Gezondheidszorg Jurisprudentie

UitgeverSdu
TijdschriftGezondheidszorg Jurisprudentie
Datum20-09-2012
Aflevering6
RubriekGrondrechten
TitelCentrale Raad van Beroep, 11-05-2012, 12/2459 WMO-VV (met noot)
Citeertitel«GJ» 2012/115
SamenvattingMatschappelijke opvang. Wmo. Rechtmatig verblijf. EVRM. Kwetsbaar persoon. Lichamelijke klachten. Positieve verplichting Staat.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening. Weigering appellant toe te laten tot maatschappelijke opvang als bedoeld in de WMO. Geen schending van de artikelen 3 en 8 EVRM. Verzoeker verblijft niet rechtmatig in Nederland, hij kan terugkeren naar Egypte en niet is gebleken van een geldige belemmering die daaraan in de weg staat. Uit de stukken blijkt dat bij verzoeker sprake is van omvangrijke medische problematiek van diverse aard. Uit die stukken blijkt echter niet dat verzoeker zich daarvoor niet zou kunnen laten behandelen en dat voor zover die behandeling gepaard zou moeten gaan met opname in een ziekenhuis, daarin niet zou worden voorzien. Geen noodzaak voor een ziekenboegbed aangenomen omdat verzoeker in een goede conditie verkeerde.
AnnotatorA.C. Hendriks
Pagina676-681
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2012:BW6227