Rechtspraak Sociale Verzekeringen

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftRechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum23-04-2020
Aflevering5
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep 06-03-2020 (met noot)
CiteertitelRSV 2020/94
SamenvattingStudiefinanciering.
Samenvatting (Bron)Herziening studiefinanciering naar de norm voor een thuiswonende studerende. Oplegging bestuurlijke boete. Afwijzing verzoek om correctie. Anders dan appellante betoogt, behoefde de minister niet reeds aanleiding te zien om het besluit van 8 november 2014 te herzien omdat het daaraan ten grondslag gelegde bewijs onrechtmatig is verkregen (vergelijk de uitspraak van de Raad van 19 november 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3694). Hoewel zij daartoe ruimschoots in de gelegenheid is gesteld, heeft appellante het van haar verlangde bewijs niet geleverd. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat appellante in de periode waarop het besluit van 9 december 2015 ziet, heeft voldaan aan de voorwaarden van artikel 1.5 van de Wsf 2000. Omdat appellante de materiƫle onjuistheid van het besluit niet heeft aangetoond, hoefde de minister niet op grond van het door hem gevoerde beleid haar verzoek te honoreren. In wat appellante heeft aangevoerd behoefde de minister ook geen aanleiding te zien om af te wijken van het door hem gevoerde beleid.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:598