Uitgever | Wolters Kluwer |
---|
Tijdschrift | AB Rechtspraak Bestuursrecht |
Datum | 16-06-2020 |
Aflevering | 25 |
Titel | Bundesverfassungsgericht 05-05-2020, 2 BvR 859/15, 2 BvR 1651/15, 2 BvR 2006/15, 2 BvR 980/16 (met noot)
|
---|
Citeertitel | AB 2020/237
|
Samenvatting | Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft zijn bevoegdheid overschreden door met een onbegrijpelijke redenering te oordelen dat het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank een evenredige maatregel van monetair beleid is en daarom verenigbaar met het mandaat van de ECB. De eerdere uitspraak van het EU-Hof is daarom niet bindend in Duitsland. De ECB moet alsnog de evenredigheid van het opkoopprogramma onderbouwen. Dat heeft het Duitse Bundesverfassungsgericht bepaald. |
Annotator | R. Stijnen
|
Link | Volledige tekst uitspraak (bundesverfassungsgericht.de) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:DE:BVERFG:2020:RS202005052BVR085915 |