Tijdschrift voor Gezondheidsschade, Milieuschade en Aansprakelijkheidsrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Tijdschrift voor Gezondheidsschade, Milieuschade en Aansprakelijkheidsrecht
Datum 30-06-2008
Aflevering 3
RubriekArtikelen
TitelOngerechtvaardigde verrijking. Een systematische analyse van het begrip ongerechtvaardigdheid, toegepast op kostenverhaal bij bodemsanering
CiteertitelTMA, 2008, 51
SamenvattingVoor de beoordeling of een verrijking die is ontstaan als gevolg van bodemsanering door de overheid ongerechtvaardigd is, moet niet het door de overheid opgestelde beleid doorslaggevend zijn. In plaats daarvan moet een systematische aanpak worden gehanteerd, waarbij de beantwoording van de vraag of een verrijking ongerechtvaardigd is, voortvloeit uit een aftasten van het systeem van het recht. In deze bijdrage is gekozen voor een vergelijking met de onrechtmatige daad om zo invulling te geven aan de vraag of een verrijking (on)gerechtvaardigd is.
Auteur(s)J.W.M.K. Meijer
Pagina51-63
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelLuchtkwaliteitseisen: van projecten naar programma's. Een stappenplan voor de praktijk
CiteertitelTMA, 2008, 64
SamenvattingDe wijzigingswet Wet milieubeheer, enz. (luchtkwaliteitseisen) in de praktijk ook wel aangeduid als de 'Wet luchtkwaliteitseisen', is ruim een half jaar geleden in werking getreden. Deze wet, die titel 5.2 en een bijlage 2 toevoegt aan de Wet milieubeheer, heeft het Besluit luchtkwaliteit 2005 ('Blk 2005') op 15 november 2007 vervangen. Het zal niet lang meer duren alvorens de eerste jurisprudentie omtrent deze wet tot ontwikkeling komt. Het is dan ook hoog tijd om de nieuwe titel 5.2 van de Wet milieubeheer eens nader onder de loep de nemen. In het navolgende zal enerzijds de systematiek van de nieuwe wet worden toegelicht aan de hand van een stappenplan, en zal anderzijds worden getracht om enige lessen te trekken voor de praktijk van gebiedsontwikkeling.
Auteur(s)W.J. Bosma
Pagina64-69
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie / Case Law
TitelRechtbank Rotterdam, 22-01-2008, 07/989
CiteertitelTMA, 2008, 70
SamenvattingBezwaar bewonersplatform is niet-ontvankelijk verklaard.
Samenvatting (Bron)Beroep tegen handhaving in bezwaar van binnenplanse vrijstelling voor project Calypso. Het bezwaar van het bewonersplatvorm is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van de overige eisers is gegrond. Het college is zonder deugdelijke motivering afgeweken van twee nagtieve welstandsaviezen waaruit zonder meer volgt dat het bouwplan stuit op aanzienlijke bezwaren van stedenbouwkundige aard. De rechtbank constateert dat verweerder in de bouwvergunning eerste fase heeft aangegeven dat in het kader van de toetsing van de aanvraag om bouwvergunning tweede fase aspecten als deugdelijkheid, kwaliteit, duurzaamheid en uitvoerbaarheid nog uitgebreid zullen worden onderzocht door de dienst Stedebouw en Volkshuisvesting en door onafhankelijke deskundigen. Nog daargelaten de vraag of deze uitgestelde toetsing in overeenstemming is met de Woningwet en het besluit Biab, staat in elk geval vast dat noch ten tijde van het besluit van 12 januari 2007 noch ten tijde van het bestreden besluit II de genoemde aspecten zijn onderzocht en getoetst. De rechtbank acht deze handelwijze in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.
Pagina70-71
UitspraakECLI:NL:RBROT:2008:BC3357
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie / Case Law
TitelRechtbank Groningen, 17-04-2008, 304232 CV EXPL 06-9870
CiteertitelTMA, 2008, 75
SamenvattingVerontreinigde grond bij het einde van de huur. Artikel 3:310 BW is van toepassing.
Samenvatting (Bron)Verontreinigde grond bij het einde van de huur. Artikel 3:310 BW is van toepassing. Verjaringstermijn voor onbekende schade gaat lopen samen met de verjaring voor bekende schade. Artikel 3:310 BW bepaalt dat voor het aanvangen van de vijfjarige verjaringstermijn bekendheid met de schade en met de daarvoor aansprakelijke persoon vereist is. Ook bij onbekendheid met de exacte omvang van de schade vangt de verjaringstermijn aan, wanneer tenminste een redelijk beeld bestaat van de aard en de omvang van de schade dan wel van de schadefactoren, mede gelet op de aard van het schadetoebrengend handelen, en de daarmee samenhangende en zonodig naar ervaringsregels te verwachten kosten. Blijkens het uitgebreide en gedocumenteerde rapport had NS in 1993 een goede indruk van de mate van vervuiling en een noodzaak tot sanering. Op dat moment was NS zowel bekend met de schade en de oorzaak daarvan, als met de aansprakelijke persoon zodat de verjaring is gaan lopen. De wetenschap hieromtrent van NV Nederlandse Spoorwegen wordt toegerekend aan de NS nu NS rechtsopvolger is van NV Nederlandse Spoorwegen. De verjaringstermijn is behalve voor de reeds bekende minerale olieverontreinigingen mede gaan lopen voor de later ontdekte asbestverontreiniging. Immers, deze vloeit voort uit dezelfde huurovereenkomst en had door hetzij de start van de saneringswerkzaamheden, hetzij door aanvullend onderzoek bij NS bekend kunnen zijn. Daarvoor had NS vijf jaar de tijd terwijl de verjaring ook nog had kunnen worden gestuit.
Pagina75-79
UitspraakECLI:NL:RBGRO:2008:BD0479
Artikel aanvragenVia Praktizijn