Samenvatting | De titel van dit proefschrift geeft direct al de sterkte ervan aan. Bruggeman bespreekt in haar proefschrift, dat zij verdedigde op 25 januari 2010 aan de TU Delft, op zeer gedetailleerde wijze de koop-/aannemingsovereenkomst. Alle facetten van deze overeenkomst passeren uitgebreid de revue in het licht (en soms ook daarbuiten) van de centrale vraag van de dissertatie die luidt: hoe verhouden, waar het gaat om de rechtsverhouding tussen verkrijger en ondernemer, de koop-/aannemingsovereenkomst en de daarbij behorende algemene voorwaarden zich tot het Nederlandse verbintenissenrecht in het algemeen, tot het Nederlands en het Europees consumentenrecht in het bijzonder en tot het algemene (in ontwikkeling zijnde) Europees verbintenissenrecht? De auteur heeft daarbij voor twee toetsingskaders gekozen, die zij in hoofdstuk 2 toelicht. Ten eerste is dat het algemeen verbintenissenrecht, waarbij vooral titel 7.12 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de aanneming van werk centraal staat. Tevens bespreekt zij de koop-/aannemingsovereenkomst in relatie tot de regels uit Boek 6 BW die gelden ten aanzien van algemene voorwaarden, zoals de toepasselijkheid van algemene voorwaarden en de onredelijk bezwarende bedingen in die voorwaarden. |