Uitgever | Instituut voor Bouwrecht |
---|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bouwrecht |
Datum | 19-12-2018 |
Aflevering | 12 |
Rubriek | Jurisprudentie - Aanneming van werk |
Titel | Raad van Arbitrage voor de Bouw 14-06-2018, 36.231 (met noot)
|
---|
Citeertitel | TBR 2018/195
|
Samenvatting | Verkrijgers zijn niet-ontvankelijk in hun vordering, aangezien de vervaltermijn als bedoeld in artikel 16 lid 2 sub c van de algemene voorwaarden op het moment van het indienen van de memorie van eis reeds was verstreken. Artikel 16 lid 2 sub c is geen onredelijk bezwarend beding of oneerlijk beding in de zin van de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Van een situatie als bedoeld in artikel 16 lid 2 sub a en/of sub c van de algemene voorwaarden is geen sprake. Het gebrek aan de sierluifel van de woning is geen ernstig gebrek in de zin van artikel 16 lid 3 van de algemene voorwaarden. |
Annotator | C.M.D.S. Pavillon
|
Link | Volledige tekst uitspraak (raadvanarbitrage.info) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |