Jurisprudentie in Nederland

UitgeverSdu
TijdschriftJurisprudentie in Nederland
Datum02-02-2019
Aflevering1
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 01-08-2018 (met noot)
CiteertitelJIN 2019/13
SamenvattingIntrekking erkenning bedrijfsvoorraad voor periode van zes weken, Bestraffende sanctie, Bewijslast, Zelf in de zaak voorzien.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 9 februari 2016 heeft de RDW de erkenning bedrijfsvoorraad van Europcar ingetrokken voor een periode van zes weken. Europcar heeft een erkenning als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 waardoor zij gerechtigd is voertuigen, waarvan zij de eigendom heeft verkregen, in haar bedrijfsvoorraad op te nemen. Voor voertuigen die zijn opgenomen in de bedrijfsvoorraad gelden niet de voertuigverplichtingen die gelden voor kentekenplichtige voertuigen. In artikel 65 van de Wvw 1994 is bepaald dat de RDW een erkenning kan intrekken indien degene aan wie de erkenning is verleend niet meer voldoet aan de voor de erkenning gestelde eisen of in strijd handelt met een of meer uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen. Op 9 juli 2015 heeft een bedrijvencontroleur van de RDW een controlebezoek gebracht aan Europcar naar aanleiding van een melding van de Belastingdienst. Aan het besluit tot intrekking van de erkenning bedrijfsvoorraad heeft de RDW ten grondslag gelegd dat uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat een voertuig van Europcar op 28 april 2015 op de openbare weg heeft gereden zonder dat het voertuig was voorzien van handelaarskentekenplaten.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:2561