Nederlands Juristenblad

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Juristenblad
Datum 11-04-2008
Aflevering 15
RubriekVooraf
TitelBelangrijke mensen in het recht: Lucia de B., Hammerstein en Kooiker
CiteertitelNJB 2008, 744
SamenvattingHebt u vernomen dat op 1 februari jl. een belangrijke nieuwe verzekeringsplicht is afgekondigd? Werkgevers dienen een 'behoorlijke' verzekering af te sluiten ten behoeve van werknemers 'wier werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat zij als bestuurder van een motorvoertuig betrokken raken bij een verkeersongeval'. Heeft u niets gehoord over een parlementair debat over de 'voors' en 'tegens'?
Auteur(s)T. Hartlief
Pagina869-869
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschap
TitelSchadecompensatie strafvorderlijk optreden. Goed gefundeerd of vooral praktisch benaderd?
CiteertitelNJB 2008, 745
SamenvattingDe twee wezenlijke keuzen in dit voorontwerp zijn onvoldoende gefundeerd. In de eerste plaats lijkt het streven naar één loket het allesbepalende criterium te zijn geweest, waarbij ongewenste bijeffecten op de koop toe worden genomen. De tweede belangrijke keuze betreft de uitbreiding van de aansprakelijkheid van de overheid op cruciale punten. Het gaat hierbij niet zozeer om de vergoedingsmogelijkheden ten aanzien van onschuldigen, maar van veroordeelden. Of daarvoor politiek draagvlak zal bestaan, valt te betwijfelen.
Auteur(s)W.H. van Boom , J.E. Hoitink , S.D. Lindenbergh , P.A.M. Mevis , L.J.J. Rogier
Pagina870-877
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFocus
TitelHet EHRM en zijn angstvallige houding ten aanzien van de artistieke expressie
CiteertitelNJB 2008, 746
SamenvattingDe beoordeling van het EHRM over het optreden van nationale overheden inzake kunst is zeer terughoudend te noemen. Het hof toetst of de beperking voldoet aan artikel 10 lid 2 EVRM maar laat de inhoudelijke beoordeling over aan de nationale lidstaat. Daarbij heeft de kunstenar tot nu toe nog altijd het onderspit moeten delven; de vrijheid van godsdienst of bescherming van de heersende moraal wogen zwaarder dan de vrijheid van kunst.
Auteur(s)C.M. Strengers
Pagina878-882
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEssay
TitelDe grondwet als quantité négligeable
CiteertitelNJB 2008, 747
SamenvattingAls regering en parlement de in de Grondwet verankerde kernwaarden van onze decentrale en democratische rechtstaat zélf niet voldoende in woord én daad uitdragen, mag niet worden verwacht dat deze neerdalen in de harten van burgers. Het sexyer maken van de tekst van de Grondwet en een maatschappelijke dialoog over burgerschap zullen niet helpen, wanneer de politiek de Grondwet behandelt als een quantité négligeable, een vodje papier.
Auteur(s)J.M.H.F. Teunissen
Pagina883-887
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelErnstige gebreken in NWO-subsidieprocedure: tijd voor verandering!
CiteertitelNJB 2008, 748
SamenvattingTwee hoogleraren bestuursrecht van de VU hebben in een subsidiegeschil een procedure bij de bestuursrechter aangespannen tegen NWO. In de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 21 januari 2008, waarvan verslag is gedaan in NJB (2008, 320, afl. 6, p. 366-367), maakt de rechter gehakt van de subsidiebeslissing.
Auteur(s)F.C.M.A. Michiels
Pagina888-889
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekO & M
TitelSturingsinformatie mag wél gebruikt worden als bewijs
CiteertitelNJB 2008, 749
SamenvattingHet driemanschap dat namens de commissie afgesloten strafzaken de zaak van Lucia de B. grondig onderzocht, heeft hierover een gedegen rapport geschreven. Wij zullen hier niet ingaan op de zaak van mevrouw de B., maar wel op een principieel punt dat besproken wordt op pagina 29.
Auteur(s)A. Kloosterman , M. Sjerps
Pagina889-891
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 04-01-2008, 23800/06
CiteertitelNJB 2008, 750
SamenvattingArt. 2, 3 en 8 EVRM. Intraveneus druggebruik in gevangenissen. Verspreiding infectieziekten. Preventieve gezondheidszorg. Bestaande systeem van desinfecteren van injectienaalden zou minder effectief zijn dan programma waarbij naalden worden ingewisseld.

(J. Shelley / Verenigd Koninkrijk).
Pagina892-893
UitspraakECLI:CE:ECHR:2008:0104JUD002380006
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 10-01-2008, 35991/04
CiteertitelNJB 2008, 751
SamenvattingArt. 8 EVRM. Biologische moeder laat kind anoniem registreren en geeft toestemming voor adoptie. Klacht over korte termijn waarin het kind nog door de moeder teruggeëist kan worden. Hof stelt dat zowel wat betreft de lengte van de termijn als de informatievoorziening aan de biologische moeder Frankrijk aan haar positieve verplichtingen heeft voldaan. Geen schending.

(Kearns / Frankrijk).
Samenvatting (Bron)No violation of Art. 8;Remainder inadmissible
Pagina893-894
UitspraakECLI:CE:ECHR:2008:0110JUD003599104
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 14-03-2008, C06/213HR
CiteertitelNJB 2008, 752
SamenvattingOnrechtmatige daad. Het hof veroordeelt een gescheiden man tot schadevergoeding en overdracht van een huis aan de vrouw wegens tijdens het huwelijk onrechtmatig op de vrouw gelegde psychische en lichamelijk druk.
Samenvatting (Bron)Huwelijksvermogensrecht. Schadevergoeding wegens onrechtmatige daden gepleegd tijdens het huwelijk; echtelijke woning.
Pagina894-895
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BB6185
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 14-03-2008, C06/236HR
CiteertitelNJB 2008, 753
SamenvattingTussenkomst en voeging in cassatie. 1. In cassatie is geen plaats voor een vordering tot tussenkomst. 2. Een derde die daarbij belang heeft kan in cassatie vorderen zich te mogen voegen.
Samenvatting (Bron)Cassatie. Tussenkomst niet, maar voeging wel mogelijk; gevoegde derde gebonden aan de door de middelen bepaalde rechtsstrijd; onmogelijkheid voor derde eigen middelen aan te voeren.
Pagina895-896
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC6692
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 14-03-2008, C06/264HR
CiteertitelNJB 2008, 754
SamenvattingOntslag op staande voet. Een werknemer komt met zijn werkgever overeen dat hij na ziekte zijn werkzaamheden op vrijdag hervat. De werknemer werkt een deel van die dag en gaat de zaterdag erop zonder toestemming met vakantie.
Samenvatting (Bron)Arbeidsrecht. Ontslag op staande voet in verband met ernstig werkverzuim; dringende reden; schadeplichtigheid (art. 7:677 lid 3 BW); opzet of schuld werknemer?
Pagina896-896
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC6641
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 14-03-2008, C06/278HR
CiteertitelNJB 2008, 755
SamenvattingUitleg cao. Een werknemer (chauffeur) raakt regelmatig langdurig arbeidsongeschikt door voetbalblessures. De werkgeefster vraagt hem herhaaldelijk met voetballen te stoppen.
Samenvatting (Bron)Arbeidsrecht. Contractuele beperking van aanvulling op wettelijke minimumuitkering bij arbeidsongeschiktheid, in verband met buiten de werksfeer liggende gedragingen of activiteiten van de werknemer, zonder dat sprake is van opzet werknemer is niet in strijd met art. 7:629 BW; uitleg CAO.
Pagina896-898
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC6699
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 14-03-2008, C06/142HR
CiteertitelNJB 2008, 756
SamenvattingNadat een vennootschap failliet is gegaan, spreekt de curator de directrice van een aandeelhouder van de vennootschap aan voor het faillissementstekort.
Samenvatting (Bron)Vennootschapsrecht; faillissementsrecht; procesrecht; bestuurder, kennelijk onbehoorlijke taakvervulling bestuurder; aansprakelijkheid; strekking 2:11 en 2:248 lid 7 BW; onverschuldigde betaling; door de rechter zelf aangedragen rechtsgrond.
Pagina898-899
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC1231
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 14-03-2008, R07/040HR
CiteertitelNJB 2008, 757
SamenvattingMedezeggenschapsrecht. Groepsverbondenheid. TNT houdt 51% van de aandelen in de deelneming Cendris BSC, maar heeft op grond van de statuten geen overwegende zeggenschap in die deelneming. De Centrale Ondernemingsraad van TNT meent dat Cendris BSC vertegenwoordigd dient te zijn in de Centrale Ondernemingsraad.
Samenvatting (Bron)Ondernemingsrecht. Medezeggenschap; meerderheidsdeelneming?; vertegenwoordiging onderneming in COR; verbondenheid joint venture met rechtspersoon met overwegende zeggenschap; juridisch groepsbegrip van art. 2:24a en 2:24b BW niet beslissend bij uitleg art. 33 lid 3 WOR.
Pagina899-900
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC2202
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 14-03-2008, R07/041HR
CiteertitelNJB 2008, 758
SamenvattingAntilliaanse zaak. Rechtsstrijd in appel.
Samenvatting (Bron)Antillenzaak. Verzekeringsrecht; arbeidsongeschiktheidsverzekering; uitleg polis. (81 RO)
Pagina900-900
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC4065
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 02467/06 A
CiteertitelNJB 2008, 759
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf waarvan één jaar voorwaaardelijk wegens verkrachting en mishandeling, beide meermalen gepleegd.
Pagina900-901
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 03143/06
CiteertitelNJB 2008, 760
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk wegens (1) opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden (2) bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en (3) belaging.
Samenvatting (Bron)Blijkens de strafmotivering heeft het Hof bij de strafoplegging rekening gehouden met de omstandigheid dat uit de omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebrachte rapporten blijkt dat de door hem gepleegde strafbare feiten in licht verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend. Niet zonder meer begrijpelijk is dat volgens het Hof uit (de conclusies van) de rapporten zou blijken dat de feiten verdachte in licht verminderde mate kunnen worden toegerekend, in aanmerking genomen dat de deskundigen van oordeel waren dat er sprake was van verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Pagina901-901
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC6254
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 01709/07
CiteertitelNJB 2008, 761
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf wegens eendaadse samenloop van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod en medeplegen van poging tot opzettelijk handelen in strijd met een in art. 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Samenvatting (Bron)Verzoek horen getuige. In de pleitnota wordt het Hof (voorwaardelijk) verzocht zijn beslissing, dat het horen van getuige X niet noodzakelijk is, te heroverwegen. HR: De door de raadsman genoemde voorwaarde waaronder het verzoek "te bepalen dat X in het belang van de waarheidsvinding en de verdediging wordt gehoord" is gedaan is vervuld. Noch het p-v van de tz. in hoger beroep van 17-5-2006 noch het bestreden arrest houdt een beslissing van het Hof in over het door de raadsman gedane verzoek. In aanmerking genomen evenwel a) dat het Hof ttz. van 12-4-2006 het verzoek tot het oproepen van X als getuige met toepassing van de juiste maatstaf heeft afgewezen op de grond dat door de verdediging "in het geheel niet nader en concreet [is] aangegeven in welk opzicht deze getuige zou kunnen verklaren over de zaak waarvoor de verdachte in NL wordt vervolgd", b) dat de raadsman ttz. van 17-5-2006 heeft gepersisteerd bij genoemd verzoek, terwijl ter ondersteuning daarvan geen beroep is gedaan op f&o die niet reeds bekend waren t.t.v. de afwijzing van het 1e verzoek ttz. van 12-4-2006, terwijl evenmin - in weerwil van hetgeen het Hof aan de afwijzing van dat verzoek ten grondslag heeft gelegd - is aangevoerd in welk opzicht de getuige zou kunnen verklaren over de strafzaak tegen verdachte, en c) dat 's Hofs tussenbeslissing van 12-4-2006, waarop de bestreden uitspraak mede steunt, ook in cassatie niet wordt bestreden, heeft verdachte geen in rechte te respecteren belang bij de klacht dat het Hof niet uitdrukkelijk heeft beslist omtrent het 2e verzoek.
Pagina901-902
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC4460
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 00236/07
CiteertitelNJB 2008, 762
SamenvattingDe verdachte werd wegens het onverzekerd besturen van een auto in hoger beroep veroordeeld tot vier weken hechtenis en ontzegging van bevoegdheid motorrijtuigen te besturen gedurende zes maanden.
Samenvatting (Bron)N-o verdachte in cassatie. Gelet op art. 432.1.c en 432.3 Sv had verdachte binnen 14 dagen na s Hofs einduitspraak van 26-4-2006 beroep in cassatie moeten instellen. Nu verdachte blijkens de stukken op 26-10-2006 beroep in cassatie heeft ingesteld, kan hij in dat beroep niet worden ontvangen.
Pagina902-902
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC6232
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 02752/06
CiteertitelNJB 2008, 763
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep door het hof vrijgesproken van - kort gezegd - verboden wapenbezit (veerdrukpistool en traangasbus).
Samenvatting (Bron)OM-cassatie. Anonieme melding vervat in ambtsbericht AIVD. 1. Vooropgesteld dient te worden dat een redelijk vermoeden van de aanwezigheid van wapens en munitie a.b.i. art. 49 van de WWM kan worden aangenomen o.b.v. een anonieme melding (vgl. HR LJN ZD1858). Deze anonieme melding was i.c. vervat in een ambtsbericht van de AIVD. Het Hof heeft de aan de AIVD anoniem verstrekte telefonische informatie uiteindelijk onvoldoende geacht voor een redelijk vermoeden dat op het adres X wapens of munitie aanwezig waren en daarbij doorslaggevend geacht dat die anoniem verstrekte informatie door de AIVD, de rechercheofficier in samenspraak met de afdeling terreur van de districtsrecherche en de afdeling zware criminaliteit van die recherche is getoetst en onderzocht - waartoe de tijdspanne tussen de anonieme melding en de daarin genoemde datum van de te plegen aanslag in dit geval ook de gelegenheid bood - zonder dat van enige aanvullende belastende informatie is gebleken. E.e.a. is onjuist noch onbegrijpelijk. Het kan, verweven als het is met aan de feitenrechter voorbehouden weging en waardering van de omstandigheden van het geval, in cassatie niet verder worden getoetst. 2. Opmerking verdient nog het volgende. Het Hof heeft geen blijk ervan gegeven te hebben onderzocht of de door hem aan de onrechtmatigheid van de doorzoeking verbonden bewijsuitsluiting in overeenstemming is met de maatstaven die door de HR zijn uiteengezet in zijn arrest van HR LJN AM2533, maar daarover klaagt het middel niet.
Pagina902-903
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BB7662
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 03194/06
CiteertitelNJB 2008, 764
SamenvattingHet hof heeft in hoger beroep bevestigd het vonnis van de Rechtbank Maastricht van 14 december 2005 waarbij de verdachte werd vrijgesproken van het hem ten laste gelegde te weten dat hij op 20 augustus 2005 in het perceel (...) te S. opzettelijk amfetamine en hennep aanwezig heeft gehad.
Samenvatting (Bron)OM-cassatie. Meld Misdaad Anoniem. 1. Vooropgesteld dient te worden dat verdenking van overtreding van de Ow kan worden aangenomen o.b.v. anoniem aan de politie verstrekte informatie. Die informatie was i.c. vervat in een melding aan de Stichting Meld Misdaad Anoniem (MMA). s Hofs oordeel dat t.t.v. de doorzoeking van de woning onvoldoende verdenking t.z.v. overtreding van de Ow bestond, is in het licht van de gedane, zogenoemde MMA-melding en de resultaten van het door de politie ter verificatie van die melding verrichte onderzoek niet zonder meer begrijpelijk. 2. De HR zal de zaak terugwijzen. Opmerking verdient dat indien na terugwijzing de rechter tot het oordeel komt dat de bewijsvergaring onrechtmatig is geweest, de vraag of zulks leidt tot bewijsuitsluiting dient te worden beoordeeld naar de maatstaven die door de HR zijn uiteengezet in zijn arrest van HR LJN AM2533, rov. 3.5 en 3.6.4.
Pagina903-904
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC1367
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 03267/06 E
CiteertitelNJB 2008, 765
SamenvattingHet hof sprak in hoger beroep de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde overtreding van art. 26 van de Wet op de economische delicten (WED) te weten dat hij opzettelijk niet voldaan had aan een vordering tot het tot stilstand brengen van het door hem bestuurde vervoermiddel met het ood op de naleving van de voorschriften gesteld bij of krachtens de Flora- en Faunawet.
Samenvatting (Bron)OM-cassatie. Art. 26 WED. Uit de tekst van art. 26 WED, waarin het begrip opzettelijk ziet op alle bestanddelen van het in die bepaling omschreven strafbare feit, volgt, i.o.m. de bedoeling van de wetgever dat voor de strafbaarheid van het in deze bepaling bedoelde misdrijf is vereist dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte betrekking heeft op de omstandigheid dat de opsporingsambtenaar bij het doen van de vordering handelde krachtens enig voorschrift van de WED. Anders dan t.a.v. art. 184 Sr geldt, is voor strafbaarheid van het niet voldoen aan een vordering a.b.i. art. 26 WED niet voldoende dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte is gericht op het feit dat de ambtenaar handelde krachtens enig wettelijk voorschrift. Het Hof heeft overwogen dat verdachte moet worden vrijgesproken omdat het Hof niet de overtuiging heeft bekomen dat verdachte zich bewust is geweest dat de vordering om het door hem bestuurde vervoermiddel tot stilstand te brengen, steunde of althans kon steunen op een voorschrift van de WED. Aldus heeft het Hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het in de tll voorkomende begrip opzettelijk. De stelling in de toelichting op het middel dat art. 26 WED enkel van toepassing is op in de WED neergelegde zelfstandige bevoegdheden en niet op de accessoire bevoegdheid a.b.i. art. 23.4 WED is onjuist. Zij strookt niet met de tekst van art. 26 WED en is in strijd met doel en strekking van deze bepaling. Ook de vordering tot stilhouden ingevolge art. 23.4 WED is een vordering krachtens enig voorschrift van de WED gedaan, waarop art. 26 WED van toepassing is. Het Hof heeft de grondslag van de tll niet verlaten.
Pagina904-905
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC6140
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 00977/07B
CiteertitelNJB 2008, 766
SamenvattingDe rechtbank verklaarde ongegrond het door de klager ingediende klaagschrift strekkende tot teruggave aan hem van de inbeslag genomen auto.
Pagina905-905
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 00867/07 B
CiteertitelNJB 2008, 767
SamenvattingDe rechtbank had ongegrond verklaard het door de klager ingediende beklag strekkende tot teruggave aan hem van de twee in beslag genomen antieke tegels.
Samenvatting (Bron)Beklag ex art. 552a Sv. Onder het belang van de strafvordering is te verstaan de veiligstelling van de belangen waarvoor art. 94 Sv de inbeslagneming toelaat. Tot deze belangen behoort, vzv. hier van belang, het aan de dag brengen van de waarheid (vgl. HR LJN AB6125). Het oordeel van de Rb dat de door haar genoemde onderzoeksgronden i.c. moeten worden gerekend tot het belang van de strafvordering geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat onderzoek naar de waarde, de herkomst en de oorspronkelijke eigenaar van de inbeslaggenomen tegels van belang kan zijn voor de waarheidsvinding omtrent strafbare feiten.
Pagina905-905
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BC6224
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-03-2008, 02379/06
CiteertitelNJB 2008, 768
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot acht weken gevangenisstraf voorwaardelijk wegens (1) en (2) opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.
Samenvatting (Bron)Art. 172.3 Gemw. Het Hof heeft geoordeeld dat, gelet op de door verdachte veroorzaakte overlast, de burgemeester o.g.v. art. 172.3 Gemw een gebiedsontzegging aan verdachte heeft kunnen opleggen en dat dit bevel voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De HR stelt voorop dat, gelet op de geschiedenis van de totstandkoming van art. 172.3 Gemw het ervoor moet worden gehouden dat, zo in een gemeente een verordening geldt waarin is geregeld dat de burgemeester i.g.v. overlast gevende verstoringen van de openbare orde aan de betrokkene een zogenoemde verblijfsontzegging kan opleggen, deze regeling dient te worden toegepast en art. 172.3 Gemw dan niet (ook) een grondslag biedt voor het opleggen van een gebiedsontzegging t.z.v. verstoringen van de openbare orde waarop de APV het oog heeft. De gemeente Rdam kende t.t.v. de bewezenverklaarde gedragingen een dergelijke regeling in art. 2.10.1 APV. Het Hof heeft geen inzicht gegeven in zijn gedachtegang. Indien het heeft geoordeeld dat het de burgemeester vrijstond om de regeling van de APV buiten toepassing te laten en het bevel te baseren op art. 172.3 Gemw - louter op de grond dat naar diens oordeel de duur van de in de APV voorziene verblijfsontzegging niet volstond, heeft het miskend hetgeen hiervoor door de HR is vooropgesteld. Indien het daaraan niet heeft voorbijgezien, maar - waar het spreekt van "specifieke overlast" - heeft geoordeeld dat hier sprake was van overlast die niet door de APV werd bestreken, is dat oordeel gelet op de gedragingen van de betrokkene zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk. Die gedragingen vallen immers grotendeels onder die welke zijn opgenomen in art. 2.10.1 APV.
Pagina905-907
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BB4096
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 21-03-2008, 43050
CiteertitelNJB 2008, 769
SamenvattingKB-Lux-zaak. Geen schending van het verbod op gedwongen zelfincriminatie. Door de inspecteur in het kader van de vaststelling van de belastingschuld opgevraagde en door de belastingplichtige verstrekte gegevens m.b.t. een (verzwegen) banktegoed kunnen ook worden gebruikt ten behoeve van het opleggen van een boete bij navordering.
Samenvatting (Bron)KBLux-zaak. Art. 6 EVRM en art. 16, lid 4 AWR. Door de inspecteur in het kader van de vaststelling van de belastingschuld opgevraagde en door de belastingplichtige verstrekte gegevens m.b.t. een (verzwegen) banktegoed kunnen ook worden gebruikt ten behoeve van het opleggen van een boete bij navordering. Geen schending van het verbod op gedwongen zelfincriminatie. Vragen aan HvJ EG over de termijn voor navordering van 12 jaar t.z.v. buitenlandse spaartegoeden.
Pagina907-910
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BA8179
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelRaad van State, 12-03-2008, 200704888/1
CiteertitelNJB 2008, 770
SamenvattingTegen de toekenning van een sepotcode of tegen een besluit om niet verder te vervolgen kan op grond van de Awb geen bezwaar worden gemaakt en beroep worden ingesteld.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 1 december 2004 is namens de minister van Justitie (hierna: de minister) het verzoek van [wederpartij] om verwijdering van de justitiële gegevens met betrekking tot zijn persoon, opgenomen in het Justitieel Documentatie Systeem (hierna: het JDS), dan wel wijziging ervan in die zin dat de sepotcode 02 wordt gewijzigd in sepotcode 01, afgewezen.
Pagina911-912
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BC6408
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelRaad van State, 12-03-2008, 200702613/1
CiteertitelNJB 2008, 771
SamenvattingIn dit geval hebben twee orkesten geen rechtstreeks belang bij besluiten tot verhoging van de subsidie van drie andere orkesten.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 31 januari 2005, 18 februari 2005 en 28 februari 2005 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (thans: de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hierna: de minister) aan onderscheidenlijk het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Orkest van het Oosten en het Nederlands Ballet- en Symfonieorkest Holland Symfonia een subsidieverhoging verleend.
Pagina912-913
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BC6447
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven, 12-03-2008, AWB 05/494 ea
CiteertitelNJB 2008, 772
SamenvattingBegrotingsbesluiten. Belanghebbenden.
Samenvatting (Bron)Besluit aanwijzing benoemingsgerechtigde organisaties Commissie Varkenshouderij van het PVV 2003 (SER)
Pagina913-913
UitspraakECLI:NL:CBB:2008:BC6324
Artikel aanvragenVia Praktizijn