Samenvatting | Volgens het Nederlandse recht dient de schade voor onrechtmatige rechtspraak in beginsel voor de burger te blijven. De criteria voor de toekenning van schadevergoeding op dit punt zijn minder burgervriendelijk dan die het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn Köbler-rechtspraak voorschrijft als het gaat om een schending van het Unierecht door de hoogste nationale rechter. In het Schaarbeek-arrest van het Grondwettelijk Hof van België is beslist dat vanwege met name het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel ook zonder dat het Unierecht in het geding is rekening moet worden gehouden met de Köbler-rechtspraak bij het bepalen of een door een hoogste rechter begane fout een kennelijke schending van het recht vormt. |