Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht
Datum 18-09-2007
Aflevering 7
RubriekRedactioneel
Titel(Aansprakelijkheids)normen en waarden
CiteertitelNTBR 2007, 34, p. 259
SamenvattingVroeger leek de wereld overzichtelijk. Notabelen waren te vertrouwen. Nou ja, in ieder geval onaantastbaar. Daar waren ze immer notabel voor. Er werd niet aan gedacht om enige onvolkomenheid in hun functioneren ter discussie te stellen. Wanneer zij iets zeiden, was het ook zo. Dat is tegenwoordig wel anders. De notaris, de advocaat en de pastoor hebben niet meer de status die zij ooit hadden. En dat geldt inmiddels ook voor de deskundige. Ooit was het zoals de deskundige zei dat het was. Er werd vanuit gegaan dat hij degene was met de specialistische kennis, waaraan in alle integriteit niet getwijfeld hoefde te worden. Een deskundige geeft zijn oordeel immers 'onpartijdig en naar beste weten', zo wordt ons door de wet geleerd.
Auteur(s)W.Th. Braams
Pagina259-259
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelEén vraag over de verkrijgende verjaring van vorderingen ... en een pleidooi voor de onderkenning van het wezenlijke verschil in karakter tussen zaken en vorderingsrechten
CiteertitelNTBR 2007, 35, p. 260
SamenvattingIn een interessante bijdrage aan dit blad bespreekt J.W.A. Biemans een zevental vragen over de verkrijgende verjaring van vorderingen op naam. In het onderhavige artikel richt ik mij op de eerste door Biemans besproken vraag: is de verkrijgende verjaring van vorderingen mogelijk? Ik zal verdedigen dat het antwoord op die vraag ontkennend moet of zou moeten luiden. Dat zal ik doen tegen de achtergrond van een breder punt. Ik meen dat in ons huidige juridische denken te weinig onderscheid wordt gemaakt tussen zaken en vorderingsrechten en dat de wezenlijke verschillen tussen beide typen goederen onvoldoende uit de verf komen in veel van de huidige juridische literatuur.
Auteur(s)R.M. Wibier
Pagina260-265
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelVorderingen in of uit het goederenrecht? Een voortgezet debat
CiteertitelNTBR 2007, 36, p. 266
SamenvattingIn zijn interessante bijdrage naar aanleiding van mijn artikelen 'Zeven vragen over de verkrijgende verjaring van vorderingen' richt Wibier zich op de eerste door mij besproken vraag, die luidde: 'Is de verkrijgende verjaring van vorderingen mogelijk?' De bijdrage van Wibier bevat twee stellingen. Zijn eerste stelling luidt dat de verkrijgende verjaring van vorderingen niet mogelijk is, dan wel niet mogelijk zou moeten zijn. Zijn tweede stelling luidt dat wij ons bij vorderingen teveel richten op zaken, terwijl 'wat voor zaken geldt niet zonder meer op vorderingen kan worden toegepast'.
Auteur(s)J.W.A. Biemans
Pagina266-274
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEuropese klassiekers
TitelEuropa mijlenver verwijderd van een geharmoniseerde oneerlijkheidstoets
CiteertitelNTBR 2007, 37, p. 274
SamenvattingDirector General of Fair Trading v First National Bank - de eerste en (vooralsnog) enige uitspraak van de House of Lords met betrekking tot de oneerlijkheidstoets uit de Richtlijn oneerlijke bedingen - illustreert op sprekende wijze de problematiek van de consistente interpretatie van Europese open normen door de nationale rechter. Deze uitspraak geldt in voorliggend artikel als vertrekpunt voor een vergelijking van de uitleg van de oneerlijkheidstoets door de Engelse en Nederlandse rechter. Na een bespreking van de uiteenlopende uitspraken van de Law Lords zal op de casus de Nederlandse toets (art. 6:233 onder a BW) worden toegepast.
