeenkomstig door hem afgelegde, later onjuist gebleken verklaring: onverschuldigde betaling? |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht, derdenbeslag. Geschil tussen notaris en beslaglegger over de terugvordering door de notaris wegens onverschuldigde betaling van geldsom die hij in verband met een geschil tussen anderen op zijn derdenrekening in depot had gehouden en als derde-beslagene overeenkomstig een door hem afgelegde maar onjuiste verklaring ex art. 476a en 476b Rv. aan de met executie belaste deurwaarder heeft afgedragen; verklaring levert nog geen titel tot betaling, uitwerking van HR 30 november 2001, nr. C00/041, NJ 2002, 419. |
Pagina | 2620-2621 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AY7922 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 24-11-2006, R06/035HR |
Citeertitel | NJB 2006, 2023 |
Samenvatting | Schuldsanering. Omvang boedel; letselschade-uitkering. Homologatie akkoord; weigeringsgrond art. 153 lid 2 sub 1 Fw; strekking; taak rechter. |
Samenvatting (Bron) | WSNP; tijdens toepassing van schuldsaneringsregeling ontvangen letselschade-uitkering ingevolge een vaststellingsovereenkomst ter compensatie van materiële en immateriële schade als gevolg van verkeersongevallen valt in de boedel (art. 295 F.); smartengeld, overeenkomstige toepassing van HR 22 november 2002, nr. R02/024, NJ 2003, 32; weigering van een homologatie van akkoord op grond van art. 153 lid 2, aanhef en onder 1, F., enige beoordelingsvrijheid van de rechter. |
Pagina | 2621-2623 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AZ1111 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 14-11-2006, 02674/05 |
Citeertitel | NJB 2006, 2024 |
Samenvatting | Wegens mishandeling van zijn kind werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot één maand gevangenisstraf waarvan 21 dagen voorwaardelijk. |
Samenvatting (Bron) | Art. 359.2 Sv. Zoon van verdachte heeft bij de politie belastend verklaard maar zijn beschuldigingen bij r-c en hof ingetrokken. Hetgeen raadsman ter terechtzitting daaromtrent heeft aangevoerd, behelst mede in het licht van die verklaringen een standpunt dat duidelijk, door argumenten geschraagd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie ten overstaan van het hof naar voren is gebracht. Het hof is in zijn arrest van dit uitdrukkelijk onderbouwde standpunt afgeweken, maar heeft, i.s.m. art. 359.2 Sv niet i.h.b. de redenen opgegeven die daartoe hebben geleid. Dat verzuim leidt ex art. 359.8 Sv tot nietigheid (HR NJ 2006, 393). |
Pagina | 2623-2624 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AX9408 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 14-11-2006, 03064/05 |
Citeertitel | NJB 2006, 2025 |
Samenvatting | Plaatsing in een richting voor stelselmatige daders (art. 38m lid 1 Sr). |
Samenvatting (Bron) | ISD-maatregel: recidivevoorwaarde en motivering oplegging. Voor oplegging van ISD-maatregel ex art. 38m.1.2º Sr is vereist dat verdachte in een periode van 5 jaren voorafgaande aan het feit waarvoor die maatregel wordt opgelegd, ten minste 3 maal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf is veroordeeld, en dat het feit is begaan nadat in ieder geval die 3 veroordelingen geheel ten uitvoer zijn gelegd. Indien aan deze voorwaarde is voldaan, staat aan oplegging van de maatregel niet in de weg dat t.t.v. de berechting sprake was van een nog openstaande straf voor andere feiten. De rechter die de in art. 38m Sr bedoelde maatregel oplegt, zal in de motivering van zijn beslissing ervan blijk dienen te geven zich ervan te hebben vergewist dat aan alle in die bepaling gestelde voorwaarden is voldaan. Meer i.h.b. zal hij met zoveel woorden tot uitdrukking dienen te brengen dat de voorwaarden a.b.i. art. 38m.1.2º en 3º Sr zijn vervuld (HR NJ 2005, 567). Het hof heeft o.g.v. het uittreksel uit de justitiële documentatie vastgesteld dat verdachte in de 5 jaren voorafgaand aan de bewezenverklaarde feiten ten minste 3 maal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf. Uit s hofs overweging blijkt echter niet dat t.t.v. de bewezenverklaarde feiten in ieder geval 3 van die veroordelingen geheel ten uitvoer waren gelegd. De oplegging van de maatregel is dan ook ontoereikend gemotiveerd. |
