Uitgever | Sdu |
---|
Tijdschrift | Uitspraken Sociale Zekerheid |
Datum | 28-03-2017 |
Aflevering | 3 |
Rubriek | Boeten, maatregelen, terug- en invordering |
Titel | Centrale Raad van Beroep 29-11-2016 (met noot)
|
---|
Citeertitel | USZ 2017/84
|
Samenvatting | Intrekking en terugvordering bijstand, Opleggen boete, Feitelijke grondslag, Huren marktstandplaats, Op geld waardeerbare activiteiten, Bewijsvermoeden, Aan huurder van marktkraam toe te schrijven handelsactiviteiten, Niet voldaan aan aantoonplicht, Schending inlichtingenverplichting. |
Samenvatting (Bron) | Intrekking en terugvordering bijstand. Voldoende feitelijke grondslag dat op naam van appellant en niet op naam van de zoon een marktkraam is gehuurd. De inkomsten uit op geld waardeerbare activiteiten zijn niet (ook niet schattenderwijs) vast te stellen. Boete: in de maand waarin de kraamhuur vaststaat heeft het college de handelsactiviteiten van appellant niet aangetoond. De bewijsvermoedens moeten voortvloeien uit bewijsmiddelen. Boete wordt vastgesteld op 350,-. |
Annotator | R. Stijnen
|
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2016:4656 |