Rubriek | Vooraf |
---|---|
Titel | Van een duty to care naar een duty of care? |
Citeertitel | NJB 2007, 2331 |
Samenvatting | Als een aardige definitie van 'schoonheid' is dat er niets aan is tot te voegen of aan is af te doen zonder dat het desbetreffende object aan schoonheid verliest, dan is het een moeilijke taak om een Vooraf te schrijven bij dit speciale nummer over de juridische aspecten met betrekking tot klimaatverandering. |
Auteur(s) | C.E. Drion |
Pagina | 2857-2857 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ten geleide |
---|---|
Titel | Klimaatverandering als uitdaging voor juristen |
Citeertitel | NJB 2007, 2332 |
Samenvatting | Dat klimaatverandering een feit is en dat dit fenomeen met veel grotere snelheid plaatsvindt dan tot voor kort werd gedacht kan niet meer worden ontkend. Het recent met de Nobelprijs voor de vrede geëerde Intergovernemental Panel on Climate Change (IPCC) maakte, zie onder meer de bijdrage van Van Dijk, in haar rapport dat in februari 2007 werd uitgebracht op ijzingwekkend heldere wijze duidelijk dat wanneer niet ingegrepen wordt de komende eeuw een opwarming van de aarde te verwachten is die rampzalige consequenties zal hebben voor de wereldbevolking. |
Auteur(s) | M. Faure |
Pagina | 2858-2860 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Wetenschap |
---|---|
Titel | Privaatrechtelijke aansprakelijkheid voor opwarming van de aarde |
Citeertitel | NJB 2007, 2333 |
Samenvatting | Kunnen de potentiële slachtoffers van de klimaatverandering slechts lijdzaam afwachten of de met grote mate van waarschijnlijkheid voorspelde catastrofe zich daadwerkelijk zal voordoen? Hieronder worden de juridische mogelijkheden afgetast om adequate actie af te dwingen. Maar ook als juridisch succes uitblijft, lijken procedures een machtig pressiemiddel. |
Auteur(s) | C.H. van Dijk |
Pagina | 2861-2871 |
Link | Volledige tekst artikel (kvdl.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | Wer baut auf Wind, baut auf Satans Erbarmen |
Citeertitel | NJB 2007, 2334 |
Samenvatting | 'Moslims die hun politieke overtuigingen baseren op hun geloof, zijn 'fundamentalisten', een Amerikaanse presidentskandidaat die zo met zijn religie omgaat, heet in de meeste westerse media 'evangelistisch' of 'diep gelovig'. Wint deze Amerikaan de verkiezingen, dan zegt niemand dat het christendom 'oprukt', maar als moslims die hun politieke overtuiging uit de Koran halen hun zin krijgen, schrijft menige westerse commentator dat 'de islam in opmars is'.'
Een vergelijkbare kleuring van het debat vindt plaats met betrekking tot klimaatverandering. |
Auteur(s) | J. Spier |
Pagina | 2872-2872 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Wetenschap |
---|---|
Titel | Internationale aansprakelijkheid voor klimaatverandering |
Citeertitel | NJB 2007, 2335 |
Samenvatting | Grote obstakels zijn te verwachten bij een poging om een staat onder international recht aansprakelijk te stellen voor klimaatverandering. Toch hoeven slachtoffers van klimaatverandering daar geen boodschap aan te hebben. Het internationale recht biedt wel degelijk aanknopingspunten. Het wachten is op een sprekend feitencomplex -zoals een ondergelopen eilandstaat, een beschikbar forum met rechtsmacht en vooral op een moedige rechter. |
Auteur(s) | P.A. Nollkaemper |
Pagina | 2873-2879 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | Adaptatie an klimaatverandering vraagt om adaptatie van de wet |
Citeertitel | NJB 2007, 2336 |
Samenvatting | Je hoeft geen doemdenker te zijn om het belang van adaptatie in te zien. Klimaatverandering is in volle gang, en uit natuurwetenschappelijk onderzoek blijkt dat zelfs wanneer op dit moment alle emissies van broeikasgassen door de mens zouden worden stopgezet, de gemiddelde mondiale temperatuurstijging nog 30 tot 40 jaar zal doorgaan, waarna pas een eerste effect van het stopzetten van de uitstoot zichtbaar gaat worden. |
Auteur(s) | J.M. Verschuuren |
Pagina | 2880-2880 |
Link | Volledige tekst artikel (uvt.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Focus |
---|---|
Titel | Integratiedebat in het natuurbeschermingsbeleid |
