Tijdschrift voor Bouwrecht

UitgeverInstituut voor Bouwrecht
TijdschriftTijdschrift voor Bouwrecht
Datum14-01-2013
Aflevering1
RubriekJurisprudentie - Woningwet c.a.
TitelRaad van State, 12-09-2012, 201112262/1/A1 (met noot)
CiteertitelTBR 2013/12, p. 63-64
SamenvattingVolgens jurisprudentie over het begrip 'bouw-werk' in de Woningwet, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van de Wabo is bij herhaling aansluiting gezocht bij de in de modelbouwverordening gegeven definitie van het begrip 'bouwwerk'.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om handhavend op te treden tegen het net over de achtertuin van een perceel. Volgens jurisprudentie over het begrip "bouwwerk" in de Woningwet, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van de Wabo, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 10 juni 2009, in zaak nr. 200807958/1, LJN: BI7253), is bij herhaling aansluiting gezocht bij de in de modelbouwverordening gegeven definitie van het begrip "bouwwerk", omdat dit in de Woningwet niet is omschreven en in de modelbouwverordening een bruikbare definitie is gegeven. Deze luidt: "elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren". Het begrip bouwwerk is in de Wabo niet omschreven. Uit de Wabo, noch de geschiedenis van de totstandkoming daarvan (Kamerstukken II 2006/07, 30 844, nr. 3, blz. 91-92), kan worden afgeleid dat met het begrip "bouwwerk", als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder a, van de Wabo, welk artikel een voortzetting is van het verbod dat in art. 40 van de Woningwet was opgenomen, is bedoeld om een wijziging aan te brengen in de aan dit begrip in de jurisprudentie onder de werking van de Woningwet gegeven betekenis. Gelet hierop ziet de Afdeling aanleiding om voor de uitleg van het begrip "bouwwerk" in de Wabo eveneens aansluiting te zoeken bij de hiervoor weergegeven definitie uit de modelbouwverordening. Het net, dat bestaat uit geknoopt zwart nylon en op een hoogte van 2,20 m over de gehele achtertuin van het perceel is gespannen middels staaldraden, dient, tezamen met de vijf staaldraden, die met nagels zijn bevestigd aan de achtergevel van de woning en de voorgevel van de schuur op het perceel, te worden beschouwd als een constructie van enige omvang, die bedoeld is om ter plaatse te functioneren. De Rb. heeft derhalve ten onrechte geen grond gezien voor het oordeel dat sprake is van een bouwwerk, als bedoeld in art. 2.1, aanhef en onder a, van de Wabo, waarvoor een omgevingsvergunning is vereist. Dit betekent dat het college zich ten onrechte onbevoegd heeft geacht om handhavend om te treden.
AnnotatorS. Hillegers
Pagina63-64
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:RVS:2012:BX7117