Jurisprudentie Bestuursrecht

UitgeverSdu
TijdschriftJurisprudentie Bestuursrecht
Datum14-10-2010
Aflevering13
TitelCentrale Raad van Beroep, 16-07-2010, 09/6779 WIA (met noot)
CiteertitelJB 2010/122
SamenvattingVerzend-en ontvangsttheorie. Poststempelbewijs. Tegenwettelijke beleidsregel. Bepaling van openbare orde.
Samenvatting (Bron)De rechtbank heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard, wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding. Bewijslast rust op betrokkene. Hij bracht geen bewijs bij voor zijn stelling dat hij het bezwaarschrift op zondag 22 maart 2009 ter post bezorgde. De onleesbaarheid of het ontbreken van het poststempel komt (bij gewone post) voor risico van de verzender. Hieruit volgt de conclusie dat betrokkene te laat bezwaar maakte. Het Uwv neemt op grond van zijn in het Reglement behandeling bezwaarschriften neergelegde beleid aan dat het bezwaar tijdig is gemaakt. Weliswaar is het voor betrokkene begunstigend en zijn er geen belangen van derden betrokken, toch mist het beleid van het Uwv in dit geval (iedere) betekenis. De reden is dat het een bepaling van openbare orde betreft. In de memorie van antwoord aan de Tweede kamer bij artikel 8:69 van de Awb, sprak de regering zich uit dat regels inzake bevoegdheid en ontvankelijkheid van openbare orde zijn en niet ter vrije beschikking van partijen staan en dat de rechter zich niet zal conformeren aan een ten onrechte verschoonbaar geoordeelde termijnoverschrijding. Verder niet gebleken van omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs kan worden geoordeeld dat betrokekne niet in verzuim was.
AnnotatorR.J.N. Schlössels
Pagina1046-1050
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2010:BN1749