Samenvatting | Sinds 2007 wordt in Nederland jaarlijks aan de hand van de factoren waarschijnlijkheid en ernst een risicotaxatie gemaakt van de rampen die onze nationale veiligheid bedreigen. Een risicoanalyse heeft echter slechts zin als daar ook iets mee gedaan wordt. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen vier fasen: preventie, preparatie, respons en nazorg. De wetgever dient al deze processen te faciliteren. En juist hieraan schort het, volgens Muller. Verantwoordelijk hiervoor is de duizelingwekkende hoeveelheid regelingen. Wat Muller voor ogen staat, is te onderzoeken of het ‘wenselijk, effectief, noodzakelijk en juridisch haalbaar’ is om de afzonderlijke regelingen op dit terrein bij elkaar te brengen in een integrale Crisisbeheersingswet. Zo’n Lex Muller verdient zeker nadere overdenking. Maar wetgevingsjuristen wacht een lastige klus als het aankomt op de vormgeving ervan. |