Uitgever | Wolters Kluwer |
---|
Tijdschrift | Milieu & Recht |
Datum | 29-03-2013 |
Aflevering | 3 |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
Titel | Rechtbank Haarlem, 12-12-2012, 12/2827, 12/2742 (met noot)
|
---|
Citeertitel | M en R 2013/3, nr. 42
|
Samenvatting | Twee nieuwe windturbines vormen samen met twee bestaande windturbines een windturbinepark in de zin van Besluit milieueffectrapportage. Vooralsnog geen reden te twijfelen dat B&W bevoegd gezag is. |
Samenvatting (Bron) | Omgevingsvergunning voor het plaatsen van twee windturbines aan de rand van de Nauernasche polder, langs het Noordzeekanaal. Op deze locatie staan op dit moment al twee windturbines. De rechtbank vindt dat door de plaatsing van nog eens twee windturbines gesproken dient te worden van een windturbinepark als bedoeld in het Besluit milieueffectrapportage. Dat betekent dat het college dient te toetsen of de leefomgeving door de oprichting van het windturbinepark dusdanig wordt beïnvloed dat een milieueffectrapportage moet worden gemaakt. Het college heeft dat ten onrechte niet gedaan.
De rechtbank vindt verder dat het college ook op ander punten de omgevingsvergunning onvoldoende heeft onderbouwd. In de ruimtelijke onderbouwing van de omgevingsvergunning en bij de beoordeling van de externe veiligheid gaat het college te veel uit van het huidige gebruik van het naastgelegen gebied als afvalstortplaats. In de toekomst krijgt dit gebied namelijk de bestemming recreatiegebied. Dit toekomstige gebruik heeft het college onvoldoende in beoordeling betrokken. Verder heeft het college onvoldoende onderbouwd of de bouw van de windturbines in strijd is met de Flora- en Faunawet. Het college heeft ook onvoldoende duidelijk gemaakt op welke wijze de geluidsbelasting van de windturbines in combinatie met andere geluidsbronnen in aanmerking is genomen.
Het beroep is gegrond, het bestreden besluit is vernietigd |
Annotator | M.A.A. Soppe
|
Pagina | 201-205 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6096 |