Citeertitel | NJB 2007, 2337 |
Samenvatting | De jurisprudentie van het HvJ EG maakt duidelijk dat de lidstaten klimaatveranderingen niet mogen aangrijpen om zich te onttrekken aan instandhoudingsverplichtingen voor beschermde soorten. Indien Nederland er alles aan heeft gedaan voor beschermde natuur gunstige omstandigheden te verwezenlijken, en het desondanks niet lukt soorten voor ons land te behouden, vergt de natuurbeschermingsregelgeving in beginsel niet het onmogelijke om deze soorten te behouden. |
Auteur(s) | H.E. Woldendorp |
Pagina | 2881-2886 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | Klimaatverandering, waterbeheer en bestuurlijke daadkracht |
Citeertitel | NJB 2007, 2338 |
Samenvatting | Ook voor klimaatverandering geldt: voorkomen is beter dan genezen. Maar het voorkomen van verdere klimaatverandering lijkt een illusie. Zo zal zeespiegelstijging zelfs in geval van stabilisatie van de broeikasgasconcentraties nog honderden jaren doorgaan. |
Auteur(s) | A. Driesprong |
Pagina | 2887-2887 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Essay |
---|---|
Titel | De rol van China en India in het mondiale klimaatbeleid |
Citeertitel | NJB 2007, 2339 |
Samenvatting | Al de VS hun unilaterale weg blijven volgen, is de kans groot dat China en India de VS hierin zullen volgen met als consequentie dat het Klimaatverdrag waardeloos wordt. Om China en India te overtuigen, moet er een duidelijk signaal vanuit de ontwikkelde landen komen dat ook zij zelf bereid zijn om hun binnenlandse uitstoot terug te dringen en dat niet alleen willen bereiken door handel in emissies. |
Auteur(s) | J. Gupta |
Pagina | 2888-2892 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Wetenschap |
---|---|
Titel | Broeikasgasemissiehandel in Europa. Op zoek naar een optimale verdelingsmethode |
Citeertitel | NJB 2007, 2340 |
Samenvatting | Het sinds 2005 in de EU ingevoerde 'broeikasgasemisiehandelssysteem' kent een dramatisch lage prijs voor de emissierechten. Dat is een signaal dat de overheid een ruime hoeveelheid rechten op de markt heeft gezet en er nauwelijks schaarste is aan emissierechten. Bovendien is het huidige internationale en Europese systeem van emissiehandel een met vele regels gestut administratief bolwerk, waarin alleen specialisten thuis kunnen zijn - die daarmee overigens een aardige commerciële praktijk kunnen voeren. |
Auteur(s) | M. Peeters |
Pagina | 2893-2902 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | Voldoet het Europese Emissiehandelsysteem eigenlijk wel? |
Citeertitel | NJB 2007, 2341 |
Samenvatting | In het algemeen wordt het Europese emissiehandelsstelsel (EU-ETS) gezien als een belangrijke verworvenheid van de EU in het kader van het klimaatbeleid. Het essentiële kenmerk ervan is dat de belangrijkste ca. 12000 EU bedrijven (in jargon: installaties) uit een groot aantal sectoren geconfronteerd worden met een van overheidswege bepaald plafond aan de jaarlijkse CO2emissies waartoe ze gerechtigd zijn. |
Auteur(s) | C. Jepma |
Pagina | 2903-2904 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Praktijk |
---|---|
Titel | Rechtsbescherming tegen toewijzing van emissierechten |
Citeertitel | NJB 2007, 2342 |
Samenvatting | De rechtsbescherming tegen allocatieplannen is onbevredigend. Tegen het plan is geen rechtsbescherming mogelijk bij de bestuursrechter. De rechtsbescherming concentreert zich bij het toewijzingsbesluit. Daartegen is wel beroep mogelijk, maar uitsluitend voor wat betreft de toewijzing van emissierechten aan individuele inrichtingen. Als een gewijzigd toewijzingsbesluit het oorspronkelijk toewijzingsbesluit vervangt, kan dit leiden tot minder rechten voor de groep die geen beroep instelt. |
Auteur(s) | J.R. van Angeren |
Pagina | 2905-2910 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 11-10-2007, 28504/05 |
Citeertitel | NJB 2007, 2343 |
Samenvatting | Art. 6 EVRM. Redelijke termijn - schending. Art. 10 EVRM. Laster. Reputatiebescherming van arts. Oplegging voorwaardelijke gevangenisstraf disproportioneel. Volstaan had kunnen worden met civielrechtelijke rechtsmiddelen.
