Samenvatting | In de jurisprudentie van de bestuursrechter en in de literatuur wordt het leerstuk van gezag van gewijsde gezien als de grondgedachte van de zogenaamde Brummenlijn. Deze lijn houdt in dat 'het niet instellen van hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank tot gevolg heeft dat, indien in beroep tegen de nieuwe beslissing op bezwaar beroepsgronden worden aangevoerd, die door de rechtbank in die eerdere uitspraak uitdrukkelijk en zonder voorbehoud zijn verworpen, de rechtbank van juistheid van het eerder gegeven oordeel over die beroepsgronden heeft uit te gaan. |