Samenvatting | In deze bijdrage wordt allereerst ingegaan op de geschiedenis, de doelstelling en het wettelijk kader van de provinciale verordening. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de zinsnede ‘indien provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken’, waarbij door middel van een praktische toetsingsmaatstaf geprobeerd wordt deze materie beter te doorgronden en te begrijpen. Aansluitend wordt een drietal (instructie)regels uit verschillende provinciale verordeningen ter hand genomen om de gehanteerde toetsingsmaatstaf te verduidelijken. Ten slotte volgen enkele concluderende opmerkingen. |