(Kanellopoulo / Griekenland). |
Samenvatting (Bron) | Violation of Art. 6-1;Violation of Art. 10;Remainder inadmissible;Pecuniary damage - financial award;Non-pecuniary damage - financial award;Costs and expenses (Convention proceedings) - claim dismissed |
Pagina | 2911-2912 |
Uitspraak | ECLI:CE:ECHR:2007:1011JUD002850405 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 16-11-2007, R07/004HR |
Citeertitel | NJB 2007, 2344 |
Samenvatting | Wisselbepaling in cassatie. Verzoekster stelt zowel bij verzoekster stelt zowel bij verzoekschrift als bij dagvaarding cassatieberoep in tegen een arrest van het hof naar aanleiding van een verzet tegen een dwangbevel tot invordering van bestuurlijke dwangsommen. De dagvaardingszaak staat op de rol voor schriftelijke toelichting. |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Verzet op voet van art. 5:26 lid 2 jo. art. 5:33 Awb tegen dwangbevel tot invordering van bestuurlijke dwangsommen volgens regels van dagvaardingsprocedure. Cassatie, verkeerde rechtsingang (beroepschrift), verwijzing naar rolzitting voor voortprocederen. |
Pagina | 2912-2912 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BA8453 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 23-11-2007, C05/323HR |
Citeertitel | NJB 2007, 2345 |
Samenvatting | Verkoop van een tankstation waarvan de bodem verontreinigd blijkt. |
Samenvatting (Bron) | Koop; bodemverontreiniging (perceel met tankstation); mededelingsplicht verkoper, toerekening wetenschap van zijn lasthebber, opzettelijke misleiding koper; bewijswaardering in hoger beroep, rechterlijk vermoeden, tegenbewijs, bindende eindbeslissing?; passeren bewijsaanbod, prognose; non-conformiteitsvereiste van art. 7:17 BW, maatstaf; klachtplicht ex art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW, (ook) toepasselijk indien koper ageert uit onrechtmatige daad; strekking mededelingsplicht koper; stelplicht- en bewijslastverdeling. |
Pagina | 2912-2915 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BB3733 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 23-11-2007, C06/116HR |
Citeertitel | NJB 2007, 2346 |
Samenvatting | Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Peildatum. Nu partijen in hoger beroep niet de toedeling van de woning aan de man, doch (slechts) de waarde van de woning aan de orde hebben gesteld, heeft de datum van het vonnis van de rechtbank te gelden als datum van de verdeling van de woning. De Hoge Raad doet zelf de zaak af. |
Samenvatting (Bron) | Familierecht. Verdeling van een door scheiding ontbonden huwelijksgemeenschap; overbedeling wegens toedeling van voormalig echtelijke woning; waardebepaling woning, tijdstip waardering; rechtsstrijd van partijen in hoger beroep; HR doet zelf de zaak af. |
Pagina | 2915-2915 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BB6176 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 23-11-2007, C07/10936 |
Citeertitel | NJB 2007, 2347 |
Samenvatting | Wet Bopz. Geweigerde machtiging tot voortgezet verblijf. Onbegrijpelijk oordeel dat het gevaar niet is gebleken, nu niet duidelijk is op welke wijze de rechtbank de inhoud van de geneeskundige verklaring, het behandelingsplan en het bericht over de stand van uitvoering daarvan in haar beoordeling heeft betrokken. |
Samenvatting (Bron) | Bopz; geweigerde machtiging tot voortgezet verblijf; onbegrijpelijk oordeel dat gevaar niet is gebleken. |
Pagina | 2915-2916 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BB5064 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 23-11-2007, R06/061HR |
Citeertitel | NJB 2007, 2348 |
Samenvatting | Arubaanse zaak. Verzekeraar weigert uitkering bij overlijden met een beroep op verzwijging. |