Pagina | 2624-2625 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AY8975 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 14-11-2006, 01939/05 |
Citeertitel | NJB 2006, 2026 |
Samenvatting | Wegens moord werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot dertien jaren gevangenisstraf. |
Samenvatting (Bron) | 1. Begeleider getuige als getuige ex art. 290 Sv en verzuim beëdiging. 2. Bijstand door een advocaat aan een getuige ter terechtzitting. Ad 1. Gezien de door de begeleider van de getuige aan het hof gegeven informatie m.b.t. de lichamelijke en geestelijke toestand van de getuige en de daarna genomen beslissingen van het hof tot beëindiging van het verhoor van de getuige ter terechtzitting en tot afwijzing van het verzoek van de raadsman de getuige door de RC te doen horen, had het hof de begeleider moeten aanmerken als getuige ex art. 290 Sv. Het p-v van de terechtzitting van het hof houdt niet in dat is overgegaan tot beëdiging van deze getuige ex art. 290.2 Sv. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat dit niet is geschied. Hoewel het niet naleven van dit voorschrift niet met nietigheid is bedreigd, moet dit verzuim toch nietigheid ten gevolge hebben, aangezien het behoort tot het wezen van het strafproces, dat op de terechtzitting getuigen onder ede of belofte worden gehoord. Ad 2. De klacht dat de advocaat van de getuige niet gerechtigd was als zodanig op te treden, faalt. De omstandigheid dat de wet een getuige, anders dan een benadeelde partij, niet expliciet het recht toekent van bijstand door een advocaat, staat er niet aan in de weg dat een getuige zich tijdens zijn verhoor ter terechtzitting laat bijstaan door een advocaat. De gewraakte uitlatingen van de advocaat gaan het kader van die bijstand niet te buiten. |
Pagina | 2625-2626 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AX7447 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 14-11-2006, 00054/06 |
Citeertitel | NJB 2006, 2027 |
Samenvatting | De rechtbank had zich onbevoegd verklaard voor wat betreft de in beslag genomen telefoon omdat ten tijde van het beklag het hoger beroep reeds diende. |
Samenvatting (Bron) | Beklag ex art. 552a Sv; art. 552a.3 (oud) Sv en bevoegdheid rb. I.c. is de strafzaak, waarin ex art. 94 Sv een voorwerp inbeslaggenomen is, in appel aanhangig bij het hof en wordt deze hoofdzaak dus aldaar vervolgd a.b.i. art. 552a.3 (oud) Sv. De ontnemingszaak, in het kader waarvan - de overige - voorwerpen ex art. 94a.2 Sv in beslaggenomen zijn, wordt nog bij de rb vervolgd. Het bij de rb ingediende klaagschrift betreft al deze voorwerpen. In een dergelijk geval is de rb o.g.v. art. 552a.3 (oud) Sv niet bevoegd tot kennisneming van het beklag vzv. het ex art. 94 Sv inbeslaggenomen voorwerpen betreft. Redelijke toepassing van art. 552a.3 (oud) Sv brengt mee dat de rb, als het gerecht in feitelijke aanleg waarbij de ontnemingszaak wordt vervolgd in de zin van deze bepaling, wel bevoegd is tot kennisneming van het klaagschrift vzv. dat betrekking heeft op de voorwerpen die ex art. 94a.2 Sv inbeslaggenomen zijn. |
Pagina | 2626-2626 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AY9239 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 21-11-2006, 00558/06 |
Citeertitel | NJB 2006, 2028 |
Samenvatting | Wegens moord, tweemaal gepleegd, poging tot doodslag onder verzwarende omstandigheden en inbraak werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. |