Auteur(s)C.M.D.S. Pavillon
Pagina274-283
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKort en bondig
TitelPortacabins, zeecontainers, stacaravans en proefbanen gezien vanuit Europees perspectief
CiteertitelNTBR 2007, 39, p. 284
SamenvattingBijna tien jaar geleden wees de Hoge Raad het Portacabinarrest. Een gebouw is duurzaam met de grond verenigd wanneer dit naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Hierbij moet morden gelet op de naar buiten kenbare bedoeling van de bouwer. Niet van belang is dat technisch gezien de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te verplaatsen. Inmiddels bleken los op de grond geplaatste zeecontainers, een mobiele grondreinigingsinstallatie, een tijdelijke test-opstellingen voor de aanleg van de hogesnelheidsspoorlijn en stacaravans onroerend te kunnen zijn. In zowel de juridische literatuur als de meer populaire media is op de uitleg door de Hoge Raad van art. 3:3 BW niet altijd even enthousiast gereageerd.
Auteur(s)W. Schuwer
Pagina284-286
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKronieken
TitelKroniek algemeen
CiteertitelNTBR 2007, 38, p. 287
SamenvattingDe scholen zijn weer begonnen, evenals de instellingen voor hoger - en zelfs wetenschappelijk - onderwijs (waar is de tijd gebleven dat er vóór 3 oktober geen college werd gegeven?). Het is met andere woorden tijd om de oogst aan publicaties van het late voorjaar en de vroege zomer de revue te laten passeren. In Utrecht hield Niek Zaman zijn inaugurele rede (nr. 2) en aan de Vrije universiteit deed Bert Niemijer hetzelfde (nr. 3). Twee verenigingen die ons na aan het hart liggen hielden hun jaarvergadering: de Nederlandse Juristen-Vereniging (nr. 4) en de Vereniging voor burgerlijk recht (nr. 5). Dan was het driewerf feest: Hein Kötz feestte nog een beetje na (nr. 6). [...]
Auteur(s)E.H. Hondius
Pagina287-296
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelOmzetting van Europese richtlijnen en het rechterlijk bevel tot wetgeving: van 'nee' naar 'ja soms'?
CiteertitelNTBR 2007, 40, p. 297
SamenvattingMag de burgerlijke rechter de wetgever bevelen om wetgeving te maken indien het nalaten wetgeving uit te vaardigen in strijd is met de Europeesrechtelijke verplichtingen van Nederland? Vereist het Europese recht dit, ook als het Nederlandse recht zo'n bevel niet zou toelaten? Naar aanleiding van het Waterpakt-arrest van de Hoge Raad is er weer discussie ontstaan over deze vragen. De Hoge Raad heeft de mogelijkheid van een bevel tot wetgeving afgewezen, maar zijn oordeel en argumentatie zijn van diverse zijden bestreden.
Auteur(s)R. Meijer , M.H. Wissink
Pagina297-306
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReactie
TitelReactie op Redactioneel van W.H. van Boom in NTBR 2007, 15, p. 137. Privaatrecht: we stellen te veel en vragen te weinig
CiteertitelNTBR 2007, 41, p. 306
SamenvattingHet redactioneel van W.H. van Boom in NTBR 2007, afl. 4 is een opmerkelijk stuk. Er spreekt een lichte wanhoop uit. Gelukkig staat er in de wetenschappelijke bijsluiter dat het hier gaat om een opiniërend redactioneel, want Van Boom heeft wel erg weinig vertrouwen in de wetenschappelijke vaardigheden van zichzelf en zijn collega-civilisten. Daar waar het gaat om het onderzoeken van een maatschappelijk vraagstuk wordt geconstateerd dat dit forse methodologische problemen met zich meebrengt en dat eenvoudige civilisten dat toch allemaal niet kunnen!
Auteur(s)D.A. Groetelaers , H.D. Ploeger
Pagina306-307
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekNaschrift
TitelNaschrift
CiteertitelNTBR 2007, 42, p. 307
SamenvattingIk ben blij dat Groetelaers en Ploeger in mijn redactioneel aanleiding zagen om te reageren, waarvoor dank. Terecht signaleren de auteurs dat ik weinig vertrouwen in mijn eigen wetenschappelijke vaardigheden heb, althans waar het gaat om betrouwbaar onderzoek naar 'privaatrecht in actie'.
Auteur(s)W.H. van Boom
Pagina307-308
Artikel aanvragenVia Praktizijn