Samenvatting (Bron) | Arubaanse zaak. Verzekeringsrecht; verworpen beroep levensverzekeraar op verzwijging (onjuist ingevulde gezondheidsverklaringen); devolutieve werking van het appel; verzekerd bedrag, uitleg verzekeringsvoorwaarden; HR doet zelf de zaak af. |
Pagina | 2916-2916 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BB6193 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 23-11-2007, R07/044HR |
Citeertitel | NJB 2007, 2349 |
Samenvatting | Tussentijds appel tegen voorlopige omgangsregeling. Deelbeschikking. Wat betreft de ontvankelijkheid van het hoger beroep is doorslaggevend of de - bij voorraad uitvoerbaar verklaarde - voorlopige beslissing een onherroepelijk karakter heeft in die zin dat de beschikking, eenmaal geëffectueerd, in haar gevolgen niet meer ongedaan kan worden gemaakt. |
Samenvatting (Bron) | Familierecht; tussenbeschikking met voorlopige omgangsregeling, onherroepelijk karakter, hoger beroep ontvankelijk. |
Pagina | 2917-2917 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BB6910 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-11-2007, 02236/06 |
Citeertitel | NJB 2007, 2350 |
Samenvatting | In hoger beroep werd de verdachte wegens het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, veroordeeld tot drie maanden gevangenistraf en een werkstraf van 120 uren. |
Samenvatting (Bron) | 1. Beroep op de n-o van het OM c.q. bewijsuitsluiting. 2. Mate van verwijtbaarheid. 3. Overwegingen ten overvloede. Ad 1. Tijdens de IVS is verdachte door verkeerd gebruik van het faxapparaat tussen politie en piketcentrale te lang verstoken gebleven van rechtsbijstand. Vóórdat een raadsman bijstand heeft kunnen verlenen heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd. Hof compenseert door strafvermindering. HR herhaalt de overwegingen uit HR LJN AM2533. In s Hofs overwegingen is tot uitdrukking gebracht dat de omstandigheid dat de verdachte te laat van rechtsbijstand is voorzien niet een zodanig ernstig vormverzuim oplevert dat dit, mede gelet op het daardoor ontstane nadeel voor de verdachte, moet leiden tot de vergaande sanctie van n-o van het OM in de vervolging of uitsluiting van het bewijs. Dat het verzuim niet leidt tot bewijsuitsluiting heeft het Hof meer in het bijzonder gegrond op zijn oordeel, daarop neerkomende dat niet gezegd kan worden dat de voor het bewijs gebezigde bekennende verklaring door het verzuim is verkregen. Daarbij heeft het Hof betekenis toegekend aan de omstandigheden dat niet is vast te stellen dat bij een correcte piketmelding wel tijdig een raadsman bijstand had kunnen verlenen aan de verdachte, dat de politie bij het afnemen van het verhoor niet op de komst van een (piket)advocaat had behoeven te wachten en dat de verdachte bij de aanvang van het verhoor er op is gewezen dat zij niet tot antwoorden verplicht is. Die oordelen geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, terwijl zij evenmin onbegrijpelijk zijn. Ad 2. De mate van verwijtbaarheid mag mede worden betrokken bij de beantwoording van de vraag welk rechtgevolg aan een vormverzuim a.b.i. art. 359a Sv kan worden verbonden. Ad 3. De klacht tegen de overweging van het Hof die kennelijk ten overvloede is opgenomen, mist belang. |
Pagina | 2917-2918 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BA7667 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-11-2007, 00423/07 |
Citeertitel | NJB 2007, 2351 |
Samenvatting | Wegens (1 en 2) openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen (3) opzettelijk vernieling van een voorwerp en (4) huisvredebreuk werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot vier maanden gevangenistraf. |
Pagina | 2919-2919 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-11-2007, 02299/06 |
Citeertitel | NJB 2007, 2352 |
