AB Rechtspraak Bestuursrecht

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftAB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum28-10-2019
Aflevering40
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 21-08-2019 (met noot)
CiteertitelAB 2019/471
SamenvattingHulp bij huishouden
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Beƫindiging voor de toekomst (1), intrekking met terugwerkende kracht (2) van hulp bij het huishouden. Terugvordering. Gezamenlijke huishouding. Gebruikelijke hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de huisgenoot. 1) De Wmo 2015 biedt geen grondslag voor het beƫindigen van de onder de Wmo verleende voorziening, op de grond dat appellante geen mededeling heeft gedaan van de samenwoning met [X.]. Het college heeft echter ten onrechte nagelaten om te onderzoeken of [X.] ook daadwerkelijk de door het college veronderstelde gebruikelijke hulp kan verlenen bij het huishouden. 2) Dat appellante met [X.] een gezamenlijke huishouding voerde, betekent dat [X.] een huisgenoot was en deel uitmaakte van de leefeenheid van appellante. Om van gebruikelijke zorg te spreken moet de huisgenoot echter ook in staat zijn het huishoudelijke werk te verrichten. Ook hier geldt dat het college ten onrechte niet heeft onderzocht of [X.] de huishoudelijke taken op zich kon nemen. De Raad draagt het college op om het gebrek in de besluiten te herstellen.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
LinkVolledige tekst annotatie (Schulinck.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:2810