Samenvatting (Bron) | Intrekking en terugvordering bijstand. Bezit onroerend goed in het buitenland. Experiment conservatoir beslag. De Raad oordeelt dat het College in dit geval geen onverkorte toepassing had mogen geven aan zijn terugvorderingsbeleid. De (concept-)besluiten zijn niet geeffectueerd, maar er wordt over een nieuwe, aanzienlijk langere periode teruggevorderd.
De Raad constateert voorts dat het College in ieder geval vanaf 10 februari 2004 willens en wetens is doorgegaan met het - ten onrechte - verlenen van bijstand aan appellanten. In dit verband acht de Raad verder van belang dat het College ermee heeft ingestemd, zoals uit de notitie van 17 januari 2006 blijkt, dat de gemeente Enschede de kosten van bijstand gedurende het experiment zou dragen. Het College was zich derhalve bewust van het financiƫle risico van de continuering van de bijstand aan appellanten. Tegen de achtergrond van het voorgaande kan het enkele feit dat appellanten gedurende de gehele in geding zijnde periode hun inlichtingenverplichting hebben geschonden - ook al is die schending op zichzelf ernstig te noemen - niet met zich brengen dat tot volledige terugvordering wordt overgaan. De periode van terugvordering moet in redelijkheid beperkt blijven tot de periode van 1 juli 1997 tot 10 februari 2004, zijnde de datum waarop kan worden gesproken van een binnen het gemeentebestuur afgeronde besluitvorming. |