Samenvatting | Wegens (1) opzettelijke vernieling, (2) overtreding van art. 7 lid 1 WVW 1994, (4) overtreding van art. 8 WVW 1994, (5) opzettelijk handelen in strijd met het in art. 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod en (6) handelen in strijd met art. 27 lid 1 Wet wapens en munitie met betrekking tot een wapen in categorie IV werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf (en voor feiten onder 2 en 4 tevens tot ontzegging van de rijbevoegdheid). |
Pagina | 2919-2919 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-11-2007, 02849/06 |
Citeertitel | NJB 2007, 2353 |
Samenvatting | De klacht van het middel houdt in dat zich in hoger beroep een advocaat had gesteld aan wie niet overeenkomstig art. 51 Sr een afschrift van de dagvaarding was toegestuurd. |
Pagina | 2919-2919 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-11-2007, 01984/07 CW |
Citeertitel | NJB 2007, 2354 |
Samenvatting | Cassatie in het belang der wet. Het middel van de P-G komt op tegen het oordeel van het hof dat Euratom met betrekking tot de ten laste gelegde feiten geen immuniteit van jurisdictie toekomt. |
Samenvatting (Bron) | Cassatie in belang der wet. Euratom. Functionele immuniteit. Het hof heeft n.a.v. een beklagprocedure ex art. 12 Sv de OvJ bevolen de vervolging van Euratom voort te zetten, betrekking hebbende op overtredingen van een of meer van de vergunningsvoorwaarden en van andere milieudelicten. Het hof heeft in zijn beschikking een te nauwe maatstaf aangelegd. Het gaat erom of de desbetreffende gedragingen onmiddellijk verband houden met de vervulling van de aan Euratom opgedragen taken en niet, zoals het hof klaarblijkelijk als maatstaf heeft genomen, of Euratom haar taken ook kan uitoefenen zonder strafbare feiten te begaan. HR vernietigt in het belang der wet de bestreden beschikking. |
Pagina | 2919-2921 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BA9173 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-11-2007, 01543/06 |
Citeertitel | NJB 2007, 2355 |
Samenvatting | Wegens medeplegen van opzettelijke en wederrechtelijke vernieling werd elk van de verdachten in deze zaken in hoger beroep veroordeeld tot een geldboete van € 300 en een voorwaardelijke gevangenisstraf. |
Samenvatting (Bron) | HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit HR LJN AV4149. Het voorgaande in aanmerking genomen en gelet op de onderscheiden taakstelling, moet worden geoordeeld dat geen rechtsregel zich ertegen verzet dat zowel een inlichtingen- en veiligheidsdienst als het OM of een opsporingsdienst elk voor zich en daardoor mogelijk parallel onderzoek doet naar bepaalde personen of groeperingen, indien daartoe vanuit de vervulling van hun taak aanleiding bestaat. Het Hof heeft geoordeeld dat verdachte door het niet horen als getuigen van het plaatsvervangend hoofd van de AIVD en de teamleider van de KLPD niet in zijn verdediging wordt geschaad en de noodzaak tot het horen als getuigen van de Landelijke OvJs voor terrorismebestrijding A en B niet is gebleken. Het Hof heeft daarbij de juiste maatstaven aangelegd. Het Hof heeft voorts, niet onbegrijpelijk, geoordeeld dat de (ook voor justitie) beschikbare informatie voor de AIVD kennelijk aanleiding was de groepering in kwestie te blijven volgen. Het voorgaande in aanmerking genomen en gelet op hetgeen door de verdediging ter onderbouwing van de verzoeken is aangevoerd, heeft het Hof met zijn verwijzing naar de overweging dat niet is gebleken dat het OM de eigen opsporingsbevoegdheden heeft omzeild door de AIVD haar bevoegdheden t.b.v. de strafvordering te laten uitoefenen en de resultaten daarvan via de Landelijk OvJ voor terrorismebestrijding in het strafrechtelijk onderzoek te laten inbrengen, tot uitdrukking gebracht dat onvoldoende aanknopingspunten voorhanden zijn voor een onderzoek naar het door de verdediging veronderstelde misbruik van bevoegdheden dat zou moeten leiden tot n-o van het OM, en dat mitsdien verdachte door het niet horen van de getuigen niet in zijn verdediging wordt geschaad, respectievelijk de noodzaak van het horen van die getuigen niet is gebleken. |
