AB Rechtspraak Bestuursrecht

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftAB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum07-10-2019
Aflevering37
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 21-08-2019 (met noot)
CiteertitelAB 2019/437
SamenvattingMaatstaf arbeid in het kader van de ZW.
Samenvatting (Bron)Ten onrechte ZW-uitkering geweigerd. Arbeidsongeschiktheid bij aanvang verzekering. Wetswijziging. Maatstaf arbeid in het kader van de ZW. De maatstaf arbeid betreft (ten minste een van) de bij de WIA beoordeling geselecteerde functies. Hervat in een ongeschikte functie. De overwegingen van de wetgever met betrekking tot het vervallen van artikel 44 ZW zijn voor de Raad aanleiding om niet langer vast te houden aan zijn rechtspraak dat ongeschiktheid bij indiensttreding met zich brengt dat het laatstelijk voor uitval verrichte – ongeschikte – werk niet als maatstaf arbeid in de zin van de ZW kan gelden. Hoewel specifiek betrekking hebbend op de destijds in artikel 44 van de ZW neergelegde bevoegdheid tot het weigeren van ziekengeld wegens bij aanvang verzekering reeds bestaande of te verwachten ongeschiktheid tot werken, geven de overwegingen van de wetgever uitdrukking aan een veranderde opvatting, waarbij in het kader van werkaanvaarding de nadruk dient te liggen op iemands mogelijkheden tot werken en waarbij een werknemer er uit een oogpunt van rechtszekerheid bij indiensttreding vanuit mag gaan dat het risico van ongeschiktheid voor de aanvaarde arbeid in het kader van de ZW is verzekerd. Bij dit gewijzigde inzicht van de wetgever past niet dat de voor de uitval door een verzekerde feitelijk verrichte arbeid niet langer als maatstaf geldt voor de vaststelling van diens ZW-aanspraken, indien na die uitval – dus achteraf – wordt vastgesteld dat bij indiensttreding al sprake was van ongeschiktheid voor de aanvaarde arbeid.
AnnotatorA.C. Hendriks
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:2785