| Uitgever | Sdu |
|---|
| Tijdschrift | Uitspraken Sociale Zekerheid |
|---|
| Datum | 04-12-2017 |
|---|
| Aflevering | 16 |
|---|
| Rubriek | Ziektekosten en voorzieningen |
|---|
| Titel | Centrale Raad van Beroep 18-10-2017 (met noot) 
|
|---|
| Citeertitel | USZ 2017/435
|
|---|
| Samenvatting | Wmo 2015, Maatwerkvoorziening in de vorm van hulp bij het huishouden, Uitbesteding door college aan aanbieder van het nemen van beslissingen, Geen objectieve normering voor de toekenning van hulp bij het huishouden, Strijd met rechtszekerheidsbeginsel. |
|---|
| Samenvatting (Bron) | Het besluit van 29 juni 2015 is in het bestreden besluit ten onrechte gehandhaafd nu dit besluit de aanspraken van de cliënt onvoldoende concretiseert. Vernietiging besluit. De Raad zal in zaken over huishoudelijke ondersteuning zelf voorzien als bedoeld in artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht en aansluiting zoeken bij de laatste niet meer in geschil zijnde indicatie, dan wel de normen van het CIZ Protocol Huishoudelijke Verzorging. De Raad zal beslissen dat betrokkene in de periode van 1 september 2015 tot 11 mei 2016 in aanmerking kwam voor 4 uur huishoudelijke ondersteuning per week. Toewijzing schadevergoeding erven. Proceskostenveroordeling college. |
|---|
| Annotator | C.W.C.A. Bruggeman
|
|---|
| Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
|---|
| Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2017:3633 |
|---|
