Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift Tijdschrift voor Gezondheidsrecht
Datum 31-01-2008
Aflevering 1
RubriekGezichtspunt
TitelMaatstafconcurrentie
CiteertitelTvGR 2008, p. 1
SamenvattingHoe zit het met de verantwoordelijkheid van de overheid voor de kwaliteit van de zorg? Die vraag is opnieuw actueel door de beoogde invoering van de zogenoemde maatstafconcurrentie voor een groot deel van de ziekenhuiszorg. Die invoering moet per 1 januari 2009 zijn beslag krijgen; het gaat om een tijdelijke maatregel (tot 1 januari 2012), maar of dat echt zo is zal te zijner tijd moeten blijken. Waar gaat het om? In de overgang naar vrije prijsvorming die de komende jaren moet plaatsvinden, wil de overheid prijsontwikkeling beheersbaar houden. Dit op zichzelf legitieme doel wil men in de eerste plaats bereiken door het deel van de ziekenhuiszorg waarvoor volledig vrije prijsvorming geldt per 1 januari 2008 uit te breiden van 10 naar 20%.
Auteur(s)J.K.M. Gevers
Pagina1-1
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHet recht op autonomie in samenhang met goede zorg bezien
CiteertitelTvGR 2008, p. 2
SamenvattingHet Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft onlangs het recht op persoonlijke autonomie onomwonden erkend. Dit vormt een doorbraakt, daar het Hof eerder het bestaan van een 'recht op zelfbeschikking' expliciet had afgewezen. Autonomie en zelfbeschikking zien volgens het Hof op belangrijke aspecten van het privé-leven van personen, meer in het bijzonder hun fysieke en sociale identiteit, en vormen met betrekking tot de gezondheidszorg de grondslag om een medische behandeling te weigeren. De Nederlandse patiëntenwetgeving is gestoeld op een soortgelijk autonomiegedachte. De idee dat zelfbeschikking een subjectief recht is heeft hier te lande al eerder postgevat,onder meer bij gezondheidsjuristen.
Auteur(s)B.J.M. Frederiks , A.C. Hendriks , M.A. Verkerk
Pagina2-18
LinkVolledige tekst artikel (vumc.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekForum
TitelDe WUBHV: een brug te ver?
CiteertitelTvGR 2008, p. 19
SamenvattingDe Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) had, onder meer bij monde van de vorige hoofdinspecteur, prof.dr. J.H.Kingsma, twee stokpaardjes. Het eerste was dat fouten 'blame-free' gemeld moesten kunnen worden, zodat de IGZ meer zicht zou krijgen op de 'medische missers'. Een prijzenswaardig stokpaardje, dat helaas al snel stukloopt op overwegingen van ethische en juridische aard. Zou het nu echt te verdedigen zijn dat een arts die een aan opzet grenzende fout maakt, na het blame-free melden daarvan, vervolgens zonder ernstige sanctie verder gaat? En als die arts bij wijze van hoge uitzondering toch wordt vervolgd, is zo'n melding dan niet in strijd met het nemo tenetur-beginsel?
Auteur(s)T. van der Windt
Pagina19-37
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Bestuursrecht
TitelRaad van State, 10-10-2007, 200701911/1
CiteertitelTvGR 2008/1, p. 40
SamenvattingWob; belangenafweging; (beperkte) openbaarmaking stukken IGZ met uitzondering van persoonsgegevens in casu gerechtvaardigd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 april 2005 heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de Minister) geweigerd de door appellante gevraagde documenten volledig openbaar te maken.
Pagina40-42
UitspraakECLI:NL:RVS:2007:BB5200
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Civiel recht
TitelRechtbank 's-Gravenhage, 30-10-2007, KG 07/1099
CiteertitelTvGR 2008/2, p. 42
SamenvattingStaat de Nederlanden; leeftijdsgrens van 75 jaar bij bevolkingsonderzoek op borstkanker niet onrechtmatig: vordering afgewezen.