Samenvatting (Bron) | Het hof heeft voor het bewijs gebezigd de op 23-12-04 door het minderjarige slachtoffer X tijdens een studioverhoor bij de politie afgelegde verklaring. Dit t.t.v. de gepleegde feiten 9-jarige slachtoffer heeft a.g.v. een schot in haar hoofd ernstig hersenletsel opgelopen. In het pv van de terechtzitting in appel van 22-9-04 is opgenomen dat de moeder van X toen heeft verklaard dat haar dochtertje tot dan toe had aangegeven zich niets meer van de gebeurtenissen op 12-7-03 te kunnen herinneren. In eerste aanleg was dan ook nog geen verklaring van X beschikbaar. De klacht dat het hof de verklaring van X ten onrechte voor het bewijs heeft gebruikt omdat art. 360.1 Sv niet is nageleefd faalt. Ingevolge het ook in appel toepasselijke art. 360.1 Sv dient voor het gebruik als bewijsmiddel van het pv van een verhoor bij de RC, houdende de verklaring van een minderjarige getuige die op de wijze als geregeld in art. 216.2 Sv is gehoord, in het vonnis de bijzondere reden te worden opgegeven. In het onderhavige geval gaat het echter om een door een minderjarige getuige bij de politie afgelegde verklaring, zodat art. 360.1 Sv niet van toepassing is (HR DD 96.186). Nu evenwel, naar het hof kennelijk en niet onbegrijpelijk heeft aangenomen, door de verdediging uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt is ingenomen dat bedoelde verklaring niet tot het bewijs mocht worden gebezigd, was het hof ex art. 359.2 Sv gehouden voor de afwijking van dat standpunt i.h.b. de redenen op te geven. Het hof heeft aan die motiveringseis voldaan. Zijn overwegingen m.b.t. de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaring kunnen gelet op de aan de feitenrechter voorbehouden vrijheid in de selectie en waardering van het bewijsmateriaal in cassatie slechts op hun begrijpelijkheid worden getoetst. s Hofs oordeel dat de verklaring voor het bewijs kon worden gebezigd is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd. |
Pagina | 2626-2627 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AZ0216 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 21-11-2006, 02945/05 E |
Citeertitel | NJB 2006, 2029 |
Samenvatting | Art. 41 lid 3 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd) verbiedt, onder meer, het ten verkoop in voorraad hebben van dieren, waarbij een bij art. 40 verboden ingreep is verricht. |
Samenvatting (Bron) | Gelet op doel en strekking van 41.3 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren moet het bestanddeel "ten verkoop in voorraad hebben" aldus worden uitgelegd dat daaronder mede is begrepen het ingevolge een gesloten koopovk. als verkoper onder zich houden van een hond teneinde deze eerst aan de koper over te dragen nadat die hond een verboden ingreep heeft ondergaan. |
Pagina | 2627-2627 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AY8967 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 20-10-2006, 42163 |
Citeertitel | NJB 2006, 2030 |
Samenvatting | Aan afwikkeling onderneming bestede tijd telt mee voor urencriterium zelfstandigenaftrek. |
Samenvatting (Bron) | Urencriterium, tijd besteen aan afronding onderneming na staking. |
Pagina | 2627-2628 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AZ0422 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 20-10-2006, 42206 |
Citeertitel | NJB 2006, 2031 |
Samenvatting | Hof Amsterdam gaf juist en onpartijdig oordeel over optiecontracten. |
Samenvatting (Bron) | Optiecontracten tussen dga en B.V., uitleg contract. |
Pagina | 2628-2628 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AZ0426 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep, 17-11-2006, 06/2164 |
Citeertitel | NJB 2006, 2032 |
Samenvatting | Herziening. Nieuwe feiten of omstandigheden. Onjuiste uitleg arrest HvJ EG. Afwijzing verzoek tot stellen prejudiciële vraag in kader herzieningsverzoek. |
Samenvatting (Bron) | Afwijzing van het verzoek om herziening. |
Pagina | 2628-2629 |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2006:AZ2586 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken |
---|---|
Titel | Boeken |
Citeertitel | NJB 2006, 2033 |
Pagina | 2630-2630 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Tijdschriften |
---|---|
Titel | Tijdschriften |
Citeertitel | NJB 2006, 2034-2042 |
Pagina | 2631-2633 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personalia |
---|---|
Titel | Personalia |
Citeertitel | NJB 2006, 2056 |
Pagina | 2646-2646 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Agenda |
---|---|
Titel | Agenda |
Citeertitel | NJB 2006, 2057 |
Pagina | 2646-2647 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |