Rechtspraak Sociale Verzekeringen

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftRechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum04-11-2011
Aflevering11
RubriekZiektekosten
TitelCentrale Raad van Beroep, 08-06-2011, 10/935 AWBZ (met noot)
CiteertitelRSV 2011/340
SamenvattingVerzekering AWBZ - rechtsmatig verblijf - fysieke toestand niet substantieel bedreigd - fair balance tussen publieke belangen en particulier belang - koppelingsbeginsel
Samenvatting (Bron)Niet verzekerd ingevolge de AWBZ, omdat appellant niet in Nederland rechtmatig verblijf geniet als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000. Appellant verkeerde ten tijde hier in geding weliswaar in een moeilijke situatie, maar niet kan worden gezegd dat de fysieke toestand van appellant substantieel wordt bedreigd wanneer hij verstoken blijft van de verstrekking van gevraagde zorg. Appellant heeft geen medische verklaringen overgelegd, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat ten tijde van belang sprake is geweest van een substantiële bedreiging van zijn fysieke toestand in vorenbedoelde zin. Daar komt bij dat appellant ten tijde van belang niet legaal in Nederland verbleef, terwijl niet is gebleken dat het voor appellant niet mogelijk was terug te keren naar het land van herkomst. Naar het oordeel van de Raad kan in die omstandigheden in redelijkheid niet worden volgehouden dat de weigering van de gevraagde zorg geen blijk geeft van een “fair balance” tussen de publieke belangen betrokken bij de weigering van de geïndiceerde zorg en de particuliere belangen van appellant. Het beroep op artikel 8 van het EVRM slaagt dan ook niet. Nu de beroepsgrond over artikel 8 van het EVRM naar het oordeel van de Raad geen doel treft, behoeft de beroepsgrond over artikel 3 van het EVRM, uit welke bepaling een zwaardere norm voortvloeit, geen bespreking (vergelijk CRvB 29 juni 2010, LJN BM9795).
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
Pagina1206-1208
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ9006