Uitgever | Wolters Kluwer |
---|
Tijdschrift | AB Rechtspraak Bestuursrecht |
Datum | 18-04-2019 |
Aflevering | 16 |
Rubriek | Tuchtrecht Gezondheidszorg |
Titel | Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 24-01-2019, C2018/146 (met noot)
|
---|
Citeertitel | AB 2019/179
|
Samenvatting | Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster is eenmalig bij de bedrijfsarts op het spreekuur geweest. Zij verwijt de bedrijfsarts dat zij klaagster onheus heeft bejegend, dat zij over klaagsters gezondheidssituatie heeft geoordeeld zonder te beschikken over de juiste informatie van haar behandelaars en meer in het bijzonder heeft geweigerd om informatie in te winnen bij haar psycholoog. Volgens klaagster heeft de bedrijfsarts een onjuist advies gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond, legt de bedrijfsarts de maatregel van berisping op, wijst de klacht voor het overige af en gelast de publicatie van de beslissing zodra deze onherroepelijk is geworden. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep gegrond voor zover dit ziet op de opgelegde maatregel (berisping) en de publicatie en legt alsnog een waarschuwing op. Het beroep wordt voor het overige verworpen. |
Annotator | A.C. Hendriks
|
Link | Volledige tekst uitspraak (tuchtrecht.overheid.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |