Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte

Uitgever Den Hollander
Tijdschrift Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte
Datum 29-04-2008
Aflevering 2
RubriekVoorwoord
TitelVoorwoord
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingDe redactie verwelkomt de volgende vaste medewerkers die getrouw hun bijdrage aan dit tijdschrift leveren: Arnout Scholten van DLA Piper en Paul Visser van Loyens en Loeff. In het eerste artikel van dit tijdschrift beschrijven M. Dieperink en A. de Fouw wanneer een huurder of verhuurder is aan te merken als belanghebbende bij een overheidsbesluit.
Auteur(s)M. de Gaay Fortman
Pagina41-41
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelDe (ver)huurder en besluiten van de overheid
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingAls een gemeente besluit eenrichtingsverkeer in te stellen, kan in dat geval een supermarktexploitant die ter plaatse een pand huurt zich daartegen verzetten? Wat is dan de positie van de verhuurder? En wat is de positie van verhuurder als een bouwvergunningaanvraag van de huurder wordt geweigerd? Kan de verhuurder opkomen tegen die weigering om zo te voorkomen dat de gemeente latere bouwplannen afkeurt met een verwijzing naar die weigering? Deze vragen behoren tot het terrein van het bestuursrecht. [...] Dit artikel geeft een korte introductie van de toetsing van overheidsbesluiten door de rechter. Daarna wordt ingegaan op de 'belanghebbendheid' van de (ver)huurder en de rechtspraak waarin een huurder of verhuurder wordt toegelaten tot het bestuursrechtelijke geding. Vervolgens wordt ingegaan op de wijze waarop de huurder in huurovereenkomsten kan regelen dat zijn belangen in een bestuursrechtelijke procedure worden gewaarborgd. Tot slot volgt een conclusie.
Auteur(s)M.A.M. Dieperink , A. de Fouw
Pagina42-46
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRenovatie van 290-bedrijfsruimte. Dringend eigen gebruik en de wachttijd van drie jaar
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingVrijwel iedere gebouwde onroerende zaak is aan de gevolgen van veroudering en/ of intensief gebruik onderhevig. Het komt daarom regelmatig voor dat verhuurders ruimte die zij verhuren ingrijpend willen verbouwen renoveren. Dit kan nodig zijn in het geval van veroudering van een gebouw of schade aan het gebouw, maar ook andere factoren, zoals een slecht lopend winkelcentrum, kunnen een reden voor renovatie zijn. Wanner een verhuurder van 290-bedrijfsruimte voornemens is om zijn pand(en) te renoveren, heeft hij twee mogelijkheden, te weten: renovatie met instandhouding van de huurovereenkomst en renovatie met beëindiging van de Huurovereenkomst. [...] De opzeggingsgrond 'dringend eigen gebruik' is hierbij de meest voorkomende opzeggingsgrond. [...] Na rechtsopvolging moet de verhuurder bij opzegging op grond van dringend eigen gebruik [...] namelijk een wachttijd van drie jaar in acht nemen. [...] Dit artikel tracht een weergave te geven van de regeling van de wachttijd van drie jaar en hetgeen de Kantonrechter te Delft hieromtrent heeft bepaald.
Auteur(s)W.M. Meijer
Pagina47-49
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHuurrecht bedrijfsruimte in Polen en Turkije
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingIn vorige edities van dit tijdschrift hebben een tweetal oriënterende besprekingen plaatsgevonden van een aantal buitenlandse huurrechtstelsels, specifiek voor wat betreft huurrecht bedrijfsruimte. In dit kader is aandacht besteed aan het huurrecht van Engeland en België, en Frankrijk en Duitsland. Dit keer zal worden ingegaan op de huurrechtstelsels van een tweetal andere landen, te weten Polen en Turkije.
Auteur(s)R. van der Kroft , W. Raas
Pagina50-54
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad, 01-02-2008, C06/219HR
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingDeze zaak heeft betrekking op de nadere vaststelling van een huurprijs op grond van artikel 7A:1632a (oud) BW. De Hoge Raad oordeelt dat de huurder niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, omdat partijen tussentijds een nieuwe huurprijs zijn overeengekomen met ingang van een binnen de lopende huurtermijn gelegen tijdstip en vervolgens ten minste vijf jaren moeten zijn verstreken voordat de rechter een nadere huurprijs kan vaststellen. Van belang daarbij is dat de nadere vaststelling van de huurprijs niet van verwaarloosbare betekenis was.
Samenvatting (Bron)Huur bedrijfsruimte. Rechterlijke vaststelling van nadere huurprijs op grond van art. 7A:1632a lid 1, onder b, BW; vordering huurder niet-ontvankelijk wegens tussentijds afgesproken nieuwe huurprijs waarna nog niet vijf jaren zijn verstreken.
AnnotatorP.K. van der Maarel
Pagina55-61
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BB5923
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Breda, 23-01-2008, 454089 cv 07-5224
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingIs nadat de huurovereenkomst 25 jaar heeft geduurd en deze voor onbepaalde tijd voortduurt een aanbod van de verhuurder om een huurovereenkomst voor een bepaalde tijd te sluiten met een jaarlijkse indexering, een redelijk aanbod in de zin van artikel 7:296 lid 4 sub c BW?
Samenvatting (Bron)Aanbod huurovereenkomst bepaalde tijd in plaats van lopende huurovereenkomst onbepaalde tijd: redelijk aanbod in de zin van artikel 7:296, vierde lid en onder c, BW
AnnotatorA.W. Jongbloed
Pagina61-65
UitspraakECLI:NL:RBBRE:2008:BC3341
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad, 01-02-2008, C06/233HR
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingVan een 'aan de huurder toe te rekenen omstandigheid' in de zin van het tweede lid van art. 7:204 BW is onder meer ook sprake indien het gaat om een omstandigheid die ingevolge art. 6:75 BW krachtens in het verkeer geldende opvattingen voor rekekning van de huurder komt.
Samenvatting (Bron)Huur bedrijfsruimte. Geschil over vraag of tegenvallende bezoekersaantallen (nieuw) winkelcentrum gelden als een gebrek in zin van art. 7:204 lid 2 BW, aan huurder toe te rekenen omstandigheid.
AnnotatorA. de Fouw
Pagina65-75
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BB8098
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelKantongerecht Delft, 14-02-2008, ---
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
SamenvattingIn beginsel dient het verbod tot opzeging wegens dringend eigen gebruik van een opvolgend verhuurder binnen de wachttijd van drie jaar strikt te worden toegepast en dient het daarom ook te gelden indien sprake is van rechtsopvolging binnen hetzelfde concern. Er bestaat dan immers de mogelijkheid dat die overgang ook een wijziging van het beleid ten aanzien van de exploitatie van het gehuurde met zich zal brengen.

(Beleggingsmaatschappij Stadscentrum Zoetermeer BV / D.J.N. Helvensteijn BV).
AnnotatorN. Eeken
Pagina75-82
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualiteiten
TitelActualiteiten
CiteertitelTvHB 2008, nr. 2
Pagina83-83
Artikel aanvragenVia Praktizijn