Samenvatting (Bron)Eiseressen vorderen - zakelijk weergegeven - de Staat op straffe van een dwangsom te veroordelen om de leeftijdsgrens van 75 jaar bij het bevolkingsonderzoek op borstkanker (BOB) af te schaffen. Zij voeren daartoe het volgende aan. Vrouwen moeten zelf kunnen bepalen of zij aan onderzoek blijven deelnemen, ongeacht hun leeftijd. Voor het handhaven van de leeftijdgrens zijn geen medische, technische of andere rechtvaardigingsgronden. Door vrouwen ouder dan 75 jaar uit te sluiten van het BOB maakt de Staat zich schuldig aan discriminatie in strijd met onder meer artikel 1 Grondwet, artikel 14 EVRM, artikel 26 BUPO, de artikelen 1 en 2 Vrouwenverdrag (CEDAW), artikel 2 ICESCR, en daarmee tevens aan een onrechtmatige daad ingevolge artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek). De voorzieningenrechter overweegt onder meer dat aan de hand van de in dit kort geding beschikbare documentatie niet met de hier vereiste hoge mate van aannemelijkheid kan worden vastgesteld dat de redenen waarom de Staat de hier bedoelde bovengrens toepast, onvoldoende solide zijn om het gemaakte onderscheid te kunnen rechtvaardigen. In haar advies van 2001 heeft de Commissie WBO van de Gezondheidsraad, die geacht mag worden te hebben gerapporteerd overeenkomstig de toenmalige stand van de wetenschap, de huidige leeftijdsgrens kennelijk acceptabel geoordeeld. Het vrij recente onderzoek van Fracheboud c.s. wijst er evenmin op dat voor de leeftijdsgrens geen objectieve grond bestaat. Bij deze stand van zaken moet ernstig rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat voor (het onderscheid dat wordt gemaakt door) de geldende leeftijdsgrens een objectieve rechtvaardiging is te vinden, te weten - kort gezegd - het gegeven dat borstkanker bij vrouwen op hoge(re) leeftijd eerder waarneembaar is dan bij jongere vrouwen, maar langzamer groeit, waardoor met het stijgen van de leeftijd van de betrokken personen een vroegtijdige ontdekking en een daarop gevolgde behandeling, waaraan altijd óók nadelen zijn verbonden, in steeds mindere mate de kwaliteit van het leven verhogen of levensverlengend werken. Weliswaar is, naar zich laat aanzien, slechts in beperkte mate gevolg gegeven aan de toezegging van de toenmalige Minister in haar brief van 3 juli 1997 aan de Tweede Kamer om gedurende tien jaar de gevolgen van de beoogde uitbreiding te monitoren, maar hieruit volgt niet dat het gehandhaafde onderscheid discriminerend en dus onrechtmatig is. Deze uitkomst leidt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van eiseressen in de kosten van dit kort geding.
Pagina42-47
UitspraakECLI:NL:RBSGR:2007:BB6695
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Tuchtrecht BIG
TitelRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam, 06-11-2007, ---
CiteertitelTvGR 2008/5, p. 47
SamenvattingMedische adviseur; aanvraag verblijfsvergunning; specifiek probleem aanvraagster niet meegenomen advies: waarschuwing.
Pagina55-60
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Civiel recht
TitelRechtbank Alkmaar, 18-07-2007, ---
CiteertitelTvGR 2008/3, p. 47
Samenvatting2008/3 Patiënt in ziekenhuis; waarschuwing wegens schending gedragsregels niet onrechtmatig; vordering afgewezen.
Pagina47-50
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Tuchtrecht BIG
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 13-09-2007, ---
CiteertitelTvGR 2008/4, p. 51
SamenvattingArts (verzekeringsarts in opleiding); informatie-uitwisseling tussen arts en bedrijfsarts zonder toestemming patiënt: ongegrond.
Pagina51-55
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Strafrecht
TitelRechtbank Zutphen, 20-11-2007, 07/544
CiteertitelTvGR 2008/8, p. 73
SamenvattingZiekenhuis; vordering gegevensverstrekking door OvJ; belang voor onderzoek niet gebleken; andere opsporingsmiddelen voorhanden: beklag gegrond.
Samenvatting (Bron)Klaagschrift ex artikel 552a gegrond verklaard. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie van het ziekenhuis gevorderde informatie, namelijk identiteitsgegevens van de personen die zich hebben gemeld en zijn behandeld bij de afdeling Laboratorium, in alle varianten zal vallen onder het bereik van het medisch beroepsgeheim. Klaagster komt in beginsel een beroep op een van een arts afgeleid verschoningsrecht toe. De uitlevering van die gegevens kan niet worden gevorderd op basis van artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering. De officier van justitie had de verstrekking van de betreffende gevoelige gegevens niet ex artikel 126nf van het Wetboek van Strafvordering van klager mogen vorderen, daar andere opsporingsmiddelen nog voorhanden zijn. De vraag of in de onderhavige zaak kan worden gesproken van zeer uitzonderlijke omstandigheden waarbij het beroepsgeheim moet wijken voor het belang van de waarheidsvinding in de zin van HR 9 mei 2006 (LJN: AV2386) behoeft aldus geen bespreking.
Pagina73-74
UitspraakECLI:NL:RBZUT:2007:BB8606
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Tuchtrecht BIG
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 04-09-2007, ---
CiteertitelTvGR 2008/6, p. 60
SamenvattingHuisarts; advies aan de IND vakkundig en zorgvuldig: klacht ongegrond.
AnnotatorM.A.G. Reurs
Pagina60-68
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Tuchtrecht BIG
TitelCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 04-09-2007, ---
CiteertitelTvGR 2008/7, p. 69
SamenvattingPsychiater; beoordeling verwijt buiten ingediende klacht niet toegestaan; maatregel ten onrechte opgelegd: beroep gegrond.
Pagina69-72
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoekrecensie
TitelJ.A. Bovenberg, Property rights in blood, genes and data. Naturally yours?
CiteertitelTvGR 2008, p. 75
Auteur(s)E.B. van Veen
Pagina75-78
Artikel aanvragenVia Praktizijn