Rechtspraak Sociale Verzekeringen

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftRechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum12-02-2009
Aflevering2
RubriekWVG/WMO
TitelCentrale Raad van Beroep, 10-12-2008, 08/3206 WMO (met noot)
CiteertitelRSV 2009/24
SamenvattingVoorziening - voeren huishouding - lichaamsreiniging - compensatieplicht - maatwerk - keuzevrijheid - overwegende bezwaren - categorale uitsluiting.
Samenvatting (Bron)De rechter dient de keuze(n) die de gemeenteraad en het College hebben gemaakt bij de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de compensatieplicht in beginsel te respecteren. Geen terughoudende beoordeling van een ter uitvoering van artikel 4 van de Wmo genomen besluit. Tot de specifieke - in het kader van artikel 4 van de Wmo in aanmerking te nemen - behoefte van appellante behoort dat de douchestoel geschikt moet zijn om haar, indien zij daarin gezeten is, door derden te kunnen laten wassen. Daarbij zijn haar persoonskenmerken van belang. Naar de bedoeling van de wetgever zal niet licht van overwegende bezwaren als bedoeld in art. 6 WMO van algemene aard sprake kunnen zijn. De door het College genoemde bezwaren zijn onvoldoende specifiek en niet concreet en verifieerbaar onderbouwd. Artikel 1.3 van het Besluit is onverbindend wegens strijd met artikel 6 van de Wmo en dient daarom buiten toepassing te worden gelaten. De Raad treft een voorlopige voorziening.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
Pagina92-101
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2008:BG6612