Pagina | 2921-2923 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BA2553 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 10-08-2007, 42516 |
Citeertitel | NJB 2007, 2356 |
Samenvatting | Rechter in andere hoedanighheid eerder betrokken bij beslissing verzoek belanghebbende: strijd met de eis van rechterlijke onpartijdijgheid; beroep op gelijkheidsbeginsel gehonoreerd. |
Samenvatting (Bron) | - ondernemerschap voor de omzetbelasting, - integratieheffing, - Besluit van 30 november 1994, - gelijkheidsbeginsel, - rechterlijke onpartijdigheid. |
Pagina | 2923-2923 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BB1375 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 10-08-2007, 43169 |
Citeertitel | NJB 2007, 2357 |
Samenvatting | Nationale rechter moet nationaalrechtelijke bepalingen zo veel mogelijk uitleggen in het licht van de bewoordingen van de betrokken richtlijn. |
Samenvatting (Bron) | - Post b.3 van tabel I bij de Wet OB 1968 en post 13 van bijlage H bij de Zesde richtlijn. - Valt het organiseren van een vierdaagse wandelsport-evenement onder die posten? - Grenzen van richtlijnconforme uitlegging van een nationale bepaling. |
Pagina | 2923-2924 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:AZ3758 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 10-08-2007, 41283 |
Citeertitel | NJB 2007, 2358 |
Samenvatting | De Hoge Raad geeft (samenvatting van) rechtsregels voor afschrijven op bedrijfsmiddelen, in het bijzonder op onroerende zaken. Goed koopmansgebruik. |
Samenvatting (Bron) | Art. 10 Wet IB 1964 Afschrijving vastgoed. Bepaling restwaarde. Progressieve afschrijving? |
Pagina | 2924-2925 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:AU3996 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 10-08-2007, 42715 |
Citeertitel | NJB 2007, 2359 |
Samenvatting | Weigering inspecteur stukken over te leggen in feitelijk instantie. Geen aanleiding voor Hoge Raad om kennis te nemen van stukken onder voorbehoud. |
Samenvatting (Bron) | Art. 8:29 Awb. Weigering inspecteur stukken over te leggen. Tussenuitspraak door andere kamer. |
Pagina | 2925-2926 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2007:BA0582 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Raad van State, 05-12-2007, 200609224/1 |
Citeertitel | NJB 2007, 2360 |
Samenvatting | Afwijzing subsidieaanvraag vanwege bevel van de civiele rechter artikel 2 van de Wspp jegens de SGP buiten toepassing te laten. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 20 december 2005 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: de Minister) de aanvraag van appellante (hierna: de SGP) om haar krachtens de Wet subsidiëring politieke partijen (hierna: de Wspp) voor het jaar 2006 subsidie te verlenen, afgewezen. |
Pagina | 2926-2930 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2007:BB9493 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtspraak |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep, 07-11-2007, 04/4333 WAO |
Citeertitel | NJB 2007, 2361 |
Samenvatting | Het gegeven dat betrokkene geen hoger beroep heeft ingesteld, staat in dit geval niet in de weg aan bespreking van de in hoger beroep door haar nieuw naar voren gebrachte beroepsgrond dat geen sprake is van termijnoverschrijding. |
Samenvatting (Bron) | Termijnoverschrijding bij aanvragen om premiekorting voor arbeidsgehandicapte werknemer verschoonbaar? |
Pagina | 2930-2931 |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2007:BA7180 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |