AB Rechtspraak Bestuursrecht

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftAB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum15-10-2016
Aflevering38
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 21-07-2016 (met noot)
CiteertitelAB 2016/367
SamenvattingNZa heeft in beleidsregel niet aangegeven hoe vergoeding eigen vermogen wordt vastgesteld. Keuze tussen verschillende methodes niet anderszins gemotiveerd. Onzorgvuldig.
Samenvatting (Bron)Bij tariefbeschikkingen TB/CU-2012-03 en TB/CU-2023-01 heeft verweerster o.a. maximumtarieven vastgesteld voor hyperbare zuurstoftherapie. Appellanten bieden deze therapie aan. Het College volgt hen niet in hun betoog, dat het in de beleidsregel BR/CU-2121 neergelegde kostprijsmodel met een maximumtarief o.b.v. de mediane kostprijs, instellingen dwingt om onder hun kostprijs te produceren. Ook wijst het College het betoog van appellanten af, dat hier gebruik had moeten worden gemaakt van de terugvaloptie van artikel 20.1 van BR/CU-2121. De gegevens van het AMC, dat een reeds afgeschreven zuurstoftank gebruikt, mochten in de betrekening betrokken worden, omdat van feitelijk gemaakte kosten wordt uitgegaan. Bovendien worden uitbijters in de mediaanmethode feitelijk buiten beschouwing gelaten. Alleen de vergoeding voor gederfd rendement van het eigen vermogen (VGREV), die verweerster pas later in de berekening had opgenomen, kan de rechterlijke toetsing niet doorstaan; er is geen beleidsregel die bij de bepaling van de hoogte daarvan sturing gaf en verweerster heeft haar keuzes ook anderszins niet toereikend gemotiveerd. Het beroep is gegrond en verweerster moet opnieuw op het bezwaar besluiten. Gelet op het beperkte financiƫle belang van de VGREV vindt het College aanleiding de voorlopige voorziening te treffen dat de bij het bestreden besluit vastgestelde tarieven gelden totdat opnieuw op de bezwaren is beslist.
AnnotatorA.C. Hendriks
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CBB:2016:231